Gemeente Utrecht
beantwoording van SV 2008, nr. 58 inzake toepassing van snelrecht
2008 SCHRIFTELIJKE VRAGEN
58 Vragen van Y. Aydemir en de heer A. Essousi
(ingekomen 23 mei 2008
en antwoorden door het college verzonden op 17 juni 2008)
In Utrecht wordt snelrecht ingezet als middel om veelplegers van de straat te houden en om problemen in bijvoorbeeld de wijk Kanaleneiland onder controle te houden.
"Snelrecht" is een methode om minderjarige en meerderjarige verdachten die b.v. verdacht worden van het rijden onder invloed, winkeldiefstal, bezit van verdovende middelen, mishandeling of bedreiging, snel en efficiënt te straffen.
In praktijk horen wij echter dat er regelmatig een lange wachttijd zit tussen het moment van aanhouding en het moment van berechting. Soms wel twee maanden. Dit leidt de PvdA tot de volgende vragen aan het college:
1. Is het college er van op de hoogte dat er bij snelrechtprocedures in Utrecht soms veel tijd tussen het moment van aanhouding en het moment van berechting zit?
Ja. De burgemeester heeft dit onderwerp besproken binnen de lokale driehoek.Er is een onderscheid te maken tussen twee soorten snelrecht: supersnelrecht met een termijn van maximaal 14 dagen en snelrecht met een termijn van 40 dagen. De termijn voor super snelrecht wordt over het algemeen gehaald. Er wordt altijd naar gestreefd om de termijn van 40 dagen te halen, maar soms is dat niet mogelijk. Daar zijn verschillende oorzaken voor. Het heeft te maken met de capaciteit van de rechtbank, maar ook met de instroom van soorten zaken bij het OM. Door middel van een zittingsconvenant spreken OM en Rechtbank jaarlijks af hoeveel zittingen er van welke soort worden gehouden. Deze zittingen worden per half jaar ingepland. Mochten er zich op een bepaald moment meer voor snelrecht geschikte zaken aandienen dan er binnen 40 dagen aan snelrechtcapaciteit is, dan worden zaken op een volgende snelrechtzitting gepland.
2. Is het college het met de PvdA eens dat een dergelijke wachttijd te lang is om het snelrecht aan haar doelstellingen te laten voldoen?
Ja. Deze termijn is immers niet voor niets op 40 dagen gesteld. Er moet echter worden opgemerkt dat snelrecht beperkt bruikbaar is. Voor lik-op-stuk-beleid bij snel 'rond' te maken zaken is snelrecht een goed instrument, maar voor meer ingewikkelde zaken niet. Bijvoorbeeld: een slachtoffer moet altijd de kans krijgen om te inventariseren hoeveel schade er is geleden om zich goed te kunnen voegen in een rechtzaak. Daar is soms enige voorbereidingstijd voor nodig. Ook als er een (reclasserings)rapportage nodig is van een verdachte kost dat meer tijd. Dit lukt dan niet binnen de termijn die staat voor snelrecht. Om de zaken op een kwalitatief juiste manier af te doen, wordt er dan voor gekozen om de zaken iets later op zitting te zetten.
3. Is het college bereid hierover contact op te nemen binnen de driehoek en te pleiten voor een kortere wachttijd?
Ja. Zie het antwoord op vraag 1. Dit is besproken in de driehoek en zal binnenkort nogmaals worden besproken in de driehoek. Specifiek in het kader van het nog beter tegen kunnen gaan van geweld. Daarbij tekenen wij echter aan dat wij geen invloed hebben op de capaciteit van de rechtbank en de reclassering.
---- --