Rijksvoorlichtingsdienst
Het Koninklijk Huis

Toespraak Prinses Laurentien op jubileum-bijeenkomst Artsen Jeugdgezondheidszorg Nederland

Opening van de wetenschappelijke vergadering en jubileumcongres van de vereniging van Artsen in de Jeugdgezondheid Nederland (AJN), Utrecht

In samenspraak

Dames en heren,

Met veel plezier ben ik hier vandaag aanwezig bij uw jubileumcongres - maar toch wil ik beginnen met een bekentenis: ik had initieel enige aarzeling om uw uitnodiging aan te nemen... een leek zonder medische achtergrond die de opening doet van een wetenschappelijke vergadering van artsen ... is dat wel een goed idee? Hoe dan ook, uw uitnodiging getuigt van een open blik, wat hopelijk de toon zet voor uw bijeenkomst.

En uw thema "in samenspraak" spreekt mij bijzonder aan. In uw geval: het kind staat centraal - het gaat om samenspraak tussen u en uw collega's, andere professionals en ouders rondom de gezondheid en ontwikkeling van kinderen. Samenspraak brengt ook de noodzaak met zich mee om dwarsverbanden te zien en niet in hokjes te denken en handelen.

Gezondheid vraagt hierom, want het is niet alleen een medisch thema. De Van Dale beaamt dit: "gezondheid is de toestand van optimaal welzijn in geestelijk, lichamelijk en maatschappelijk opzicht". Gezondheid gaat dus naar het hart van onze samenleving. Bij het bestrijden van laaggeletterdheid en bij het bevorderen van gezondheid is samenwerking metandere ketenpartners van de jeugdgezondheidszorg belangrijk. Op het gebied van gezondheid werkt Stichting Lezen & Schrijven samen met consultatiebureaus, en sinds kort ook met GGD Nederland.

Er is nu een momentum om laaggeletterdheid breed maatschappelijk aan te pakken door het convenant dat in september vorig jaar werd getekend tussen de werkgevers, werknemers en verschillende ministeries. Zij hebben ambitieuze doelstellingen - ik noem er twee:
* In 2015 is het aantal laaggeletterden teruggebracht met 60% tot maximaal 600.000. Ruim 100 000 mensen per jaar moeten die de weg naar een cursus vinden.

* In 2011 bezit elke leerling die het onderwijs verlaat voldoende basisvaardigheden om een beroep te kunnen uitoefenen of een vervolg opleiding te volgen.

De vraag is dus niet óf, maar wat er moet gebeuren. En het goede nieuws: u kunt een belangrijke bijdrage leveren. Tegen deze achtergrond wil ik graag drie punten toelichten.
1. De koppeling tussen geestelijke, lichamelijke en maatschappelijke aspecten van gezondheid. Ik zal het hier hebben over health literacy.

2. De onmisbare rol van de Jeugdgezondheidszorg als het gaat om preventie van laaggeletterdheid, en het belang om te investeren in taalontwikkeling van kinderen.

3. En tot slot - vanuit de gedachte dat de woorden in daden moeten worden omgezet om verandering teweeg te brengen - wat u kunt doen.


1. De koppeling tussen geestelijke, lichamelijke en maatschappelijke aspecten van gezondheid

De brede definitie van Van Dale over gezondheid betekent niet automatisch dat we hier ook naar handelen. Want om de oplossingen voor maatschappelijke problemen overzichtelijker te laten lijken, plaatsen we ze nog te vaak in afgebakende hokjes. Gezondheid hoort bij artsen, onderwijs op scholen, werk bij werkgevers en bijvoorbeeld CWI. Opgeruimd en overzichtelijk...

Maar als wij de mens centraal zouden stellen, zou er een ander beeld moeten ontstaan...

