Ingezonden persbericht


Ministerie van Defensie

Postbus 20701 2500 ES Den Haag Telefoon (070) 318 81 88 Fax (070) 318 78 88

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Plein 2
2511 CR Den Haag
Datum 17 juni 2008
Ons kenmerk D/2008015566

Onderwerp Antwoorden op de vragen van de leden Van Bommel en Poppe over het aantal Nederlandse militairen in Uruzgan Hierbij bied ik u, mede namens de minister van Buitenlandse Zaken, de antwoorden aan op vragen van de leden Van Bommel en Poppe (beiden SP) over het aantal Nederlandse militairen in Uruzgan. (Ingezonden 22 mei 2008 met kenmerk 2070820840).

DE MINISTER VAN DEFENSIE

E. van Middelkoop

Ministerie van Defensie

Vragen van de leden Van Bommel en Poppe (beiden SP) aan de ministers van Defensie en van Buitenlandse Zaken over het aantal Nederlandse militairen in Uruzgan. (Ingezonden 22 mei 2008 met kenmerk 2070820840).


1
Is het waar dat de Nederlandse troepensterkte in Uruzgan groter is dan de door u officieel aan de Kamer gemelde 1655 militairen? Is het waar dat thans bijna tweeduizend mensen in Zuid-Afghanistan dan wel Uruzgan actief zijn? 1) Beschouwt u de 1655 militairen als een bovengrens of een ondergrens? Kunt u dat toelichten?

In de artikel 100-brief van 30 november 2007 (Kamerstuk 27 925, nr. 279) is herbevestigd dat Nederland structureel 1655 militairen bijdraagt aan ISAF, waarvan 1300 in Uruzgan. Op dit moment bedraagt de Nederlandse troepensterkte in Uruzgan 1361 militairen. Daarvan zijn 42 militairen voor een tijdelijke versterking als wachtdetachement in Uruzgan geplaatst. Zij komen per 1 september terug naar Nederland. In Kandahar zijn 300 Nederlandse militairen geplaatst op het regionale hoofdkwartier (Regional Command South) en bij de Air Task Force die werkt aan de aansturing en het onderhoud van het Nederlandse vliegverkeer in het Zuiden. Op het hoofdkwartier van ISAF in Kabul zijn 36 Nederlandse militairen geplaatst (exclusief persoonsbeveiligers). Inclusief (werk)bezoekers en dubbele bezetting als gevolg van rotaties kan het totaal aantal Nederlandse militairen in Afghanistan tijdelijk beduidend hoger dan 1655 liggen. Een nauwkeurige bovengrens kan hierbij niet worden vastgesteld omdat de aantallen per dag fluctueren.


2
Is het bovendien waar dat deze mensen onder de noemer van `dienstreis' of `werkbezoek' in Zuid-Afghanistan gewone werkzaamheden moet uitvoeren zoals wachtlopen en voertuigenonderhoud? Komt het voor dat militairen die in dit kader naar Uruzgan zijn gestuurd ook patrouille lopen? Zo ja, hoe vaak komt dat voor en waarom gebeurt dat in het kader van een werkbezoek?


3
Wat voor definities houdt u aan voor werkbezoek en dienstreis? Kunt u toelichten waarom u militairen onder deze noemer naar Afghanistan uitzendt?

9
Kunt u toelichten waarom deze mensen onder deze noemer in Afghanistan aan het werk zijn? Is er een directe militaire noodzaak in de oorlog, is er gebrekkige medewerking van bondgenoten of zijn er andere redenen? Kunt u dat toelichten?

Werkbezoekers zijn personen die in Afghanistan tijdelijke ondersteunende werkzaamheden uitvoeren. Het betreft grotendeels personeel dat op onregelmatige basis tijdelijk naar Afghanistan wordt gestuurd om instandhoudingstaken te verrichten. Deze specifieke instandhoudingstaken hebben een zodanig korte duur dat deze niet als permanente functies zijn opgenomen. Voorbeelden zijn de jaarlijkse keuring van hijskranen, 200 uurs-inspecties van helikopters, extra (specialistisch) onderhoud aan infrastructuur en onderhoud door civiele monteurs op specifieke uitrustingsstukken.

Wat betreft de directe militaire noodzaak voor het sturen van werkbezoekers, kan worden gezegd dat werkbezoekers niet worden ingezet voor operationele taken zoals het lopen van patrouilles. Door hun veelal ondersteunende taken dragen de werkbezoekers bij aan het functioneren van de TFU en de ATF. Dit doen zij, zoals hierboven gezegd, door het uitvoeren van werkzaamheden als (periodiek) onderhoud aan materieel.

De inzet van werkbezoekers heeft niets te maken met een gebrekkige medewerking van bondgenoten. De inzet van werkbezoekers heeft deels juist een directe relatie met de bijdrage van partners. Deze sturen verkenners naar het inzetgebied om hun inzet voor te bereiden. Deze verkenners worden vanuit Nederland begeleid, wat tijdelijk extra Nederlandse werkbezoekers met zich mee brengt. Een deel van de taken die werkbezoekers vervullen, betreffen specifieke nationale werkzaamheden waarop de inbreng van partners geen invloed heeft.

