Ministerie van Financiën

Toespraak Partnerdag CentiQ

empty

toespraak | 19-06-2008 | Den Haag, Minister

Centen, flappen, pegels, pingping, penningen, duiten, molm, doekoe, cash, pecunia....

Zoals de Eskimo's talloze woorden hebben voor sneeuw, hebben wij talloze woorden voor geld.

Want geld, vooral geld verdienen, is een belangrijk Leitmotiv in onze geschiedenis.

Een geschiedenis die ons leerde dat geld wat stom is, recht maakt wat krom is, dat waar geld spreekt de waarheid zwijgt maar ook dat geld niet stinkt en voor geld zelfs de hemel open gaat.

Maar onze geschiedenis heeft ons ook de reputatie van zuinige Hollanders bezorgd.

Hollanders die geen geld over de balk gooien, weten dat het geld niet op onze rug groeit en dat de vis duur wordt betaald.

Maar is dat nu nog zo?

Zijn we nog die mensen die iedere cent omdraaien en eieren voor ons geld kiezen?

Nee, die reputatie is enigszins achterhaald.

Dat blijkt uit een onderzoek dat, in opdracht van CentiQ, is gedaan naar het financiële inzicht en gedrag van Nederlanders.

Onderzocht is of en hoe Nederlanders kunnen rondkomen, of we sparen of niet en hoe het staat met onze financiële kennis.

Straks zal dit onderzoek uitgebreid worden toegelicht, maar ik mag alvast een paar interessante resultaten `verklappen'.

Want, al kunnen Nederlanders over het algemeen goed tot zeer goed rondkomen, bijna 10 % - 1,2 miljoen mensen - heeft aan het einde van hun inkomen een stuk maand over.

Ruim 40% - meer dan 5 miljoen mensen - is niet goed voorbereid op een flinke financiële tegenvaller, zoals een echtscheiding, werkloosheid, een ongeval of ziekte.

Uit ander onderzoek blijkt ook nog eens dat mensen steeds vaker steeds meer schulden hebben: rond de 40% van de Nederlanders heeft een lening (en dan heb ik het niet over hypotheken) of staat vrijwel voortdurend rood bij de bank.

En dat vinden ze vaak ook nog eens helemaal niet erg.

Dat zijn niet alleen mensen met een lager inkomen, maar ook mensen die (heel) veel verdienen.

Dat komt vooral door gebrekkig financieel beheer.

Ik vind dat verontrustende cijfers.

Natuurlijk moet geld rollen, maar niet ál het geld.

Er moet ook wat geld overblijven om te sparen, voor een financiële buffer of een appeltje voor de dorst, zodat je niet bij iedere tegenvaller onmiddellijk al je spullen op eBay hoeft te zetten.

Niet omdat ik denk dat geld gelukkig maakt, maar omdat te weinig geld ongelukkig maakt: geld is de blom, wie het niet heeft zucht er om.

Nog los van het feit dat ik, zeker als minister van Financiën ook wat verder moet kijken dan het persoonlijke leed: mensen met financiële problemen kosten de samenleving geld.

Aan uitkeringen, schuldsanering en sociale of andere hulpverlening. Daarom vind ik het ook zo belangrijk dat we goed uitzoeken hoe het nu zit met de woekerpolissen en beleggingshypotheken.

Het onderzoek laat zien dat goed financieel beheer en sparen samenhangt met financiële kennis, opleiding en het al of niet hebben van een vooruitziende blik.

Want de praktijk laat zien dat veel mensen eigenlijk heel irrationeel met hun geld omgaan; ze besteden meer tijd aan het uitzoeken van een nieuwe keuken dan aan het uitzoeken van een hypotheek, ze kopen voor honderden euro's aan oranjespullen maar laden hun auto vol met Aldi-eten als ze op vakantie gaan.