Het gaat dus om mensen. Onze manier van leven en onze vaardigheden beïnvloeden onze gezondheid. Dit komt ook heel duidelijk naar voren bij laaggeletterde mensen. Het raakt mij telkens weer wanneer zij mij vertellen dat zij zich jaren lang minderwaardig hebben gevoeld. Door te leren lezen en schrijven voelen zij zich "gezond", "herboren" en "krachtiger". Hun levenshouding is positiever geworden, wat van onschatbare waarde blijkt te zijn voor hun omgeving, zowel thuis als op het werk.

Later vanmorgen heeft u het voorrrecht Gerrie van Kuilenburg te ontmoeten. Zij is heeft op latere leeftijd leren lezen en schrijven en is nu Alfabetiseringsambassadeur. Ik hoop dat ook u - net als ik dat keer op keer doe - geïnspireerd zult raken door indrukwekkende levensverhaal, waar steeds raakvlakken zijn de verschillende aspecten van gezondheid. In mijn gesprekken met Alfabetiseringsambassadeurs wordt mij steeds duidelijker dat het leren lezen en schrijven twee belangrijke doelen heeft: het leren van de specifieke vaardigheden als instrument om zelfstandig deel te kunnen nemen aan de samenleving én als instrument om zich van binnen sterk te voelen, en ja, in veel gevallen een gevoel van eigenwaarde op te bouwen.

Ik zou hier graag kort een zijstap willen maken naar health literacy, waarbij gezondheid en geletterdheid zo nauw met elkaar verbonden zijn. Het NIGZ heeft hier vorig jaar een interessant onderzoek over uitgevoerd. Helaas is dit in Nederland nog een onderbelicht thema.

Gezondheidsvaardigheden zijn de individuele competenties die nodig zijn om goed met gezondheid en ziekte om te kunnen gaan. Lees- en schrijfvaardigheden vallen hier ook onder. Neem de begrippen "positief" en "negatief". Velen zullen niet weten dat een negatieve medische uitslag goed nieuws is.. Dit heeft alles te maken met het niveau van geletterdheid. Het kan tot veel miscommunicatie en misverstanden leiden - waar niemand bij is gebaat.

Gebrek aan gezondheidsvaardigheden kost veel. In het ergste geval soms zelfs de gezondheid van mensen. Maar ook financieel: mensen met minder gezondheidsvaardigheden maken vaker gebruik van de zorg, verblijven langer in het ziekenhuis en gebruiken medicijnen vaak slecht omdat de bijsluiters van medicijnen te ingewikkeld zijn.

Stichting Lezen & Schrijven heeft onderzoek laten doen naar de kosten van gebrekkige lees- en schrijfvaardigheden in Nederland. Uit het onderzoeksrapport, Stil Vermogen, blijkt dat Nederland 61 miljoen euro per jaar aan zorgkosten zou besparen, wanneer laaggeletterdheid uitgebannen zou zijn.

Uit het onderzoek blijkt dat laaggeletterden zich minder gezond voelen en het ook vaker zijn. Niet verwonderlijk dus dat arbeidsongeschiktheidsverzekeringen, werkloosheids- en bijstands uitkeringen beduidend vaker worden uitgekeerd aan laaggeletterden. In hetzelfde onderzoek werd geconcludeerd dat door het uitbannen van laaggeletterdheid nog eens 456 miljoen Euro per jaar kan worden bespaard op sociale zekerheidsuitkeringen.

Uit een onderzoek van het Amerikaanse netwerk Partnership for Clear Health Communication blijkt dat van de factoren leeftijd, inkomen, geletterdheid, arbeidssituatie, opleidingsniveau en etniciteit, geletterdheid de meeste invloed op de gezondheid. Tijdens de regiotour Taalkracht voor consultatiebureaus die Stichting Lezen & Schrijven eerder dit jaar organiseerde voor medewerkers van consultatiebureaus - misschien heeft iemand van de hier aanwezigen hier zelfs wel aan deelgenomen? - opende juist dit gegeven de ogen van de deelnemers. Wat blijkt: naar al deze factoren wordt tijdens huisbezoeken en bij intakegesprekken gevraagd - behalve (over het algemeen) naar het geletterdheidsniveau!