Tot slot gaan ook militairen op verkenningsmissies naar het gebied om zich voor te bereiden op hun uitzending. Op dienstreis gaan commandanten en bezoekers die geen werkzaamheden uitvoeren ter ondersteuning van de missie, maar die zich vanuit hun functie in Nederland van de situatie op de hoogte stellen.


4
Gelden voor deze dienstreizen en werkbezoeken ook uitzendvergoedingen en rustperioden? Zo neen, waarom niet?

Ja. Werkbezoekers en verkenners (militairen en gemilitariseerde burgers) krijgen de reguliere uitzendtoelage (VVHO). Voor de rustperiodes gelden dezelfde richtlijnen als voor regulier uitgezonden personeel, afhankelijk van de inzetduur. Personeel op dienstreis geniet een reguliere dienstreistegemoetkoming, en valt gewoon onder de Arbeidstijdenwet (ATW).


5
Kunt u tevens aangeven hoeveel mensen van particuliere militaire ondernemingen u thans in dienst hebt in Uruzgan en andere delen van Afghanistan?

Voor de beveiliging van de Nederlandse kampementen in Uruzgan maakt de Task Force Uruzgan gebruik van een lokale Afghaanse beveiligingsorganisatie, de Afghan Security Guard (ASG). Door Nederland worden ongeveer 250 ASG's individueel ingehuurd en ingezet voor het bemannen van statische posten en het lopen van patrouilles. De voorwaarden waaronder ASGs worden ingehuurd, zijn vastgelegd in contracten met de individuele leden en de commandant van de ASGs. De ASGs waren eerder door de Verenigde Staten ingehuurd in Uruzgan. Nederland heeft deze inhuur voortgezet.

De Nederlandse ambassade in Kabul wordt beveiligd door particuliere beveiligingsfunctionarissen. Ter bescherming van operationele gegevens en uit oogpunt van concurrentiegevoeligheid, kunnen geen nadere mededelingen gedaan worden over de naam van dit bedrijf en het precieze aantal beveiligers dat deze taken uitvoert. Daarnaast wordt gebruik gemaakt van een lokaal particulier beveiligingsbedrijf voor

aanvullende logistieke en controlerende taken in het kader van de beveiliging van de diplomatieke compound te Kabul.


6
Bent u bereid in de periodieke stand van zakenbrief aan te geven hoeveel mensen op dienstreis of werkbezoek naar Afghanistan worden gestuurd en wat de aard van werkzaamheden van deze mensen zijn? Zo neen, waarom niet?

De regering acht het niet wenselijk in de stand van zakenbrieven te melden hoeveel mensen op dienstreis of werkbezoek naar Afghanistan gaan. Het aantal mensen dat vanwege dienstreis of werkbezoek in Afghanistan verblijft, fluctueert namelijk van dag tot dag. Het betreft hier personeel dat op individuele basis, voor korte periodes naar Afghanistan gaat. Daarbij komt dat het ook in het kader van beveiliging van informatie over de missie ongewenst wordt geacht hierover details te verstrekken.


7
Bent u tevens bereid het aantal mensen van militaire particuliere ondernemingen dat u in Uruzgan en andere delen van Afghanistan aan het werk hebt in iedere stand van zakenbrief te vermelden? Zo neen, waarom niet?

Zoals aan de Kamer toegezegd in de reactie op het AIV-advies aangaande de inhuur van civiele dienstverleners in operatiegebieden (Kamerstuk 31.200 nr. 116), zal de regering bij toekomstige missies, indien noodzakelijk, de verwachte inhuur van civiele dienstverleners en de hieraan verbonden voorwaarden aan het parlement voorleggen (bijvoorbeeld via een artikel 100-brief). De regering zal het parlement ook informeren over belangrijke ontwikkelingen of wijzigingen aangaande de inhuur van civiele dienstverleners tijdens lopende operaties. Ook zal in de periodieke en eindevaluaties van missies de ondersteuning door civiele dienstverleners worden geanalyseerd. De kosten die zijn verbonden aan civiele inhuur maken uiteraard al deel uit van de financiële overzichten die aan het parlement verzonden worden.


8
Kunt u aangeven waarom u hierover de Kamer niet inlicht, maar wel over een extra wachtpeloton?

Het wachtpeloton betreft een versterking met een operationele opdracht en een tijdelijke verhoging van het functieplafond.

10
Voor welke termijn geldt de extra inzet in het kader van dienstreis en werkbezoek? Vervalt naar uw mening de noodzaak mensen op werkbezoek te sturen als de buitenlandse versterking is gearriveerd? Indien neen, waarom niet?

De noodzaak voor werkbezoeken en dienstreizen zal blijven bestaan. Het is te verwachten dat tijdelijk extra capaciteit zal moeten worden ingeschakeld om de buitenlandse eenheden in het begin te ondersteunen.


1) o.a. Nederlands Dagblad, Parool en De Stentor d.d. 21 mei jl.


---- --