ChristenUnie


spoeddebat Wachtlijsten jeugdzorg

spoeddebat Wachtlijsten jeugdzorg

woensdag 18 juni 2008 00:00

De heer Voordewind (ChristenUnie):

Voorzitter. Ik zal mijn bijdrage beperken tot een korte verklaring. Die houdt in dat ik mijn afkeer wil uitspreken over de aanvrage van dit spoeddebat door GroenLinks. Die fractie speelt door dit debat nu te houden, zonder dat de Kamer kan beschikken over de recente cijfers van de wachtlijsten, politieke spelletjes over de ruggen van kinderen die onze steun hard nodig hebben.

Ook de ChristenUnie is bezorgd over het feit dat kinderen nog steeds langer dan negen weken moeten wachten op bijstand van de jeugdzorg. Elk kind of elke ouder op die wachtlijst is er een te veel, daarover zijn wij het eens. Maar nu een debat voeren zonder de cijfers te kennen en alleen op grond van cijfers uit de krant speculeren over de toename of afname van de wachtlijsten lijkt onze fractie zeer ongepast. Daarom volsta ik zonder inhoudelijke vragen aan de minister en wacht ik het debat over anderhalve week af.

Mevrouw Koser Kaya (D66): Dit past een woordvoerder van de ChristenUnie niet. Ik vind dat u niet op deze manier met een collega kunt omgaan die een debat heeft aangevraagd. Bovenden, u hebt toch geen cijfers nodig om de problemen te zien? U hebt toch geen cijfers nodig om die kinderen nu te gaan helpen? Hoe lang moeten die kinderen dan nog wachten?

De heer Voordewind (ChristenUnie):

Wij hebben twee dagen geleden informeel berichten van het IPO gehoord over eventuele cijfers. De definitieve cijfers hebben wij niet. Het IPO heeft gezegd dat er sprake zou zijn van een lichte afname van een paar honderd wachtenden. Wij gaan nu speculeren, wij gaan een debat voeren en de druk opvoeren op de minister, terwijl hij nog zijn best doet om de cijfers voor volgende week voor elkaar te krijgen. Op grond van die cijfers, inclusief een plan van aanpak dat de minister daarbij zal leveren, moeten wij het debat voeren. Daarover zijn wij het eens. Maar nu een spoeddebat aanvragen en mogelijk een parlementair onderzoek lijkt mij zeer ongepast.

Mevrouw Koser Kaya (D66): Ik voer hier geen cijfertjesdebat. Ik voer hier een debat over jongeren die wachten op zorg. Ik zou het waarderen als de woordvoerder van de ChristenUnie erkent dat er een groot probleem is en niet eerst die cijfertjes wil hebben voordat wij dit kunnen oplossen.

Wij moeten nu aan het werk, want het duurt al anderhalf jaar.

De heer Voordewind (ChristenUnie):

Ik ga ervan uit dat mevrouw Koser Kayadit debat uitgebreid wil voeren. Afgaande op haar woorden neem ik aan dat zij dit een heel belangrijk onderwerp vindt. Dat weet ik ook van vorige bijdragen van haar. Deze kwestie verdient dus een uitgebreid debat en dat staat over anderhalve week gepland. Dan hebben wij de brief. Dan kunnen wij daar uitgebreid over spreken, maar in een drieminutendebatje nu levert dat niets op, want de cijfers hebben wij ook nog niet. Dit is dus een overbodig debat.

Mevrouw Dezentjé Hamming-Bluemink (VVD):

Voorzitter. Ik vind de verklaring van de heer Voordewind absoluut verachtelijk. Wij hebben hier een politiek debat te voeren, maar de heer Voordewind weigert daaraan mee te doen. Zo ken ik de ChristenUnie eigenlijk ook, want ik hoorde zojuist senator Schuurman op de radio. Hij zei dat wij het lijden niet moeten overdrijven. Als dat het standpunt van de ChristenUnie is, kan ik begrijpen waarom de heer Voordewind het daar nu niet over wil hebben. Hij schuift de problemen voor zich uit. Ik vind dat echt verachtelijk.

Welke boodschap heeft de heer Voordewind aan de ouders en kinderen die nu in de problemen zitten?

De heer Voordewind (ChristenUnie):

Wij zouden nu een debat voeren over de palliatieve zorg, over stervensbegeleiding en over pijnbestrijding bij mensen die aan het einde van hun leven staan of geen uitzicht meer hebben. Dat debat is doorgeschoven, omdat wij nu een debat voeren over de wachtlijsten over de jeugdzorg, terwijl dat debat over anderhalve week stond gepland. Er was ook ruim de tijd om het debat binnen de commissie te voeren. Als uit de cijfers blijkt dat sprake is van een toename van de wachtlijsten, moeten wij daar uitgereid over spreken. Ik ben de eerste om mijn eigen minister daarop te bevragen. Dat heb ik in een eerdere bijdrage ook gedaan. Mevrouw Dezentjé moet mij dan niet verwijten dat ik het lijden van mensen die op de wachtlijsten staan niet serieus neem.

Mevrouw Dezentjé Hamming-Bluemink (VVD):

Ik vind het te bizar voor woorden dat een Kamerlid andere Kamerleden kapittelt en betuttelt, in de zin dat zij geen spoeddebat mogen aanvragen. Dat is ons volste recht. Wij zien die urgentie wel, maar de heer Voordewind niet. Zijn boodschap is duidelijk.

De heer Voordewind (ChristenUnie):

Iedereen mag een spoeddebat aanvragen, maar in mijn bijdrage heb ik verklaard dat dit spoeddebat overbodig is, omdat je dat alleen maar kunt voeren als je ook de feiten in handen hebt en niet alleen suggestieve krantenberichten.