In een tijd waarin keuzevrijheid centraal staat, wordt het steeds belangrijker dat individuen in staat zijn deze keuzevrijheden in te vullen. Dit wordt ook wel empowerment genoemd. Als arts kunt u ouders empoweren, door hen ervan te overtuigen terug te gaan naar school om beter te leren lezen en schrijven. Wij weten uit ervaring dat mensen zich hierdoor sterker voelen: ten opzichte van de opvoeding en ontwikkeling van hun kinderen en hoe zij zich beter redden in de maatschappij. Het helpt mensen gezonde beslissingen te nemen.


2. De onmisbare rol van de Jeugdgezondheidszorg als het gaat om preventie in de breedste zin van het woord.

Naast het in samenspraak aanpakken van maatschappelijke thema's - hokjes overstijgend - zou ook "voorkomen is beter dan genezen" vanzelf moeten spreken. Wat staat in de weg om deze wijsheid in de praktijk toe te passen? Juist die vanzelfsprekendheid is hiervoor een belangrijke oorzaak: te vaak nemen wij de gezondheid en ontwikkeling van onszelf en zelfs onze kinderen voor lief.

Ik neem laaggeletterdheid als voorbeeld en wil twee aspecten toelichten.

1. het voorkomen van laaggeletterdheid en het bevorderen van de taalontwikkeling bij jonge kinderen.

2. het verminderen van laaggeletterdheid van ouders, met als doel hen te ondersteunen in de opvoeding en preventie van gezondheidsproblemen bij kinderen.

De vraag is wat wij nodig hebben om dit te doen. Informatie, kennis, vaardigheden en gedrag zijn hierin bepalend. Als jeugdarts of schoolarts speelt u een onmisbare rol in het voorkomen van laaggeletterdheid.

U bent nauw betrokken bij de ontwikkeling van het jonge kind. Door ouders te wijzen op hun rol in de taalontwikkeling - voorlezen vanaf drie maanden, veel praten met kinderen en taalspelletjes doen - en het vroegtijdig ontdekken van taalachterstanden kunt u de toekomst van kinderen op een positieve wijze beïnvloeden.

Maar het gaat ook in investeren in de ouders van de kinderen. Want zij zijn per slot van rekening degenen die een constante invloed hebben op de levens van hun kinderen. Ligt het dus niet voor de hand dat u ook hier een rol in kan spelen?

Kort de context: in Nederland is laaggeletterdheid nog vaak een stilgezwegen probleem. Het gaat over zo'n anderhalf miljoen volwassenen in de leeftijd van 16 tot 74 jaar, die niet of niet genoeg kunnen lezen, schrijven en vaak ook rekenen om geheel zelfstandig te kunnen functioneren in de samenleving. Hiervan zijn één miljoen mensen geboren en opgegroeid in Nederland; een half miljoen mensen zijn op latere leeftijd naar ons land gekomen.

Laaggeletterden schamen zich vaak voor hun achterstand. Doordat er nog steeds te weinig over wordt gesproken - deels door het hardnekkige taboe, deels door onbekendheid over de problematiek - denken zij dat ze de enige zijn met dit probleem. Hierdoor ontstaat er een vicieuze cirkel: de drempel is hoog voor laaggeletterden om ervoor uit te komen dat zij hulp nodig hebben. Gerrie van Kuilenburg kan dit gevoel als geen ander beschrijven.

En hiermee kom ik op het derde punt: wat kunt u concreet doen?

Een eerste stap is het erkennen en bespreekbaar maken van een probleem. Wij weten uit ervaring dat laaggeletterden het vaak lastig vinden om over hun probleem te praten. Veel van hen hebben hun leven zo ingericht dat anderen om hun heen alles dat met lezen en schrijven te maken heeft, over te nemen - van formulieren invullen tot bijsluiters van medicijnen lezen en rekeningen betalen.

