Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
De voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
ostbus 20018
P
2500 EA Den Haag
Den Haag Ons kenmerk Uw brief van Uw kenmerk
16 juni 2008 PO/K&O/15997 29 april 2008 2070819150
Onderwerp
Lijst van vragen voorlichting aan scholieren over
dierproeven door de farmaceutische industrie
Hierbij zend ik u, mede namens de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, het antwoord op
de vragen van het Kamerlid Ouwehand van uw Kamer inzake voorlichting aan scholieren over
dierproeven door de farmaceutische industrie. De vragen zijn gericht aan de ministers van
Volksgezondheid, Welzijn en Sport en van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en hebben vooral
betrekking op voorlichtingsmateriaal gericht op de groepen 7 en 8 van het basisonderwijs. Ik
beantwoord de vragen in plaats van de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, omdat het
basisonderwijs in mijn portefeuille zit.
De vragen werden mij toegezonden bij uw bovenaangehaalde brief met kenmerk 2070819150
De staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
Sharon A.M. Dijksma
6
44
Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
OCW 11 Rijnstraat 50, Postbus 16375, 2500 BJ Den Haag, T +31-70-4123457 F +31-70-4123456 www.minocw.nl
Antwoorden op de schriftelijke vragen van het Kamerlid Ouwehand van de Tweede Kamer der Staten-
Generaal aan de ministers van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en van Onderwijs, Cultuur en
Wetenschap (ingezonden d.d. 28 april 2008 kenmerk 2070819150)
1 Vraag: Bent u bekend met de informatiemap "Proefdieren en dierproeven. Alles wat je altijd al
wilde weten over proefdieren en dierproeven in Nederland" van Solvay Pharmaceuticals b.v.?
Antwoord: Ja
2 Vraag: Hoe beoordeelt u de inhoud van de informatiemap, die gericht is op scholieren vanaf
groep 7 en 8 in het basisonderwijs?
Antwoord: Wij beoordelen informatiemappen van bedrijven niet, ook niet als die zijn gericht op
leerlingen uit de groepen 7 en 8 van het basisonderwijs. Als de scholen van deze leerlingen
betrokken zijn bij de verspreiding van dit materiaal, dan beoordelen zij de kwaliteit van het
materiaal en of de verspreiding voldoet aan de gedragsregels uit het convenant sponsoring.
3 Vraag: Bent u op de hoogte van de ontwikkeling van voorlichtingsmateriaal over dierproeven
voor scholieren door de farmaceutische industrie? Zo ja, kunt u aangeven welke materialen zoal
worden ontwikkeld en op welke wijze deze worden verspreid? Zo neen, bent u bereid hiertoe een
inventarisatie uit te voeren?
Antwoord: Het Nationaal Informatiecentrum voor Leermiddelen (NICL) inventariseert
leermiddelen. In de leermiddelendatabase van het NICL is geen voorlichtingsmateriaal over
dierproeven opgenomen dat door de farmaceutische industrie is ontwikkeld. Wij zien geen
noodzaak om een dieper gaande inventarisatie uit te voeren naar voorlichtingsmateriaal over
dierproeven dat door de farmaceutische industrie is ontwikkeld.
4 Vraag: Wat is uw mening over de ontwikkeling van voorlichtingsmateriaal over dierproeven voor
scholieren door de farmaceutische industrie?
Antwoord: Het is toegestaan om voorlichtingsmateriaal over dierproeven voor scholieren te
ontwikkelen.
5 Vraag: Kunt u aangeven of voorlichtingsmateriaal over dierproeven, dat is ontwikkeld door de
farmaceutische industrie, op scholen wordt gebruikt als lesmateriaal? Zo ja, op welke schaal, en
hoe verhoudt dit zich tot de Beroepscode voor biologen? Zo neen, bent u bereid hiertoe een
inventarisatie te verrichten?
Antwoord: Wij kunnen niet aangeven of door de farmaceutische industrie ontwikkeld
voorlichtingsmateriaal over dierproeven wordt gebruikt als lesmateriaal op scholen, en zo ja op
welke schaal; zie ook het antwoord op vraag 3. Anders dan in het voortgezet onderwijs werken er
in het basisonderwijs over het algemeen geen biologen. De Beroepscode voor biologen spoort
deze beroepsgroep aan om de eigenwaarde van het individuele dier te overdenken en te
respecteren door o.m. dierproeven te verfijnen, te verminderen en te vervangen. Deze
aansporing conflicteert overigens niet met de keuzevrijheid van scholen ten aanzien van
onderwijsleermateriaal omdat het maken van dergelijke keuzen ook kritische zin veronderstelt.
Wij zien geen noodzaak om een inventarisatie uit te voeren naar de schaal waarop door de
farmaceutische industrie ontwikkeld voorlichtingsmateriaal over dierproeven wordt gebruikt als
lesmateriaal op scholen.