Metaalunie

PERSBERICHT

Nieuwegein, 19 juni 2008

Embargo tot 19 juni 2008, 18.00 uur

Koninklijke Metaalunie: Uitwerking Industriebrief blijft vaag

De Koninklijke Metaalunie hoopt dat bij de daadwerkelijke beleidsuitvoering van de Industriebrief, het ministerie van Economische Zaken met vernieuwender ideeën komt om het industriële mkb op de kaart te zetten dan in de vandaag gepresenteerde Industriebrief. De Metaalunie onderschrijft de analyse van het ministerie over hetgeen er in de sector speelt. Echter, het lijkt erop dat EZ het industriële midden- en kleinbedrijf in de beleidsagenda van de Industriebrief slechts ziet als snel groeiende clusters startende bedrijven rondom grote bedrijven. De verruiming van de WBSO ervaart de Metaalunie als zeer positief voor het mkb-metaal.

Het belang van de industrie wordt goed weergegeven, echter hoe dit belang verder te verstevigen en vergroten, blijft wat in de lucht hangen. Veel wordt voortgeborduurd op reeds bestaand beleid, echt vernieuwend is de Industriebrief niet. Het ministerie van Economische Zaken geeft in de Industriebrief exact aan wat de knelpunten zijn die de Nederlandse industrie heeft, waarbij verminderen regeldruk, verbeteren bereikbaarheid en voldoende vakbekwaam personeel kernpunten zijn. Echter, voor de oplossing daarvan verwijst de Industriebrief naar resultaten van commissies die momenteel hun werk doen of net hebben afgerond, zoals de commissie-Bakker en -Elverding, en Taskforces en andere departementen. Het ministerie geeft wel aan dat afstemming tussen de diverse overheden gewenst is, maar vult niet in hoe zij daar vanuit haar integratietaak vorm en inhoud aan geeft.

De Metaalunie vraagt zich af of het ministerie van Economische Zaken is vergeten dat het grote aantal bestaande midden- en kleinbedrijven in de maakindustrie het groeivermogen van de Nederlandse economie vormt. Behoudens de verruiming van de WBSO, komt deze categorie bedrijven er in de Industriebrief bekaaid vanaf.
In de Industriebrief ligt de focus op grote initiatieven om wereldwijd te onderscheiden via sleutelgebieden met bijbehorende innovatieprogramma's. Op zich is daar niets op tegen. Echter, het grootste deel van de maakindustrie zijn de vele minder zichtbare hardwerkende middelgrote en kleine bedrijven, die de buffer en groeikracht vormen van de Nederlandse economie.

De Metaalunie vindt het een goede zaak dat het ministerie de financiering van de Innovatie Prestatie Contracten (IPC) voor dit jaar heeft opgehoogd van E21,5 naar E32 miljoen. Maar met momenteel reeds voor ruim E27 miljoen aan aanvragen, lijkt ook dit bedrag aan de lage kant. Juist nu deze regeling om verdere innovatie binnen het mkb te stimuleren, bekendheid krijgt, zou het ministerie hiervoor meer geld moeten uittrekken. En nu het aantal aanvragen toeneemt, hoopt de Metaalunie dat het ministerie hiervoor de komende jaren meer in plaats van minder (voor 2009 E10,5 miljoen en voor 2010 weer E21,5 miljoen) geld beschikbaar stelt. De ophoging voor 2008 lijkt een sigaar uit eigen doos.
Positief ervaart de Metaalunie dat het ministerie van EZ bereid is te kijken of het Applicatie Centrum voor Productietechnologie ACP in het reguliere instrumentarium kan worden ingepast en dat het borgstellingskrediet voor risicovolle investeringen wordt verruimd.

De Koninklijke Metaalunie is met 13.000 leden de grootste organisatie voor ondernemers in het midden- en kleinbedrijf in de metaal. De leden hebben samen een omzet van 20 miljard euro en bieden werkgelegenheid aan ruim 150.000 mensen.