Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Inhoud pagina: Brief aan de Tweede Kamer over politiemunitie
13 juni 2008
Hierbij treft u ter informatie de geactualiseerde criteria aan die ten
grondslag liggen aan de keuze van munitie voor de Nederlandse politie.
Deze criteria zijn door mij, in overeenstemming met mijn ambtgenoot
van Justitie, op grond van artikel 49 van de Politiewet 1993
vastgesteld.
Aan de huidige politiemunitie liggen criteria ten grondslag die
dateren uit de jaren '80 van de vorige eeuw. Voortschrijdende
munitietechnische, wondballistische en forensische ontwikkelingen
maken dat deze criteria als gedateerd zijn te beschouwen.
Ervaringen in het binnen- en buitenland alsmede de huidige
wondballistische, munitietechnische en forensische inzichten zijn bij
deze actualisering betrokken. De geactualiseerde criteria zijn tot
stand gekomen in overleg met deskundigen van het Korps landelijke
politiediensten, de Adviescommissie bewapening en uitrusting van de
Raad van Hoofdcommissarissen, het Nederlandse Forensisch Instituut en
de politievakorganisaties.
De looptijd van het lopende contract van de huidige politiemunitie en
de tijd die met een Europese aanbesteding gemoeid is, maken dat ik
voornemens ben om uiterlijk in juli 2008 een Europese aanbesteding
voor politiemunitie op basis van de geactualiseerde criteria te laten
starten. Dit is mede ingegeven door het feit dat de voortgang van het
omvangrijke en urgente project om te komen tot een nieuw dienstpistool
voor de Nederlandse politie mede afhankelijk is van de uitkomsten van
deze aanbesteding.
De ervaringen met de huidige politiemunitie zijn onder meer opgenomen
in twee evaluatierapporten van TNO die op 15 april jl. met uw Kamer
zijn besproken.
Tijdens dit overleg is ook het doen stoppen van voertuigen aan de orde
gekomen. Ik heb de Raad van Hoofdcommissarissen verzocht mij, door
tussenkomst van de Adviescommissie bewapening en uitrusting, uiterlijk
1 november 2008 te adviseren over specifieke middelen om voertuigen op
een veilige en voor de Nederlandse politie praktische wijze te doen
stoppen. Hierbij worden zoveel mogelijk ervaringen van buitenlandse
politiekorpsen op dit gebied betrokken. Zodra dit advies beschikbaar
is, zal ik u over de uitkomsten ervan en de daaruit voortvloeiende
acties informeren. Ten aanzien van een aantal andere gerelateerde
onderwerpen die in het voornoemde Algemeen Overleg aan de orde kwamen,
zoals het schieten door de politie op dieren, wordt u binnenkort
separaat geïnformeerd.
DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES
Mevrouw dr. G. ter Horst
Bestanden
* Criteria nieuwe munitie (112 Kb) | Pdf-icoon Pdf-bestand
Naar boven
---
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties