doneren worden'
`Nederland moet Europees kampioen doneren worden'
Toespraak, 7 juni 2008
Het zou een veel vanzelfsprekender zaak moeten zijn dat mensen vóór
orgaandonatie kiezen. Het zou mooi zijn als Nederland in de toekomst
niet alleen Europees kampioen registreren, maar ook Europees kampioen
doneren wordt. Dat zei minister Klink tijdens Transplant-Erendag in
Naarden. De tekst van zijn toespraak is hieronder afgedrukt.
`Wat je voor jezelf houdt, verlies je. Maar wat je weggeeft, hou je
voor altijd'.
Deze tekst, dames en heren, komt u mogelijk bekend voor. Ik kende `m
nog niet, maar ik kwam `m tegen in een verslag van een vorige
Transplant-Erendag. Helemaal origineel ben ik dus niet, maar toch
wilde ik `m vandaag nog een keer gebruiken. Juist omdat ik het een erg
mooie en voor deze gelegenheid zeer toepasselijke tekst vind. In feite
het motto van iedereen die zijn of haar organen wil afstaan voor
donatie.
Bovendien is het een tekst die naar mijn idee nog niets aan
zeggingskracht heeft ingeboet. Ik hoop zelfs dat het mensen die nog
niet hebben besloten om donor te zijn en die dit citaat horen of
lezen, aan het denken zet. En dat ze dan vervolgens besluiten om
orgaandonor te worden.
Misschien vraagt u zich af: staat de minister eigenlijk zelf wel
geregistreerd als orgaandonor? Het antwoord is: ja. Ik ben sinds de
BNN-donorshow met `ja' geregistreerd in het Donorregister. Want net zo
goed als ik hoop een orgaan van een ander te kunnen krijgen mocht dat
ooit nodig zijn, vind ik het even vanzelfsprekend om na mijn
overlijden mijn nier, hart, lever of wat dan ook aan een ander af te
staan.
Uiteraard respecteer ik ook de beslissing van mensen die geen donor
willen zijn of mensen die het lastig vinden om überhaupt een
beslissing te nemen. Het is belangrijk om het daar met je naasten over
te hebben. En dat kan soms best emotioneel zijn.
En u weet beter dan wie ook met hoeveel emoties orgaandonatie en
orgaantransplantatie omgeven zijn. Dat geldt in de eerste plaats voor
de nabestaanden. Ook al weet je dat je vader, moeder, partner of zelfs
kind vóór orgaandonatie was, het moment waarop je hem of haar
overdraagt aan de transplantatiearts is en blijft een moeilijk moment.
Maar ook de patiënt die wacht op transplantatie heeft z'n emoties. Je
staat meestal eerst geruime tijd op een wachtlijst en hoe langer je
moet wachten, hoe groter de spanning: komt het donororgaan nog op tijd
voor mij? En ook als je eenmaal getransplanteerd bent, is er altijd
een risico dat je lichaam het orgaan niet accepteert. Of dat er andere
lichamelijke complicaties optreden.
Zelfs als je een orgaan van een levende donor krijgt en je dus in de
regel niet heel lang hoeft te wachten, is die spanning er. Al was het
alleen maar om degene die zijn of haar orgaan afstaat: krijgt hij of
zij geen gezondheidsproblemen?
Ik denk dus dat het heel goed is dat op een dag als vandaag
nabestaanden van donoren én degenen die een orgaan of weefsel hebben
ontvangen, samen bij dit soort vragen stil kunnen staan.
Getransplanteerden kunnen hun dankbaarheid uiten, nabestaanden willen
graag weten hoe het leven van de ontvangers veranderde. Van beide
zijden is er gelegenheid daarover te praten, emoties te uiten, vreugde
of verdriet te delen.
Ik vind het dan ook prettig dat ik als minister nu ook eens in de
gelegenheid ben om mensen als u te ontmoeten. Want doorgaans krijg ik
alleen de koele feiten en cijfers onder ogen. En die vertellen
natuurlijk maar een klein deel van het verhaal.
Overigens is orgaandonatie een onderwerp waarmee ik mij als minister
in de afgelopen maanden veel mee bezig heb gehouden. U weet
waarschijnlijk dat ik vorig jaar de Tweede Kamer heb toegezegd rond
deze tijd met een toekomstvisie te komen. Die visie zal zijn gebaseerd
op het advies van de Coördinatiegroep Orgaandonatie, het zogeheten
Masterplan Orgaandonatie. Dit advies verwacht ik één dezer dagen in
huis te hebben. Als alles meezit kan ik dan nog vóór het zomerreces
mijn visie naar de Tweede Kamer sturen.
Dat is allemaal een paar weken later dan de bedoeling was en daarom
kan ik er vandaag helaas nog niets over zeggen. Maar zorgvuldigheid
gaat bij mij boven snelheid. Ik vind het namelijk zeer belangrijk dat
er straks een goed afgewogen, helder en toekomstbestendig plan ligt
met duidelijke doelstellingen waar het gaat om orgaandonatie.
En dat is nodig, ook al blijkt uit de jongste cijfers van het
Donorregister dat bijna 5,3 miljoen Nederlanders hun keuze voor of
tegen orgaandonatie hebben laten vastleggen. Procentueel gezien staan
we daarmee in Europa aan de top. Van die 5,3 miljoen hebben ruim drie
miljoen mensen aangegeven dat zij hun organen en weefsels beschikbaar
stellen na hun overlijden. Die aantallen zijn de laatste vijf jaar
licht gestegen, mede dankzij diverse voorlichtingscampagnes.
In elk geval is het aantal mensen dat op de wachtlijst staat voor een
orgaan- of voor weefseldonatie in de loop der tijd teruggelopen,
tussen 1 mei vorig jaar en 1 mei dit jaar zelfs met zeven procent.
Maar het blijven er altijd nog ruim 1300. Verreweg de grootste groep,
ruim 900 mensen, wacht op een nieuwe nier en die wachttijd bedraagt
gemiddeld vier jaar. En helaas is het nog altijd zo dat 20 tot 25
procent van deze mensen in de tussentijd overlijdt.
Er is dus geen reden om achterover te leunen, ook al is de wachtlijst
korter geworden. En al heb ik niet de illusie dat we het tekort aan
donororganen binnen afzienbare tijd volledig kunnen wegwerken, ik vind
wel dat mensen op z'n minst zichzelf indringend de vraag moeten
stellen of ze voor of tegen orgaandonatie zijn. Uiteraard zou dat wat
mij betreft vooral de keuze vóór donatie moeten zijn.
Dames en heren,
Het is mij in de loop der tijd duidelijk geworden dat orgaandonatie
een complexe zaak is. Een kant en klare oplossing voor het tekort aan
orgaandonoren is er dan ook ni et. Maar dat zal mij er niet van
weerhouden om alles op alles te zetten dat tekort tot minimale
proporties terug te dringen. Onder meer door mensen te overtuigen van
de positieve kanten van orgaandonatie en hen te vragen om te kiezen
vóór orgaandonatie.
Ik zou graag zien dat het een vanzelfsprekende zaak wordt dat mensen
vóór orgaandonatie kiezen. U zult dat hoogstwaarschijnlijk met mij
eens zijn. Het gaat er nu om dat we al die miljoenen Nederlanders die
daar anders over denken, daar ook van weten te overtuigen. Het zou
mooi zijn als we in de toekomst niet alleen Europees kampioen
registreren, maar ook Europees kampioen doneren zijn.
Ik dank u voor uw aandacht en ik wens u tenslotte nog een goed
samenzijn toe.
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport