Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Verslag Studentenkamer d.d. 13 maart 2008
Voorzitter: Maarten Dijk;
Aanwezig OCW: Ronald Plasterk (Minister van Onderwijs), Jo van Ham (D.HO&S), Ans
Gottenbos (HO/SF), Habenmehl (AP), P. van Capelleveen (H.CBV),
Ineke Schouten (secretaris Studentenkamer);
Aanwezig ISO: Bastiaan Verweij (vz), Jelle Kok, Fabienne Hendricks, Paul de Rook,
Rosalien Welle;
Aanwezig LSVb: Lisa Westerveld (vz), Jorieke Casteleijn, Joanneke Krämer, János
Betkó,
Afwezig LSVb: Joost van der Veen.
4. Rondvraag
a. Excellentie
Het ISO geeft aan dat zij de Minister onlangs een brief heeft gestuurd over het inzetten van de
FES-gelden voor excellentie. Het ISO heeft nog geen reactie op deze brief ontvangen. Kort
samengevat stelt het ISO in de brief. In de Strategische Agenda staat genoemd dat 50 miljoen
van de FES-gelden zal worden ingezet voor het bevorderen van excellentie. Deze maatregel
zal op basis van co-financiering tot standkomen. Het ISO vindt deze co-financiering niet de
geschikte manier om excellentie te bevorderen. Het ISO is wel voorstander van het
differentiëren van studentengroepen, maar vindt het kwalijk dat als er 50 miljoen wordt
ingezet, er ook 50 miljoen van de instellingsbudgetten wordt afgehaald. Het ISO vraagt zich af
of dit niet ten koste gaat van de onderwijskwaliteit in den brede. Het ISO stelt in haar brief
vier vragen: 1. is de Minister het eens dat er 50 miljoen onttrokken wordt aan de brede groep
studenten 2. bent u zich bewust dat als er 50 miljoen onttrokken wordt aan deze studenten
dit ten koste kan gaan van de algemene onderwijskwaliteit 3. bent u het met het ISO eens dat
deze wijze van financiering ten dele een sigaar uit eigen doos van de instellingen is? 4. hoe
denkt de Minister deze 50 miljoen te compenseren? Het ISO hoort graag een reactie van de
Minister.
DeLSVb deelt de zorg van het ISO.
De Minister geeft aan dat de FES-gelden (aardgasbaten) steeds eenmalig ingezet kunnen
worden voor het versterken van de economie. Deze gelden zijn in gezamenlijk beheer van de
Ministers van Economische- en Financiële Zaken. OCW kan daar niet zomaar over
beschikken, daar moet eerst een aanvraag voor worden ingediend. Je moet als Ministerie
ervoor zorgen dat je kansen optimaal zijn. Het spreekt dus niet voor zich dat je deze gelden
krijgt. Co-financiering is daar een voorwaarde voor. De Minster wil daar dan ook niet aan
morrelen. De Minister is niet van mening dat co-financiering er toe leidt dat er geld wordt
onttrokken aan het reguliere onderwijs. Men kan bijvoorbeeld zichtbaar maken welk deel van
het personeel wordt ingezet bij de uitvoering van het FES-programma . De 50 miljoen die erbij
komt is geen sigaar uit eigen doos, dat is echt nieuw geld . De Minister heeft niet de idee dat
de instellingen zich al te veel zorgen maken dat zij die 50 miljoen uit de reguliere onderwijs
middelen moeten betrekken. De Minister geeft aan hiermee de bovengenoemde vragen te
hebben beantwoord.
---
Het ISO vraagt de Minister op de hoogte te worden gesteld als hij met de instellingen over dit
onderwerp het gesprek voert.
De Minister gaat hiermee akkoord.
---