Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit

Uitkomst diverse onderzoeken; aalbeheerplan


18 juni 2008 - kamerstuk

Kamerbrief over illegale vangsten van trekvissen in de Rijn

Directie Visserij

De Voorzitter van de Tweede Kamer

der Staten-Generaal


Postbus 20018

2500 EA 's-GRAVENHAGE

uw brief van uw kenmerk ons kenmerk datum

Viss. 2008/2435 18 juni 2008

onderwerp bijlagen

Uitkomst diverse onderzoeken; aalbeheerplan
Geachte Voorzitter,

Mijn voorganger heeft uw Kamer toegezegd haar te informeren over de uitkomsten van een onderzoek naar illegale vangst van zalm, zeeforel en andere trekvissen in het Nederlandse rivierengebied door de beroeps- en sportvisserij (Tweede Kamer, vergader- jaar 2005­2006, 30 300 XIV, nr. 14). Tevens heeft hij uw Kamer toegezegd een onderzoek naar de impact van de aalscholvers op de visstand in het IJsselmeer uit te voeren (Tweede Kamer, vergaderjaar 2004-2005, 29664 en 29675, nr. 5). In deze brief ga ik kort in op de belangrijkste conclusies van beide onderzoeken. Ook meld ik u de stand van zaken met betrekking tot het aalherstelplan.

Zalmonderzoek
In het onderzoek zijn de bijvangsten van zalm en zeeforel in de Nederlandse visserij geïnventariseerd. Vervolgens zijn de bijvangsten afgezet tegen populatieschattingen en andere factoren die mogelijk een negatieve invloed hebben op het herstel van de zalm- populatie in de Rijn. De onderzoekers geven aan dat het herstel van de zalmpopulatie in het Rijn-stroomgebied afhankelijk is van een samenspel van factoren. Dit bemoeilijkt een goede interpretatie van de resultaten. Zo is er weinig bekend van de gevolgen van

klimaatverandering (hogere watertemperaturen), ziektes en scheepvaart op migrerende zalmen. Ook blijkt uit het onderzoek dat er grote verliezen optreden in de tijd die de zalm doorbrengt in de oceaan. Het is echter niet duidelijk waar deze verliezen aan zijn toe te schrijven. Bij de terugkeer van de volwassen zalmen van de oceaan naar de paaigebieden in het zoete water lijkt zowel de sport- als de beroepsvisserij een factor van belang te zijn.

Aanpak om de zalmstand te herstellen

De vangst van zalm en zeeforel is in Nederland bij wet verboden. Ook geldt er een verplichting eventueel bijgevangen zalm direct terug te zetten. Ik zet mij in voor een goede naleving van deze regelgeving. Uit het onderzoek blijkt dat de terugzetverplichting, en in algemene zin de beschermde status van bepaalde vissoorten, nog onvoldoende bekend is bij bepaalde geledingen van de sport- en beroepsvisserij. Ik zal in overleg treden met de verantwoordelijke organisaties om te bezien of zij hun leden actief kunnen voorlichten.

Datum Kenmerk Paraaf: Vervolgblad
18 juni 2008 Viss. 2008/2435 2

Naast voorlichting is handhaving van belang. Ook nu al nu wordt de terugzetverplichting meegenomen bij de reguliere visserijcontroles. Maar ik zal aan de handhavende instanties vragen om in de trekperiode van de zalm gericht op de terugzetverplichting te controleren. Daarbij zal ik, waar mogelijk, de samenwerking opzoeken tussen mijn eigen inspectiedienst (AID) met andere handhavende instanties, zoals Rijkswaterstaat. Tevens zal ik onderzoek doen naar de mogelijkheid om rond belangrijke zoet-zout overgangen in ons land visserijvrije zones in te stellen. Ik verwacht daarnaast dat een aantal van de in het rapport beschreven oorzaken van sterfte van zalm op termijn zullen verbeteren, zodra de Kaderrichtlijn Water en Europese Aalverordening verder uitgewerkt zullen zijn.