Henriëtte Prast zei laatst: "Jaloezie, verliefdheid, vertrouwen, zelfbeheersing, maar ook het weer blijken grote invloed te hebben op de manier waarop wij met geld omgaan."

Dat geldt overigens niet alleen voor het omgaan met geld.

Bert Wagendorp schreef afgelopen zaterdag in zijn Volkskrantcolumn over het Ierse `Nee' tegen het Europese Verdrag: "De Ieren waren kwaad over de gestegen voedselprijzen, de dure huizen, de uitschakeling voor het EK, het slechte weer in Ierland (altijd regen), de Poolse invasie, de files, de inflatie, hun politici, de zoveelste nederlaag bij het Songfestival terwijl ze vroeger altijd wonnen, de benzineprijzen, het rookverbod in de pub, de matige laatste cd van U2 en het feit dat ze weer moesten opdraven voor een saai referendum over iets onbegrijpelijks."

Inderdaad: emotie is een belangrijke factor bij het nemen van beslissingen, zeker ook financiële.

Maar het onderzoek laat gelukkig ook zien dat financieel beheer te leren is.

Dat vraagt wel om motivatie van de consument: geldzaken goed organiseren, tijd maken om je te verdiepen in financiële producten, geen impulsaankopen doen, rekeningen op tijd betalen en liever sparen dan lenen.

Kortom: een zelfbewuste consument.

Maar wat zeker net zo belangrijk is, is de beschikbaarheid van goede, begrijpelijke financiële informatie, afgestemd op de kennis, motivatie en mogelijkheden van de consument.

Daar ontbreekt het volgens de deelnemers aan het onderzoek vaak aan. Bijna de helft van de ondervraagden vindt zelf ook dat ze te weinig weten over financië le producten zoals spaar- of pensioenregelingen.

Niet omdat er niet genoeg informatie is, maar omdat ze die vaak te moeilijk of te onduidelijk vinden en ook weinig vertrouwen hebben in financiële adviseurs.

Dat moet en kan anders en daar hebben we CentiQ voor.

Want dat is wat de bijna veertig partners van CentiQ, wat wij allemaal, met elkaar gemeen hebben: onze behoefte aan een goed geïnformeerde, zelfbewuste consument die zijn of haar financiën goed op orde heeft.

Daarom streven wij er samen naar om de consument wijzer te maken in geldzaken.

Ik zie dit onderzoek als nulmeting én als basis voor een actiepuntenlijst: dit is waar we staan, dit zijn de sterke en zwakke punten in het financiële inzicht en gedrag van consumenten, en nu moeten we aan de slag om te zorgen dat dat anders en beter wordt.

Aan de hand van die nulmeting kan over enkele jaren gekeken worden of het financieel inzicht van consumenten is toegenomen.

Maar al eerder, in 2009, evalueren we de organisatie van CentiQ en de effectiviteit van de CentiQ-activiteiten.

Maar wat gaan we nu allemaal doen om de financiële kracht van consumenten te verbeteren?

Ik heb een tijdje geleden gezegd dat het moeilijke van de activiteiten van CentiQ is dat we niet weten of ze werken, maar dat we dat alleen maar te weten kunnen komen door het te proberen.

En dat blijven we doen.

Hoe?

Vooral door educatie en door handige tools om consumenten te helpen met hun financiële zaken.

We proberen ons meer te richten op de regels van het verkeer, dan op het vertellen wat onder de motorkap zit.

Voor dat laatste is ook al eens gewaarschuwd, onder andere door Henriëtte Prast.

De voorlichting laten we voornamelijk aan individuele partners over, zoals het ministerie van Sociale Zaken met `Blijf Positief'.

Wat gaat CentiQ in ieder geval doen?

We geven extra geld aan het Nibud voor oude, maar vooral nieuwe activiteiten, zoals een helpdesk voor risicogroepen, een buffertool en een risicometer voor schulden.

Verder gaan we het financiële bewustzijn van consumenten aanpakken via hun werkplek, met een pensioenplanner en de nieuwe website die ik straks zal openen.

