NVA


Position Paper

SEO-rapport "Inzicht in belonen"

16 juni 2008

Position Paper NBVA en NVA n.a.v. publicatie SEO-rapport "Inzicht in belonen"

Vanaf 2009 is de markt voor complexe producten volledig transparant, zowel qua kosten als qua beloning. Dit vormde de aanleiding voor NBVA, NVA en Verbond van Verzekeraars voor een onderzoek betrekking hebbende op beloningsvormen bij complexe, vermogensopbouwende financiële producten. De studie had ten doel het inzicht te vergroten in de wijze waarop huidige beloningsvormen en mogelijke andere vormen van beloning passen binnen een moderne intermediaire markt. De NBVA en NVA hebben met belangstelling kennis genomen van het onderzoeksrapport "inzicht in belonen" als opgeleverd door SEO economisch onderzoek. De NBVA en NVA benadrukken dat de inhoud van het rapport volledig voor rekening is van de onderzoekers.

De intermediaire bedrijfstak is volop in transitie. Pas sinds 2002 is het wettelijk toegestaan om op een andere manier dan via provisie voor de dienstverlening te worden beloond. Inmiddels is de intermediaire markt onder toezicht gekomen van de AFM en is de Wet op het Financieel Toezicht (Wft) van kracht geworden. Deze wet regelt in vergaande mate de manier waarop intermediairs klanten dienen te informeren en adviseren. Tevens worden extra eisen gesteld aan de deskundigheid en integriteit van bemiddelaars en adviseurs. Daarnaast zijn, mede door de NBVA en NVA, afspraken gemaakt om te komen tot nominale kosten- en beloningstransparantie (dus in concrete euro's) per 2009. Verder is gesproken over de praktische uitvoering van de regels, bijvoorbeeld via een cliëntencontract.

De NBVA en NVA zien in een transparante markt nadrukkelijk verschillende beloningssystemen naast elkaar bestaan, elk met hun eigen ­ macro-economische ­ voordelen. Het SEO-onderzoek toont aan, dat het huidige provisiesysteem, mits transparant, past binnen een moderne en toekomstvaste bedrijfstak voor financieel advies. Het provisiesysteem biedt voor de consument de mogelijkheid tot laagdrempelig advies. De NBVA en NVA zien zich door het onderzoek gesteund in haar visie op dit terrein. Afschaffen van het provisiesysteem ­ zoals door sommige partijen wordt bepleit ­ zal niet leiden tot betere advisering, zal niet leiden tot goedkopere producten (vooral duurdere aan de `onderkant van de markt') en wel tot een daling in het shopgedrag. Het zal wel leiden tot verschraling van de markt, immers het provisiesysteem is een ideaal systeem voor nieuwe partijen om snel de markt te kunnen betreden. Het openbreken van de hypotheekmarkt is hiervan een zeer markant en voor consumenten uiterst positief voorbeeld.

Daarnaast spreekt SEO zich ook positief uit over het feebeloningssysteem. Ook dit herkennen de NBVA en NVA. Aan het feesysteem zitten onmiskenbare voordelen. Het is immers een `zuiver' beloningssysteem met gescheiden geldstromen. De NBVA en NVA zien daarbij, evenals de onderzoekers, een belangrijk risico met betrekking tot het feesysteem. Het SEO-onderzoek geeft aan dat de consument nog niet klaar is voor directe beloning van het advies. Bij feebeloning bestaat het gevaar dat de consument uit kostenoverweging minder onafhankelijk advies gaat inwinnen (shoppen), omdat daarvoor een rekening moet worden betaald. Dat is met name een risico richting de consumenten in de lagere inkomensgroepen, immers zij betalen met het provisiesysteem naar verhouding nu minder dan consumenten met hogere Position Paper NBVA en NVA inzake SEO-rapport "Inzicht in belonen" 2/4

inkomens. Uit de markt krijgen wij eveneens signalen, dat de behoefte hiernaar gering is, zelfs indien het aan een relatie wordt voorgesteld als alternatief naast provisie. Kortom: de consument is er nog niet rijp voor.