Aalscholver onderzoek
Het IJsselmeergebied is een belangrijk broed- en foerageergebied voor aalscholvers in Nederland en in Europa. De gewenste populatieomvang is vastgelegd in de Natura 2000- instandhoudingdoelstellingen. Gezien de landelijk gunstige staat van instandhouding is het beleid erop gericht de omvang van de huidige aalscholverpopulatie te behouden. Deze omvang komt overeen met de natuurlijke draagkracht van het ecosysteem. Echter, de beroepsvissers op het IJsselmeer zijn van mening dat de aalscholver in belangrijke mate verantwoordelijk is voor de achteruitgang van de visbestanden. Uit het onderzoek blijkt dat vooral in de winter, als veel vissen zich concentreren in de diepere delen van het IJsselmeer, zij kwetsbaar zijn voor de in groepen foeragerende aalscholvers. Het dieet van de aalscholver bestaat grotendeels uit commercieel minder belangrijke vissoorten. Desondanks laten de berekeningen van de onderzoekers zien dat de consumptie van snoekbaars door aalscholvers een vergelijkbare omvang heeft als de jaarlijkse onttrekking van snoekbaarzen door de beroepsvisserij. Het onderzoek sluit daarom niet uit dat de invloed van de aalscholver op de visstand groter is dan tot nu toe werd gedacht. Tegelijkertijd constateert men ook dat de technische mogelijkheden om de (lokale) omvang van de aalscholverpopulatie te beheersen zeer gering zijn, nog los van de juridische bezwaren. Ik zal eerst in overleg treden met alle betrokken partijen om te bezien of de bevindingen van deze studie aanleiding geeft tot nieuwe maatregelen. Ik heb Sportvisserij Nederland bereid gevonden dit overleg te organiseren. Afhankelijk van de uitkomsten van dit overleg zal ik op Europees niveau inventariseren of er draagvlak is voor communautair beheer van de aalscholverpopulatie.

Aalherstelplan
In oktober 2007 heb ik uw Kamer geïnformeerd over de twee sporen waarlangs ik werk om de Europese Aalverordening in te vullen (Tweede Kamer, vergaderjaar 2007­2008, 29 664 en 29 675, nr. 13). Het eerste spoor, onderzoek, is in volle gang. Er is informatie verzameld over de huidige toestand van het palingbestand, de palingvisserij visserij en andere menselijke invloeden op de palingstand. Ook zijn er suggesties gedaan voor mogelijke beheermaatregelen. Ik heb deze suggesties inmiddels voorgelegd aan een adviesgroep. Er blijken echter geen kant-en-klare methoden voor de bepaling van het Europese streefbeeld (op termijn moet 40% van de geslachtsrijpe paling weer kunnen terugkeren naar zee), de toetsing van de huidige toestand, en de te nemen maatregelen, beschikbaar te zijn. Daarom zal het onderzoek worden voortgezet. Ook zal ik deze zaken Europees agenderen, omdat ik een Europese aanpak, ook bij de uitvoering van het beleid van groot belang acht. Bij het opstellen van het aalbeheerplan zal ik zoveel mogelijk gebruik maken van de beschikbare kennis.

Datum Kenmerk Paraaf: Vervolgblad
18 juni 2008 Viss. 2008/2435 3

Naast wetenschappelijke kennis zal ik nadrukkelijk gebruikmaken van kennis uit de praktijk, bijvoorbeeld bij vissers en waterbeheerders. Ik verwacht uw Kamer dit najaar een beheerplan te kunnen voorleggen. Uiterlijk 31 december 2008 moet ik dit plan indienen bij de Europese Commissie.

Het tweede spoor betreft het opdoen van praktijkervaring bij beheermaatregelen. Ook dit spoor loopt inmiddels. Bij een aantal Visstandbeheercommissies zijn proefprojecten voor aalbeheer gestart of in ontwikkeling. Ook bij palingverwerkende bedrijven zijn enkele initiatieven in voorbereiding, welke erop gericht zijn de aalstand te verbeteren. De Rijksuniversiteit Leiden doet al enkele jaren onderzoek naar de kunstmatige voort- planting van paling. Ik zal proberen ook deze initiatieven te integreren in het herstelplan.

DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN
VOEDSELKWALITEIT,

G. Verburg


---- --