20 juni 2008
De SER heeft vanmorgen het advies `Duurzame globalisering: een wereld
te winnen' unaniem vastgesteld. In dit advies komen onder meer de
vragen aan de orde wat globalisering voor Nederland betekent en wat
Nederland kan betekenen voor globalisering.
Volgens Loek Hermans (voorzitter MKB), die mede namens de beide andere
ondernemerskoepels sprak, lag de meerwaarde van dit advies in de
gemeenschappelijke visie dat globalisering Nederland maar ook mondiaal
per saldo veel voordeel heeft gebracht. "Globalisering is een gegeven.
We moeten de kansen zien en ons niet tegen laten tegenhouden door
bedreigen". Daarbij ontkende Hermans geenszins dat globalisering ook
voor individuele burgers pijnlijk kan zijn als er banen verloren gaan.
De voordelen op macro-economisch niveau acht hij echter vele malen
groter. Als we goed inspelen op de kansen die globalisering ons biedt,
ontstaan namelijk weer andere, nieuwe banen. Hermans benadrukte dat de
overheid haar eigen beleidsruimte goed moet benutten om ondernemers en
werknemers in staat te stellen maximaal in te spelen op de
mogelijkheden die globalisering biedt. Daarvoor zijn wel investeringen
nodig. Zo moet Nederland nieuwe kennis ontwikkelen en toepassen.
Investeringen in onderwijs, onderzoek en innovatie zijn daarvoor
geboden. Daarnaast moet het voor internationale hoofdkantoren
aantrekkelijk blijven zich in Nederland te vestigen. Hermans uitte
zijn zorg over het tempo en de kwaliteit van de bestuurlijke
besluitvorming. Deze moeten omhoog. Hij riep het kabinet op
maatregelen te nemen om internationaal ondernemen te stimuleren en de
concurrentie positie van Nederland te versterken.
Over internationaal maatschappelijk verantwoord ondernemen gaf Hermans
aan dat ondernemers verheugd zijn met de aanbeveling in het SER-advies
dit in eerste instantie aan ondernemers over te laten. Zij
onderschrijven de OECD-richtlijnen en ILO-verklaring op dit punt en
werken in SER-verband graag mee aan een uitwerking voor meer
transparantie. "Globalisering raakt in zijn totaliteit verbonden, een
uniek moment in de geschiedenis, dat vraagt om bezielend leiderschap
van allen die verantwoordelijkheid dragen".
FNV-bestuurder Peter Gortzak sprak mede namens MHP en CNV. Hij
benadrukte dat de betekenis van globalisering vanuit verschillende
invalshoeken geduid kan worden. Globalisering biedt Nederland kans om
te profiteren van mondiale ontwikkelingen. Gelet op de positie van
Nederland als doorvoerland onderschrijft de vakbeweging de wens tot
zoveel mogelijk open markten. "Die komen de werkgelegenheid ten goede
en zijn in het belang van de Nederlandse werknemer". Toch is de vraag
gerechtvaardigd of het inderdaad goed gaat met Nederland. Economen
verschillen hierover van mening, zeker als begrippen als ruimte, groen
en rust worden meegenomen in de beoordeling. "In de groei van de
economie moeten we ook rekening houden met die sociale aspecten". De
FNV pleit ervoor duurzaamheid veel aandacht te geven in de discussie
over globalisering.
Gortzak gaf aan verheugd te zijn met de aanbevelingen voor de Decent
Work Agenda in het advies. Het onderschrijven van deze agenda betekent
dat we ons ook over de grenzen heen moeten houden aan de
ILO-arbeidsnormen. De vakbeweging ziet het als een stap vooruit dat
het bedrijfsleven via zelfregulering verantwoordelijkheid wil nemen
voor het naleven van de internationale arbeidsnormen in de
productieketen. De vakbeweging zal de evaluatie van deze aanpak nauw
volgen. Gortzak wees erop dat de internationale arbeidsnormen ook voor
Nederland gelden. "We hebben met elkaar een niveau van welvaart en
welzijn bereikt. Overheid en sociale partners hebben een gezamenlijke
taak dat niveau te behouden". Tot slot pleitte Gortzak ervoor de
werkgelegenheid dichtbij huis niet uit het oog te verliezen.
"Macro-economische cijfers geven niet altijd weer wat de gevolgen voor
individuele werknemers zijn".
CNV-bestuurder Rienk van Splunder vulde namens CNV, MHP en FNV aan dat
met dit advies een grote slag was gemaakt in het denken over
globalisering. Het voorliggende SER-advies geeft blijk oog te hebben
voor de sociale kant van de globaliseringsmedaille, voor
inkomensbescherming en voor het vereenvoudigen van
aanpassingsprocessen, niet alleen in Nederland maar ook wereldwijd.
Ook sprak Van Splunder de verwachting uit dat werkgeversorganisaties
nu actief invulling zullen geven aan hun internationale
verantwoordelijkheid. "Vrijwilligheid is geen vrijblijvendheid."
Namens de kroonleden reageerden Harry Garretsen en Marco Wilke. Harry
Garretsen ging in op de nuance van het advies. Per saldo is Nederland
beter geworden van globalisering maar het is enigszins diffuus voor
welke individuen dat precies geldt. De effecten kunnen voor burgers
heel verschillend zijn waardoor de onzekerheid onder hen toeneemt.
Garretsen vindt het geruststellend dat uit de analyse blijkt dat de
landen die goed reageren op mondiale ontwikkelingen, onderling weinig
gemeenschappelijke kenmerken hebben. Dit betekent dat er vele
antwoorden mogelijk zijn. Daarvoor is het wel nodig dat in onderwijs,
innovatie en infrastructuur wordt geïnvesteerd. Het belang van het
advies ligt voor Garretsen onder meer in de constatering dat nationale
overheden nog steeds veel invloed hebben op het beleid en dat deze
beleidsruimte zelfs groter is dan gedacht. Het is nu aan de SER om de
voorstellen in het advies voor de benutting van de beleidsruimte nader
uit te werken.
Marco Wilke stond in zijn reactie onder meer stil bij de belangen van
een ogenschijnlijk vergeten groep "de have's die in economische zin
profiteren van globalisering". Ook zij kunnen verzet tonen tegen
mondiale ontwikkelingen omdat ze menen de greep op hun omgeving te
verliezen.
SER-voorzitter Alexander Rinnooy Kan benadrukte het evenwicht in het
SER-advies. Globalisering biedt Nederland kansen op macro-economisch
niveau maar dient het individuele belang daarbij niet uit het oog te
verliezen. De overheid heeft hier een taak haar verantwoordelijkheid
te nemen en het vertrouwen van haar burgers te bevestigen en te
behouden.
---
Sociaal-Economische Raad