Verder dient te worden opgemerkt dat ook het intermediair nog niet in de breedte klaar is voor het werken met feebeloning. Het aantal kantoren, dat bijvoorbeeld een urenregistratiesysteem heeft ingevoerd in de organisatie, is nog uiterst beperkt. De NBVA en NVA zien hier voor haarzelf een duidelijke taak liggen. Sommige partijen lijken inmiddels een voorkeur voor het feesysteem te hebben ontwikkeld, zulks met uitsluiting van het provisiesysteem. De NBVA en NVA verzet zich hiertegen om voornoemde redenen. In de praktijk blijkt het merendeel van de verzekeraars bovendien in het geheel nog niet in staat om intermediairs volgens het feesysteem te bedienen. Een eventuele gewijzigde klantbehoefte zou niet belemmerd moeten worden door automatiseringssystemen, die deze ontwikkeling nog niet aankunnen.
Ondanks bovenstaande blijft het van belang dat het intermediair verder gefaciliteerd wordt om het feesysteem als beloningsvariant te kunnen overwegen.

Enkele opmerkingen aangaande de bonus, tegenwoordig een beladen begrip. Laat er geen misverstand over zijn: NBVA en NVA zijn tegen bonussen die leiden tot misselling. De NBVA en NVA zijn daarbij van mening, dat een eventuele bonus door de adviseur gemeld moet worden aan de klant: dit past binnen de totale openheid van zaken die de NBVA en NVA voorstaan. Er kan nauwelijks discussie zijn omtrent bonussen, die een stimulans zijn om te investeren in kwaliteit en efficiency. Maar ook de omzetgerelateerde bonus vormt voor de NBVA en NVA in principe geen bezwaar. Er is niets `pervers' aan als een `middenstander' een hogere beloning van een `leverancier' ontvangt, indien hij meer zaken doet met die leverancier. Daarnaast zijn NBVA en NVA van mening dat kwaliteitsgeoriënteerde bonussen prima passen in een transparant beloningssysteem. Openheid over de hoogte en de aard van de bonus (al in de Wft vervat), gecombineerd met de wettelijke eisen van passend advies, maken de kans op misselling nihil. MiFID verbiedt bonussen niet, maar legt wel terughoudendheid in de regels op: `nee, tenzij'. Provisie en ook bonussen dienen te bewerkstelligen dat adviseurs de belangen van de klant goed behartigen en dienen de kwaliteit van het advies ten goede te komen. Diverse partijen pleiten desondanks voor afschaffing van de bonus. Wij wijzen op de ongewenste gevolgen hiervan. In onze ogen is de remedie ernstiger dan de kwaal.

Tot slot wordt in het SEO-rapport de distributievergoeding nader beschouwd. Het huidige provisiesysteem is een gecombineerde vergoeding voor de werkzaamheden, die de adviseur voor zijn klant doet met het werk dat de bemiddelaar voor de verzekeraar verricht. Uit eigen onderzoek schatten wij in dat tussen de 30 en 50% van de werkzaamheden van het intermediair op dit moment niet direct het advies aan de klant betreffen. Dat zijn werkzaamheden zoals klantselectie, invullen formulieren, aanleveren stukken en controleren offertes en polissen. In de transparante markt vanaf 2009 dienen deze zaken, wat NBVA en NVA betreft, gespecificeerd te worden richting relatie. Zo kan de klant zien, welk deel van de provisie advies-/zorgbeloning is, waarover hij uiteraard in onderhandeling kan met de adviseur. De adviseur/bemiddelaar, die op feebasis wil werken, kan zijn advies-/zorgbeloning uit het product laten bouwen. De verzekeraar betaalt de bemiddelaar vervolgens voor het werk, dat hij voor hem verricht.
Position Paper NBVA en NVA inzake SEO-rapport "Inzicht in belonen" 3/4

Indien de gehele provisie ingeruild zou moeten worden voor feebeloning (zoals door sommige partijen betoogd), zou dit betekenen dat klanten de rekening betalen voor het werk dat de bemiddelaar voor de verzekeraar verricht. Dit is onredelijk richting klant, maar bemoeilijkt bovendien een actieve invoer van fee door de adviseur (de klant zal immers niet bereid zijn te betalen voor het uitbestede verzekeraarswerk).

Position Paper NBVA en NVA inzake SEO-rapport "Inzicht in belonen" 4/4