ChristenUnie
VAO Alcoholbeleid
VAO Alcoholbeleid
donderdag 19 juni 2008 00:00
Aan de orde is het debat naar aanleiding van een algemeen overleg op
22 mei 2008 over alcoholbeleid.
De voorzitter:
Er is sprake van het kerstregime. Er mogen dus alleen moties worden
ingediend. Wie geen moties heeft, waarvoor dank, krijgt niet het
woord. Er worden geen vragen gesteld, behalve als u het echt niet
begrijpt en dat kan ik mij niet voorstellen. Ik heet de minister
welkom.
De heer Voordewind (ChristenUnie):
Voorzitter. Ik mag geen inleidende tekst uitspreken dus ik beperk mij
tot mijn drie moties. Ik had een vraag. Die heb ik in een motie
opgenomen, maar eventueel is die weer in te trekken. De eerste motie
gaat over de drankketen.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat met name in drankketen regelmatig overmatig alcohol
wordt gedronken door jongeren onder de geldende leeftijdsgrens, zonder
dat er toezicht is;
constaterende dat een pilot van de Voedsel en Waren Autoriteit (VWA)
om samen met 20 gemeenten illegale drankketen te sluiten nog geen
resultaat heeft opgeleverd;
constaterende dat ook in niet-commerciële keten vaak drankmisbruik
door jongeren onder de geldende leeftijdsgrens plaatsvindt en dat, net
als commerciële keten, ook niet-commerciële keten vaak niet voldoen
aan wettelijke eisen van (brand)veiligheid;
van mening dat de landelijke overheid een duidelijk signaal zou moeten
afgeven aan gemeenten dat het tolereren c.q. gedogen van overmatig
alcoholgebruik vanwege de schade die het aanbrengt aan de gezondheid
van jongeren, niet acceptabel is;
verzoekt de regering, indien de doorstart van de pilot van de VWA na
de zomer niet tot scherpe maatregelen heeft geleid om deze illegale
keten te sluiten, te bevorderen dat de VWA en de gemeenten de hun
beschikbare instrumenten inzetten om het functioneren van drankketen
waar alcohol zonder vergunning tegen betaling en derhalve in strijd
met de Drank- en Horecawet wordt verstrekt, in de praktijk onmogelijk
te maken;
verzoekt de regering inzichtelijk te maken hoeveel niet-commerciële
drankketen zich in de pilotgemeenten bevinden, te bevorderen dat
gemeenten met de betrokkenen tot controleerbare afspraken komen om
overmatig alcoholgebruik onder de wettelijk toegestane leeftijd tegen
te gaan en de (brand)veiligheid op orde te krijgen, daarbij gebruik te
maken van de gedragscode voor huisregels rond veilig alcoholgebruik in
buurt- en huiskamerketen (motie-Joldersma c.s., 27565, nr. 37), en de
Kamer hiervan op de hoogte te stellen,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Voordewind, Bouwmeester en
Schermers. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende
ondersteund.
Zij krijgt nr. 64 (27565).
De heer Voordewind (ChristenUnie):
Voorzitter. De tweede motie gaat over het streefpercentage
twaalfjarigen.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat volgens het Trimbos-instituut meer dan de helft van
de twaalfjarigen en ongeveer 80 procent van de veertienjarigen in
Nederland ooit alcohol heeft gedronken en dat twaalf- tot
veertienjarige drinkers nog steeds te vaak en te veel drinken;
constaterende dat volgens het Trimbos-instituut de meeste scholieren
beginnen met drinken als zij tussen de elf en vijftien jaar zijn en
dat volgens het IVO (2007) de gemiddelde beginleeftijd waarop kinderen
alcohol gaan gebruiken 12,7 jaar is;
constaterende dat het aantal jongeren en kinderen van zestien jaar of
jonger na drankmisbruik in het ziekenhuis belanden tussen 2001 en 2006
met 83% is gestegen en dat de stijging onder meisjes van zestien jaar
of jonger zelfs 135% bedraagt (Nationale Drug Monitor, Jaarbericht
2007);
constaterende dat de regering de ambitie heeft om het ooitgebruik van
alcohol onder twaalf- tot vijftienjarigen terug te dringen tot 62%;
overwegende dat jong starten met alcohol drinken tot een verhoogde
kans op hersenschade op latere leeftijd leidt;
van mening dat het wenselijk is dat jongeren op zo laat mogelijke
leeftijd voor het eerst met alcohol in aanraking komen en dat de
huidige ambitie van de regering te weinig rekening houdt met het
alcoholgebruik onder twaalfjarigen;
verzoekt de regering, om een afzonderlijk streefpercentage te hanteren
voor twaalfjarigen en daarbij aan te geven hoe zij deze ambitie wil
bereiken,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Voordewind. Naar mij blijkt,
wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.
Zij krijgt nr. 65 (27565).
De heer Voordewind (ChristenUnie):
Voorzitter. Ten slotte een motie over de experimenteergemeenten.
Hierover is al eerder door mevrouw Joldersma en mij een motie
ingediend die door de Kamer is aangenomen in een eerder debat. Toch
nog een aanmoediging daarvoor.
De voorzitter:
U moet nu echt de tekst voorlezen, u hebt al veel tijd gebruikt.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat de Kamer in december 2007 de
motie-Joldersma/Voordewind (27565, nr. 36) heeft aangenomen, waarin de
regering wordt verzocht om gemeenten in aanmerking te laten komen voor
experimenten met het verhogen van de leeftijdsgrens van 16 naar 18
jaar voor de verkoop van alcohol;
constaterende dat het wettelijk traject om de uitvoering van de
experimenten te realiseren nog minimaal twee jaar gaat duren en dat de
experimenten zelf ook nog eens twee jaar duren;
van mening dat het onwenselijk is dat minimaal vier jaar op de
resultaten van de lokale experimenten gewacht moet worden;
verzoekt de regering alles in het werk te stellen om de behandeling
van de wijziging van de Drank- en Horecawet te bespoedigen en daarbij
zorgvuldigheid te betrachten,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Voordewind. Naar mij blijkt,
wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.
Zij krijgt nr. 66 (27565).
De voorzitter:
Voordat ik het woord geef aan mevrouw Bouwmeester wil ik opmerken dat
ik de moties veel te lang vind. De spreektijd van twee minuten is maar
net voldoende om één motie voor te dragen.
Mevrouw Bouwmeester (PvdA):
Voorzitter. Misschien is dat tactiek van ons, maar ik kan u
geruststellen, mijn moties zijn korter dan die van de heer Voordewind.
De voorzitter:
Dat hoop ik, anders moet ik de commissie voor de werkwijze vragen,
daar regels voor op te stellen. Dat doe ik liever niet.