Aan jongeren wordt extra aandacht besteed, onder andere via het onderwijs.

Niet met een van boven opgelegd nieuw lespakket - dat zou mijn partijgenoot Dijsselbloem natuurlijk nooit goedvinden - maar ingebed in bestaande vakken.

Die extra aandacht is belangrijk omdat uit het onderzoek blijkt dat jong geleerd, oud gedaan is.

Kinderen, jongeren die al vroeg leren omgaan met geld omdat ze zakgeld en/of kleedgeld krijgen of een bijbaantje hebben, gaan later verstandiger met geld om.

Dat is natuurlijk ook iets wat ouders in hun oren moeten knopen!

Ik zei het al: of het echt zal werken weten we niet zeker.

Maar in een paar andere landen, zoals de Engeland en Schotland, de VS, Australië en Nieuw-Zeeland hebben dit soort educatieprojecten aantoonbaar effect.

Educatie op de werkvloer vindt bijvoorbeeld plaats door een uurtje uitleg aan nieuwe werknemers over pensioen en verzekeringen.

Daardoor neemt die werknemer andere, betere beslissingen dan zonder dat praatje.

Deze landen steken ook veel geld en energie in financiële educatie in het onderwijs, binnen bestaande vakken.

Hoe?

Door de jongeren bepaalde skills te leren om beter te rekenen, beter toekomstgericht te denken en zo betere financiële keuzes te maken.

Maar dat is niet alles.

Het is niet genoeg om mensen te leren om betere financiële beslissingen te nemen, als ze nog steeds, of zelfs steeds meer, worden afgeschrikt door ondoorzichtige, onbegrijpelijke en soms zelfs onbetrouwbare financiële producten.

Door de negatieve berichten over woekerpolissen, aandelenlease en beleggingshypotheken raken mensen hun vertrouwen kwijt in adviseurs én aanbieders.

Daar komt bij dat er steeds meer, steeds meer verschillende producten op de markt komen, die het maken van een goede, verstandige keuze steeds complexer maken.

Daarom ben ik blij dat ook aanbieders van deze producten partners zijn binnen CentiQ.

U hebt niet stilgezeten. Door financiële bijsluiters en informatievoorziening wordt er door u hard gewerkt aan het begrijpelijker en transparanter maken van uw producten.

Maar consumenten hebben natuurlijk ook een eigen verantwoordelijkheid.

De verantwoordelijkheid om zich goed te informeren, en goed na te denken over eigen mogelijkheden en behoeften.

Ook daar hebben we een spreekwoord voor: de kost gaat voor de baat uit.

Maar zo'n goedgeïnformeerde, zelfbewuste consument is ook goed voor de markt, want daar gaat het niet alleen om aanbod maar ook om de vraag.

Consumenten die weten wat ze willen zullen denk ik, hoop ik, een goed invloed hebben op het aanbod van financiële producten.

Docters van Leeuwen zei ooit: "Tegen domheid doet een toezichthouder niets."

CentiQ gelukkig wel!

CentiQ is opgericht om het financiële bewustzijn van consumenten te vergroten.

Niet door mensen dingen te verbieden of bij elke financiële stap bij de hand te nemen, maar door goede, toegankelijke informatie en hulp op maat.

De brede samenstelling van CentiQ laat zien dat u allemaal vindt dat dat niet alleen, of zelfs juist niet, een taak van de overheid is.

Het is een taak van ons allemaal samen, ieder vanuit onze eigen expertise.

Ik ben blij dat CentiQ zoveel denk- en slagkracht heeft weten te bundelen!

Wat we willen bereiken zullen we niet van vandaag op morgen voor elkaar krijgen, maar zoals zijn Zwitserse huurlingen bij de belegering van Milaan in 1521 tegen Frans de Eerste zeiden: "Geen geld, geen Zwitsers!"


* Laatst aangepast: 19-06-2008