Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

2008 >
, Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Directie
Communicatie 18 juni 2008 Nr. 08/-65

Bedrijven worden aansprakelijk bij werken met niet-gecertificeerde
uitzendbureaus

Bedrijven die werknemers inhuren via niet-gecertificeerde
uitzendbureaus zullen aansprakelijk worden gesteld voor het betalen van het loon (niveau wettelijk minimumloon). Minister Donner van
Sociale Zaken en Werkgelegenheid schrijft dit mede namens
staatssecretaris De Jager van Financiën in een brief over de
ontwikkelingen in de uitzendbranche aan de Tweede Kamer. Minister
Donner zal hiervoor de wet aanpassen. De bewindspersonen reageren
hiermee op voorstellen van de Algemene Bond van Uitzendbureaus (ABU) om niet-bonafide uitzendbureaus aan te pakken.

De ABU richt met haar voorstellen de pijlen vooral op de bedrijven die via uitzendbureaus mensen inhuren (inleners) en daarbij bewust zaken doen met niet-geregistreerde of niet -gecertificeerde bureaus. In de brief noemt minister Donner de voorstellen van de uitzendbranche de moeite waard. Minister Donner steunt het voorstel van de ABU voor een verbetering van de registratie voor uitzendbureaus. Registratie en een toegankelijk register leiden tot meer transparantie waardoor de
zelfregulering door de branche beter werkt. Het kabinet stelt voor de verbeterde registratie onder te brengen bij de Kamers van Koophandel.

Geregistreerde uitzendbureaus kunnen vrijwillig een certificaat
aanvragen (NEN 4400-1). Deze norm stelt eisen aan de naleving van
essentiële wet- en regelgeving. Zo'n certificaat bestaat sinds mei
2006 en geeft aan dat het uitzendbureau zich onderwerpt aan een
systeem van periodieke keuring. De Stichting Normering Arbeid (SNA) kan gegevens van geregistreerde bedrijven die geen certificaat
aanvragen of behalen, doorgeven aan de Belastingdienst en de
Arbeidsinspectie. Die kunnen dan verdere stappen ondernemen zoals
gerichte controles.

Nieuw is dat er een wetsvoorstel komt dat de uitzendkracht de
mogelijkheid geeft om bedrijven die in zee gaan met
niet-gecertificeerde uitzendbureaus aansprakelijk te stellen voor
betaling van het loon (wettelijk minimumloon niveau). Nu is alleen het uitzendbureau aansprakelijk voor betaling van het loon.

De Belastingdienst kan inleners al aansprakelijk stellen voor niet
betaalde loonheffing en omzetbelasting. In 2007 heeft de
Belastingdienst in het kader van een landelijke actie 1000 inleners aansprakelijk gesteld die gebruik hebben gemaakt van 124
uitzendbureaus die failliet zijn gegaan. Het gaat om een totaalbedrag van 25 miljoen euro.

Het aantal gecertificeerde uitzendbureaus is fors gegroeid: van 1023 uitzendbureaus in 2007 naar 1503 maart 2008. Van de 712 ondernemingen die zich in de periode 1 april 2007 tot 1 maart 2008 hebben aangemeld voor een certificaat, heeft 64 procent het certificaat gekregen. Het certificaat is overigens geen garantie voor naleving van de wet. Uit onderzoek van de Arbeidsinspectie blijkt dat 11 procent van de
gecertificeerde bureaus de Wet arbeidsvreemdelingen en/of de Wet op het minimumloon overtreedt. Bij de gecontroleerde niet-gecertificeerde bureaus doet 16 procent dit. Inmiddels hebben 83 ondernemingen hun
certificaat verloren.

Ondanks de groei van gecertificeerde bureaus, is het aantal
niet-bonafide bureaus nog steeds groot. De ABU schat dat er momenteel 6000 van die uitzendbureaus zijn (in 2004 nog ruim 5000). De
Vereniging Internationale Arbeidsbemiddeling (VIA) komt op 1500.