Fornix BioSciences N.V.

Lelystad, 18 juni 2008

Besluit college inzake oralgen graspollen

Biofarmaceutische onderneming Fornix
BioSciences N.V. (Euronext Amsterdam: AFORBI), maakt bekend dat het College ter Beoordeling van Geneesmiddelen (CBG) in de eerder dit jaar door Fornix gepubliceerde uitkomsten van de pan-Europese klinische Fase II/III studie naar de effectiviteit en veiligheid van het immunotherapeutische allergiemiddel Oralgen® Graspollen, geen aanleiding ziet om de eerdere afwijzing van de registratieaanvraag voor het middel te herzien. Fornix is teleurgesteld over deze beslissing, die naar haar mening niet in overeenstemming is met de resultaten van de studie. Het reeds vorig jaar ingestelde beroep bij de Rechtbank te Zwolle tegen de afwijzing zal worden doorgezet. Hangende het beroep blijft de voorlopige toelating van Oralgen® Graspollen gehandhaafd.

De uitkomsten van de pan-Europese Fase II/III studie naar de effectiviteit en veiligheid van Oralgen® Graspollen hebben het College niet kunnen overtuigen van de werkzaamheid van het product. Het College had geen bedenkingen ten aanzien van de veiligheid van Oralgen® Graspollen.

Zoals meegedeeld bij persbericht van 15 februari 2008 heeft de studie naar de mening van Fornix wel de effectiviteit en veiligheid van Oralgen® Graspollen aangetoond. Fornix zal met het College in overleg treden om haar interpretatie van de uitkomsten van de studie toe te lichten.

Op basis van de resultaten van het overleg met het College zal Fornix de verdere strategie ten aanzien van haar immunotherapeutische allergieproducten bepalen.

Procedure registratieaanvraag

In persberichten van 30 januari 2007, 12 februari 2007, 15 februari 2008 en 13 maart 2008 en het jaarverslag over 2007 heeft Fornix mededelingen gedaan over de pan-Europese klinische Fase II/III studie naar de effectiviteit en veiligheid van Oralgen® Graspollen. Tevens is daarin bericht over de registratieaanvraag van Oralgen® Graspollen bij het CBG.

Het CBG heeft in een eerder stadium de voorlopige
registratiestatus van Oralgen® Graspollen niet willen omzetten in een definitieve status. Het door de betreffende dochteronderneming van Fornix ingediende bezwaar daartegen werd vervolgens in februari 2007 ongegrond verklaard, tenzij de resultaten van de pan-Europese studie alsnog aanleiding zouden geven tot een positieve beslissing. Fornix is tegen deze afwijzing in beroep gegaan. De behandeling van het beroep werd opgeschort hangende de uitkomsten van de studie.

Inmiddels is duidelijk geworden dat het CBG geen aanleiding ziet om de eerdere afwijzing te herzien. Dit betekent dat het beroep zal worden voortgezet. Hangende het beroep zal de voorlopige registratiestatus van Oralgen® Graspollen gehandhaafd blijven.

Uitkomsten studie

Zoals gepubliceerd in het persbericht van 15 februari 2008 is Fornix van mening dat de pan-Europese Klinische Fase II/III studie - AB0602 - de effectiviteit en veiligheid van Oralgen® Graspollen aantoont. In het onderzoek, in 2006 en 2007 uitgevoerd bij 605 allergische patiënten, werden drie verschillende doseringsregimes geëvalueerd. De resultaten gaven aan dat de inzet van de hoogste van de drie onderzochte doses Oralgen® Graspollen al in het eerste jaar van behandeling kan leiden tot een aanzienlijke afname van allergische klachten, terwijl tegelijkertijd het gebruik van overige antiallergische medicatie sterk kan worden teruggebracht. De studie liet een duidelijke dosis afhankelijkheid zien, terwijl diverse parameters die indicatief zijn voor de ernst van de allergische klachten in de hoogste doseringsgroep significant afnamen ten opzichte van de placebogroep. In de twee lagere doseringsregimes werd in het eerste studiejaar niet aan deze statistische eis voldaan. Alle onderzochte doseringsregimes waren veilig en werden goed verdragen.




Fornix BioSciences N.V.