KNMG
KNMG wil buitenlands talent niet verloren laten gaan
Patria Diaz en Zabi Hamidi, buitenlands talent in Nederland. Patria is co-assistent en heeft deelgenomen aan de nieuwe assessmentprocedure. Zabi werkt als huisarts en doorliep de oude procedure van diplomawaardering. Onlangs zijn deze buitenlandse artsen door de KNMG uitgenodigd voor een bijeenkomst, met een afvaardiging vanuit de Commissie Buitenslands Gediplomeerden Volksgezondheid (CBGV), om hun ervaringen als buitenslands gediplomeerde arts te delen. De weg naar BIG registratie is een lange en soms ingewikkelde weg. De KNMG wil daar ondersteuning in bieden.
Eerst de feiten. Buitenslands gediplomeerde artsen die willen gaan werken in Nederland moeten er eerst voor zorgen dat hun artsdiploma erkend wordt door de Nederlandse overheid. Voor artsen van buiten de EER (Europese Economische Ruimte) en Zwitserland geldt dat zij een assessment moeten doorlopen voordat zij zich kunnen inschrijven in het BIG-Register. Artsen van binnen de EER en Zwitserland hoeven geen assessment te doorlopen, maar moeten wel aan een aantal voorwaarden voldoen. Belangrijkste voorwaarden zijn dat zij moeten beschikken over een artsdiploma dat is afgegeven door een land uit de EER of Zwitserland en de nationaliteit van een land uit de EER of Zwitserland.
Het assessment voor buitenslands gediplomeerde artsen van buiten de EER bestaat uit twee delen:
1) Het eerste deel van het assessment betreft de Algemene Kennis- en Vaardighedentoets (AKV). In de AKV worden de Nederlandse taal, de kennis van de structuur en cultuur van de Nederlandse zorg, ICT-vaardigheden en passieve beheersing van de Engelse taal getoetst. Wanneer het eerste deel van het assessment is afgerond kan men door naar het tweede deel, namelijk de medisch-inhoudelijke toetsen.
2) De medisch-inhoudelijke toetsen omvatten drie deeltoetsen: medische basiskennis, klinische kennis en klinische vaardigheden. De kennistoetsen (medische basiskennis en klinische kennis) bestaan uit honderden vragen, geënt op de voortgangstoets die geneeskundestudenten in Maastricht, Nijmegen, Groningen en Leiden viermaal per jaar maken. De klinische vaardigheden toets wordt afgenomen in een skillslab. Bij deze toets worden vooral de kwaliteit van de anamnese, het lichamelijk onderzoek, het verslag, professioneel gedrag, communicatie, de probleemlijst en de differentiaaldiagnose beoordeeld.
De resultaten van het tweede deel van het assessment (de medisch-inhoudelijke toetsen) gaan naar de Commissie Buitenslands Gediplomeerden Volksgezondheid (CBGV) die vaststelt of de buitenslands gediplomeerde arts een aanvullende opleiding nodig heeft. Het advies van de CBGV voor een aanvullende opleiding van een half, één, twee of drie jaar is bindend voor de buitenslands gediplomeerde arts en voor de UMC's. Na het doorlopen van het opleidingtraject ontvangt de arts een Nederlands artsdiploma en kan dan in het BIG-register worden ingeschreven. Buitenslands gediplomeerde artsen die geen aanvullende opleiding nodig hebben kunnen meteen worden ingeschreven. Zij moeten echter wel een supervisietraject van drie maanden volgen, waarin hun beroepsmatig functioneren wordt beoordeeld, alvorens zij zelfstandig als arts aan de slag kunnen gaan.
Artsen die het assessment doen ondervinden uiteenlopende problemen. De informatie die op de websites staat is in het Nederlands geschreven en daardoor slecht toegankelijk voor buitenlanders die zich oriënteren op het assessment. De buitenslands gediplomeerde artsen hebben geen netwerk dat hen wegwijs kan maken in de Nederlandse gezondheidszorg en cultuur. Daarnaast zijn de medisch-inhoudelijke toetsen van het assessment pittig. Voor de buitenslands gediplomeerde artsen is onvoldoende duidelijk hoe zij zich kunnen voorbereiden op deze toetsen.
De KNMG en haar districten willen deze groep artsen behulpzaam zijn bij het inburgeren in de Nederlandse gezondheidszorg. Dit wordt vormgegeven door:
- De mogelijkheid te onderzoeken om een (student)lidmaatschap aan te bieden.
- Uitgebreide voorbereiding op de medisch-inhoudelijke toetsen van het assessment door proefexamens beschikbaar te stellen via de website en stageplaatsen te regelen via de districten.
- Informatie op de websites te ontsluiten voor buitenlandse artsen door informatie in het Engels te vertalen.
In het kader van dit project werkt de KNMG samen met de CBGV, de afdeling opleiding en registratie van de KNMG en het UAF (Stichting Vluchteling Studenten). Voor meer informatie over dit project kunt u contact opnemen met Marlies de Rond (beleidsmedewerker KNMG-districten, m.de.rond@fed.knmg.nl) of Mirjam Koning (beleidsmedewerker studenten en loopbaan, m.koning@fed.knmg.nl).