Ministerie van Economische Zaken


Ministerie van Economische Zaken

Datum: 18-6-2008


Energierapport 2008: energievoorziening moet schoner, slimmer en gevarieerder


Dit is een gezamenlijk persbericht van de ministeries van Economische Zaken, van Buitenlandse Zaken en van VROM


Er is een fundamentele verandering van onze energievoorziening nodig om
het hoofd te bieden aan de stijgende energievraag en de stijgende
CO2-uitstoot die op hun beurt leiden tot stijgende energieprijzen. De
energievoorziening moet schoner, slimmer en gevarieerder. De transitie biedt
grote kansen voor Nederland en het Nederlandse bedrijfsleven. Het kabinet
investeert in de jaren 2008 tot en met 2011 bijna 7,5 miljard euro in de
energievoorziening, intensiveert het internationale energiebeleid en past de
wet- en regelgeving aan om de werking van de energiemarkten en het
investeringsklimaat te verbeteren. Samen met marktpartijen gaat het kabinet
Nederland als gasrotonde uitbouwen, de Noordzee ontwikkelen als duurzame
energiebron en zorgen voor een slimme en flexibele energie-infrastructuur.
Dat is de kern van het Energierapport 2008 dat minister Van der Hoeven van
Economische Zaken, minister Verhagen van Buitenlandse Zaken en minister
Cramer van Ruimte en Milieu aan de Tweede Kamer hebben aangeboden.


De transitie naar een duurzame energiehuishouding moet in samenwerking
tussen bedrijven, burgers, kennisinstellingen, belangenorganisaties en
overheden worden gerealiseerd. Het kabinet zorgt daarbij voor een set
toekomstvaste randvoorwaarden en regisseert en stimuleert om het evenwicht
tussen de publieke belangen betrouwbaar, schoon en betaalbaar te bewaren. Er
moeten keuzes worden gemaakt voor de lange termijn, zonder de effecten op de
korte termijn uit het oog te verliezen. Een te sterke focus op een schone
energievoorziening kan de betrouwbaarheid in gevaar brengen. Marktpartijen
investeren in energie en zorgen uiteindelijk voor de energiemix waar de
afnemer om vraagt. Het kabinet sluit op voorhand geen enkele energieoptie
uit. Energiebesparing en duurzame energie worden door het kabinet krachtig
gestimuleerd, omdat ze zowel bijdragen aan een schone als aan een
betrouwbare energievoorziening. De FES-wet (FES staat voor Fonds Economische
Structuur-versterking) zal zodanig worden aangepast dat investeringen in
verduurzaming van de energiehuishouding uit de gasbaten mogelijk worden.


Het kabinet werkt met marktpartijen aan de uitbouw van Nederland als
gasrotonde. Er wordt een aantal maatregelen genomen om de werking van de
Nederlandse gasmarkt te verbeteren en samen met buurlanden wordt gewerkt aan
het wegnemen van belemmeringen in grensoverschrijdende gashandel. Nog
dit jaar wordt een overlegplatform opgericht om voorstellen voor verdere
uitbouw van de gasrotonde te ontwikkelen. Via relevante ambassades worden
buitenlandse investeerders voorzien van informatie over
investeringsmogelijkheden in de Nederlandse gasrotonde. Samen met betrokken
partijen bezint het kabinet zich op de toekomst van het gasgebouw; het
publiek/private samen-werkings--verband waarin de Staat samen met Shell en
ExxonMobil werkt aan de winning en afzet van het gas uit het
Groningenveld.


In het internationale energiebeleid staat versterking van de economische
relaties tussen energieproducerende en energieconsumerende landen centraal.
Het kabinet kiest voor een én-én benadering: in EU-verband pleit het kabinet
voor een stevig en eenduidig intern en extern energiebeleid. Tegelijkertijd
gaat het kabinet strategische allianties aan met landen die gelijksoortige
energiebelangen hebben en investeert de komende jaren in het bijzonder in de
relatie met de energieproducerende landen Rusland, Kazachstan, Algerije en
Saoedi-Arabië. Nederland zet in EU- en IEA-verband actief in op de
ontwikkeling van een gezamenlijk gascrisisbeleid, waarbij de nadruk ligt op
het ontwikkelen van vraagbeperkende maatregelen.


Er wordt gewerkt aan een Ruimtelijk Perspectief Noordzee om helderheid te
bieden over de ontwikkelruimte voor de verschillende gebruiksfuncties van de
Noordzee, inclusief energiefuncties zoals windenergie, winning van gas en
olie en opslag van gas en CO2. Een forse uitbreiding van wind op zee (naar
6000 Megawatt in 2020) en stimulering van winning van olie en gas uit kleine
velden zijn de eerste stappen naar het gebruik van de Noordzee als duurzame
energiebron. Maar er zijn ook andere mogelijkheden, zoals getijde- en
golfslagenergie, osmose-energie (uit potentiaalverschil tussen zout en zoet
water) en algenkweek voor biobrandstoffen. Het kabinet gaat samen met
marktpartijen en kennisinstellingen de verschillende mogelijkheden verkennen
en uitwerken en zorgt voor een duidelijk toekomstperspectief. Daarbij
wordt ook de mogelijkheid van een multifunctioneel energie-eiland, inclusief
grootschalige elektriciteitsopslag, op de Noordzee betrokken.


Om de energie van de bron naar de klant te krijgen is een goede
energie-infrastructuur essentieel. De onafhankelijke netwerkbedrijven
blijven in publieke handen en gaan een belangrijke rol spelen bij het
mogelijk maken van de energietransitie. Het reguleringskader voor de netten
wordt op een aantal punten aangepast om ervoor te zorgen dat de toename van
duurzame energiebronnen en elektriciteitsproductie bij afnemers zonder
vertraging of hoge kosten kan worden ingepast. Het kabinet werkt aan
stimuleringsmaatregelen voor netwerkinnovatie en richt in 2008 een taskforce
slimme netwerken op die als opdracht krijgt een actieprogramma te maken voor
de ontwikkeling van slimme netten in Nederland. Die zijn nodig om
elektriciteit effectiever, rendabeler, veiliger en duurzamer te
distribueren.


Om geen enkele energie-optie uit te sluiten stimuleert het kabinet de
ontwikkeling van CO2-afvang en -opslag krachtig. Aardgas blijft ook de
komende decennia een belangrijke rol spelen in de elektriciteitsopwekking.
Voor potentiële investeerders in kolencentrales is Nederland een
aantrekkelijk land vanwege de kustlocaties. Kernenergie is momenteel goed
voor 4 procent van de elektriciteitsproductie in Nederland. Als gevolg van
het klimaatprobleem en het schaarsteprobleem wordt wereldwijd steeds meer
geïnvesteerd in de bouw van nieuwe kerncentrales. Mede tegen deze
achtergrond heeft het kabinet aangegeven dat het denken over kernenergie in
de toekomstige brandstofmix niet stil mag staan, ook al is besloten dat in
deze kabinetsperiode geen nieuwe kerncentrale wordt gebouwd. In het
energierapport schetst het kabinet een aantal mogelijke toekomstscenario's
en neemt het kabinet een reeks no-regretmaatregelen om toekomstige
besluitvorming niet te bemoeilijken. De komende periode worden de scenario's
verder uitgewerkt, zodat een volgend kabinet een verantwoord besluit kan
nemen over de toekomstige inzet van kernenergie in Nederland.


Het volledige Energierapport 2008 is te vinden op http://www.ez.nl/