Antwoorden op kamervragen van Agema over het bericht dat in een jaar tijd acht keer meer Nederlanders en Belgisch ziekenhuis bezoeken
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG
CZ-K-U-2854323
16 juni
Antwoorden van minister Klink op kamervragen van het Kamerlid Agema
(PVV) over het bericht dat in een jaar tijd acht keer meer
Nederlanders een Belgisch ziekenhuis bezoeken.
(2070821260)
Vraag 1.
Bent u bekend met het bericht "Steeds meer Nederlanders naar Belgisch
ziekenhuis"? 1)
Antwoord 1.
Ja.
Vraag 2.
Deelt u de mening dat, hoewel het prachtig is dat Nederlanders voor
een medische behandeling in Belgische ziekenhuizen terecht kunnen, het
eigenlijk van de zotte is dat het aantal mensen dat dit doet in één
jaar tijd verachtvoudigd is? Zo neen, waarom niet?
Antwoord 2.
Ik ben van mening dat het voor bepaalde groepen patiënten,
bijvoorbeeld bewoners van de grensstreek, in bepaalde omstandigheden
voordelen biedt om gebruik te maken van zorgaanbod in het buitenland.
Over het recht om in het buitenland zorg te zoeken en het recht op
vergoeding van de kosten hiervoor bestaat jurisprudentie van het
Europese hof. De Zorgverzekeringswet (Zvw) sluit hier op aan. De
Zorgverzekeringswet (Zvw) kent werelddekking. Dat betekent dat
verzekerden overal ter wereld aanspraak kunnen maken op de zorg die
onderdeel uitmaakt van het verzekerde pakket. Hiervoor is geen aparte
toestemming van de zorgverzekeraar nodig. Daarbij geldt dat
zorgverzekeraars geen hogere kosten hoeven te vergoeden dan dat wat
binnen de in Nederland gebruikelijke marktomstandigheden passend is.
Vanuit verzekerinsoogpunt is er dus geen beletsel voor Nederlandse
verzekerden om zorg in België in te roepen.
Dat Nederlandse patiënten nu in toenemende mate zorg gebruiken in
België past binnen deze lijn en toont aan dat meer patiënten zich
bewust worden van deze mogelijkheid. Het overgrote deel van de
Nederlandse patiënten maakt overigens nog altijd bij voorkeur gebruik
van zorg in eigen land. Ik zie grensoverschrijdende zorg als een
waardevolle aanvulling op het zorgaanbod in Nederland.
Vraag 3.
Zijn naast de kortere wachtlijsten ook de patiëntvriendelijkheid en
kwaliteit redenen voor Nederlanders om naar een Belgisch ziekenhuis te
gaan? Zo neen, kunt u dat toelichten?
Antwoord 3.
Als zorg in een andere Europese lidstaat burgers en patiënten in hun
specifieke situatie voordelen biedt, moeten zij van deze voordelen
gebruik kunnen maken.
Ik heb vooralsnog geen reden om aan te nemen dat de
patientvriendelijkheid en of de kwaliteit van de geboden zorg in
Nederland reden zijn geweest voor de betreffende patiënten om in
toenemende mate in Belgie medische hulp te zoeken.
In Nederland streven we ernaar dat ziekenhuizen onderling meer gaan
concurreren op aspecten als prijs, kwaliteit en
patiëntvriendelijkheid. Daartoe willen we graag dat patiënten meer
inzicht krijgen in de prestaties van ziekenhuizen. In die zin heb ik
er ook geen moeite mee als Nederlandse ziekenhuizen ook vanuit het
buitenland geprikkeld worden om de zorg die zij bieden te
optimaliseren.
Vraag 4.
Deelt u de mening dat er een relatie bestaat tussen deze beweging en
de numerus fixus in eigen land en het ontbreken daarvan in België,
waardoor er in België relatief veel meer specialisten zijn die
onderling meer concurreren en daardoor vanuit zichzelf meer bezig zijn
met kwaliteit en patiëntvriendelijkheid? Zo neen, waarom niet?
Antwoord 4.
Deze mening deel ik niet. Met het oog op de meer vraaggeoriënteerde
zorg en gereguleerde marktwerking, wordt over de hele linie gestreefd
naar een zeker overschot aan medisch specialisten. Daarentegen is het
ook niet de bedoeling om het aantal basisartsen en medisch
specialisten ongebreideld te laten toenemen. Van belang is dat er een
zekere balans bestaat tussen vraag en aanbod. Hierin wordt thans
voorzien.
Voor zowel de opleiding tot basisarts als de opleiding tot medisch
specialist is de capaciteit de laatste jaren uitgebreid. De numerus
fixus is van 2.010 plaatsen in het begin van dit millennium uitgebreid
naar 2.850 in 2004. In mijn reactie op het capaciteitsplan van 28
april 2008 heb ik aangegeven dit niveau te willen handhaven, ondanks
het advies van het Capaciteitsorgaan om dit te verlagen. Het aantal
medisch specialisten in opleiding is sinds 2000 met 2.200
opleidingsplaatsen uitgebreid. Dit is een toename van 66%. Dit is in
lijn met het streven naar een zeker overschot aan medisch
specialisten.
Vraag 5.
Welke maatregelen gaat u op korte termijn nemen zodat het vertrouwen
van de patiënten die nu naar België gaan in de Nederlandse
ziekenhuiszorg herstelt?
Antwoord 5.
Geen. Mij hebben geen signalen bereikt dat patiënten geen vertrouwen
zouden hebben in de Nederlandse ziekenhuiszorg.
Vraag 6.
Schaamt u zich ervoor dat kennelijk zoveel mensen hun heil in het
buitenland moeten zoeken omdat de Nederlandse ziekenhuiszorg
tekortschiet?
Antwoord 6.
Nee. Zie tevens mijn antwoord op de vragen 3 en 5.
Vraag 7.
Is dit niet weer een prachtig voorbeeld waarom Nederland en Vlaanderen
zouden moeten samengaan?
Antwoord 7.
Het is niet aan mij, als minister van VWS, om hier uitspraken over te
doen.