De juiste communicatie met ouders over mogelijke problemen die spelen, is essentieel om laaggeletterdheid bespreekbaar te maken. Dit kwam ook veelvuldig naar voren tijdens de regiotour Taalkracht voor consultatiebureaus die ik al even noemde. Een paar reacties van artsen: "Ik ben enorm geschrokken van het grote aantal laaggeletterden. Ik weet zeker dat ik er een hoop door mijn vingers heb laten glippen. Dit had ik eerder moeten weten."

"Ik heb nooit vraagtekens gesteld bij de hoeveelheid schriftelijke informatie die wij verspreiden. Ik schaam mij nu diep. Al die informatie komt niet aan bij de laaggeletterde ouders. Als zorgverlener hoor je je daar bewust van te zijn en naar manieren te zoeken om alle informatie op de juiste manier over te brengen."

Tijdens een van de bijeenkomsten herkende een
Alfabetiseringsambassadeur haar eigen consultatiebureauarts. De arts in de zaal had de ambassadeur ook al herkend, maar durfde dit niet te zeggen. Pas toen de ambassadeur zei dat ze haar arts in het publiek herkende stond de arts op en richtte zij zich tot haar collega's in de zaal: "Het klopt. Ik schaam me heel erg. Laat dit een les zijn voor jullie allemaal, want nu ik erover nadenk had ik allang kunnen weten dat deze jonge moeder hier moeite mee had. Juist wij zijn een groep mensen die een belangrijke vertrouwensband hebben. Hoe komt het dat we wel durven vragen naar lastige onderwerpen en vervelende ervaringen in iemands jeugd, zoals mishandeling en verwaarlozing, maar zo'n essentieel thema niet oppikken?"

Dus, u kunt signaleren en verbeteren en u kunt deze signalen doorgeven. Uw beroepsorganisatie AJN kan hierin een belangrijke rol spelen.

Een goede structuur wordt tegenwoordig opgebouwd met de Centra voor Jeugd en Gezin, waarin naar de hele omgeving van het kind wordt gekeken. Deze centra zijn laagdrempelige instellingen en daarmee niet bedreigend voor kind of ouder. Het zou interessant zijn om te kijken of er voor ouders lees- en schrijfprogramma's kunnen worden aangeboden gekoppeld aan de opvoeding en ontwikkeling van hun kinderen. Deze aanpak werkt ook heel goed via scholen van kinderen.

Uw bewustzijn na vandaag over laaggeletterdheid is al een belangrijke winst. Bewustzijn ook, dat de ouders uw informatie en aanwijzingen misschien niet kunnen opvolgen omdat zij het niet begrijpen of niet kunnen lezen.

Ik hoop dat u het nut ervan inziet om laaggeletterdheid bespreekbaar te maken. Om het te leren herkennen en ouders op weg te helpen om iets aan deze achterstand te doen. De instrumenten om u hierbij te helpen bestaan al.

Ter afsluiting:

Iedereen heeft natuurlijk een eigen verantwoordelijkheid in onze gezondheid en ontwikkeling. Maar uw bijdrage in het realiseren van een "toestand van optimaal welzijn in geestelijk, lichamelijk en maatschappelijk opzicht" wordt steeds belangrijker. Het beheersen van vaardigheden zoals geletterdheid is essentiëel.

U bent dus deel van de oplossing om gezondheid en ontwikkeling niet voor lief te nemen en om de wijsheid "voorkomen is beter dan genezen" in de praktijk toe te passen.

Ik wens u een dag van inspiratie en daadkracht. Ik hoop dat u in samenspraak tot de conclusie komt dat laaggeletterdheid ook uw werk raakt.

Dank u wel.

20 juni 2008

Zie ook persbericht van 16 juni 2008

* © RVD