Vrije Universiteit Amsterdam
Klassieke waarden domineren besluitvormingsprocessen
Nog steeds veel verschillen tussen moraal overheid en bedrijfsleven
Er bestaan nog steeds grote morele verschillen tussen markt en staat: wat voor de een een deugd kan zijn is voor de ander een zonde blijkt uit onderzoek van Zeger van der Wal die op 19 juni aan de Vrije Universiteit promoveert. Denk bijvoorbeeld aan de steeds weer oplaaiende discussie over topsalarissen in de semi-publieke sector, waar volgens velen onterecht de moraal van de markt in het publieke domein wordt toegepast. De Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) constateerde dat het kabinet er daarom verstandig aan doet voorzichtig te zijn met het uitbesteden van collectieve taken en diensten aan de markt.
Na onderzoek onder topmanagers van overheidsorganisaties, bedrijven en semi-publieke organisaties in Nederland concludeert Van der Wal dat klassieke waardepatronen de besluitvorming in de diverse sectoren domineren. In het bedrijfsleven zijn vooral winst, innovatie en eerlijkheid van belang; in overheidsland zijn dat rechtmatigheid, onkreukbaarheid en onpartijdigheid. In semi-overheden is een mix te zien van publieke en private waardeoriëntatie. Ook vorige week nog werd in een rapportage van de WRR een spanning beschreven tussen het lange termijn onderhoud van publieke voorzieningen en de korte termijn belangen van investeerders die deze voorzieningen steeds vaker in handen hebben.
Waardevastheid lijkt dan ook de meest adequate beschrijving van de stand van zaken in het Nederlandse openbaar bestuur en bedrijfsleven. De resultaten van interviews met topmanagers van ministeries, multinationals, maar ook een universiteit en een ziekenhuis, zijn een bevestiging van de inmiddels beroemde uitspraak van vice-voorzitter van de Raad van State Tjeenk Willink dat het begrippenapparaat van het bedrijfsleven niet geschikt is om de vervulling van overheidstaken te definiëren, noch om de kwaliteit ervan te meten. Dit betekent volgens deze topmanagers overigens niet dat het bedrijfsleven en de overheid niet van elkaar zouden kunnen leren, zolang men maar blijft beseffen dat ze in de kern fundamenteel van elkaar verschillen.