Universiteit Twente

Stille windtunnel haalt orkaankracht

De Universiteit Twente neemt op maandag 16 juni een nieuwe faciliteit in gebruik die een unieke combinatie is van een geluidsabsorberende `dode kamer' en een windtunnel. Deze `stille windtunnel', waarin windsnelheden tot 250 km/h mogelijk zijn, biedt de mogelijkheid om bijvoorbeeld het geluid te meten dat turbinebladen produceren. De nieuwe aero-akoestische faciliteit is in samenwerking met TNO tot stand gekomen. De opening wordt gecombineerd met een symposium over Akoestiek en Industrie.

De Stille Windtunnel onderscheidt zich van een gewone windtunnel door de grote geluidsabsorberende kamer. Terwijl in een gewone windtunnel bijvoorbeeld stromingsprofielen worden gemeten rondom vliegtuigvleugels of schaalmodellen van nieuwe voertuigen, gaat het in de Stille Windtunnel om de geluidsproductie. Zo is bijvoorbeeld het geluid te meten dat een turbineblad in de wind voortbrengt. Ook laten de onderzoekers zien welk effect de wind heeft op het meten van de geluidsproductie van autobanden tijdens hun contact met de weg. De windtunnel is een unieke faciliteit voor experimenteel aero-akoestisch onderzoek, voor het Kenniscentrum Trillingen en Geluid dat de UT samen met TNO heeft opgericht.

Bulderende vlammen

De Universiteit Twente benadert de akoestiek vanuit verschillende invalshoeken: zo is er onderzoek naar constructiegeluid, stromingsgeluid, verbrandingsgeluid - `bulderende vlammen' - en elektro-akoestiek. Deze multidisciplinaire expertise is nu gebundeld in Acoustic Research Twente, dat op 16 juni een symposium organiseert samen met het UT-onderzoeksinstituut IMPACT. Tijdens het symposium is er aandacht voor het onderzoek dat aan de drie technische universiteiten wordt verricht, en de mogelijkheden die dit biedt aan bedrijven, ook in het Midden- en Kleinbedrijf. Onderwerpen die aan bod komen zijn onder meer de actieve reductie van trillingen en geluid, `akoestische holografie' en akoestiek op microschaal. Ook starten de initiatiefnemers op deze dag de discussie over de noodzaak van een nationaal onderzoeksprogramma akoestiek.