College bouw ziekenhuisvoorzieningen


Gesloten jeugdzorg: ruimtebehoefte en financieel kader

Op 1 januari 2008 is de Wet op de jeugdzorg (Wjz) aangepast om gesloten jeugdzorg mogelijk te maken. Met ingang van 2010 moet voldoende capaciteit (circa 1400 plaatsen) beschikbaar zijn voor deze nieuwe vorm van jeugdzorg. Het Bouwcollege heeft op 19 mei het ruimtelijk en financieel referentiekader 'Huisvesting voor gesloten jeugdzorg' vastgesteld.

Waarom gesloten jeugdzorg?
Sommige jongeren hebben dusdanig ernstige gedragsproblemen dat zij niet (meer) in de reguliere jeugdzorg terecht kunnen. Lange tijd werd deze groep op civielrechtelijke basis in een JJI geplaatst, samen met strafrechtelijk veroordeelde jongeren. Deze situatie leidde alom tot veel onvrede, mede omdat het verblijf te lang duurt en vaak alleen opvang en niet zozeer interventie en behandeling kan worden geboden. Daarom heeft de overheid besloten om voor de opvang van deze jongeren nieuw zorgaanbod te creëren in de vorm van gesloten jeugdzorg, met gedwongen opneming, gesloten verblijf en toepassing van vrijheidsbeperkende maatregelen tijdens het verblijf; dit alles echter zo kort mogelijk, zo intensief als nodig en altijd als onderdeel van een traject. Dat gebeurt door overheveling van acht justitiële jeugdinrichtingen (JJI's) van het ministerie van Justitie naar het programmaministerie Jeugd en Gezin en door ontwikkeling van nieuwe initiatieven. De jeugdzorg beschikt dan over een volledig, samenhangend aanbod aan zorg, van ambulante hulpverlening tot en met gesloten jeugdzorg.

Ruimtebehoefte en investeringskosten
Om zich een oordeel te kunnen vormen over de ruimte- en investeringsbehoefte heeft minister Rouvoet het Bouwcollege verzocht een referentiekader voor de huisvesting van gesloten jeugdzorg te ontwikkelen. Een klankbordgroep, met vertegenwoordigers uit de sector, heeft de totstandkoming van het referentiekader begeleid. Als basis voor het referentiekader heeft het Bouwcollege gebruik gemaakt van gegevens van voorzieningen voor AWBZ-doelgroepen met min of meer vergelijkbare problematiek, in het bijzonder (gesloten) voorzieningen voor orthopsychiatrie. De beschreven bouwkundig-functionele uitgangspunten zijn geen (kwaliteits)eisen waaraan de beoogde voorzieningen per se moeten voldoen. Ze zijn primair geformuleerd om het kader voor de investeringskosten voor bouw te kunnen bepalen. Dit neemt niet weg dat ze voor instellingen een belangrijke inspiratiebron kunnen zijn bij de ontwikkeling van bouwprojecten. Om die reden zijn ook een aantal praktijkvoorbeelden opgenomen, inclusief enkele van buiten de gesloten jeugdzorg.

De ruimtebehoefte en investeringskosten voor gesloten jeugdzorgvoorzieningen zijn berekend voor drie capaciteiten (24, 64 en 96 plaatsen) en komen gemiddeld uit op 97 m2 respectievelijk ¤ 230.000 per plaats (inclusief grondkosten). De maximale investeringskosten per m2 gebouw bedragen ¤ 2.090 (exclusief grondkosten, onderwijsfaciliteiten en eventuele afzonderings- en/of separeervoorzieningen).