Partij van de Arbeid

AWBZ toekomstbestendig voor meest kwetsbaren

13-06-2008 07:41

De AWBZ, de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten, zal zich meer toespitsen op de meest kwetsbaren in de samenleving. PvdA-kamerlid Wolbert: 'Om de AWBZ overeind te houden moeten we de regeling toekomstbestendig maken.'

Advies SER
Met het aanpassen van de regeling wordt ondermeer de bureaucratie aangepakt en de positie van de cliënt versterkt. Dat heeft het kabinet besloten in reactie op het advies van de Sociaal Economische Raad over de toekomst van de AWBZ.

Het SER-advies kwam, samen met ook andere adviezen, tot de conclusie dat de AWBZ in zijn huidige vorm in de toekomst niet langer de zorg voor de meest kwetsbaren zeker kan stellen.

'Verstandig besluit'
Wolbert: 'Dat is een verstandig besluit van het kabinet. Het gebruik van de AWBZ is enorm toegenomen. Dat is al jaren gaande, al lang voordat dit kabinet aantrad. In al die jaren is er geen onderhoud gepleegd aan de AWBZ, om de regeling in lijn te houden met de oorspronkelijke bedoeling: een voorziening van langdurig onverzekerbare zorg. Ze vervolgt: 'De AWBZ is inmiddels een dankbare kapstok geworden voor een hele brede variëteit aan zorgvragen: van huiswerkbegeleiding tot zorg voor mensen met een ernstige handicap. De kosten van de AWBZ rijzen de pan uit.'

Maatregelen noodzakelijk
Het huidige kabinet investeert ruim een half miljard euro extra per jaar in de AWBZ om de gevolgen van de vergrijzing op te vangen, plus 250 miljoen per jaar extra voor de meest intensieve zorg. Desondanks blijft het groeiende gebruik door met name jeugd blijft de kosten opjagen. Wolbert: 'Als het kabinet nu geen maatregelen treft, dan heeft de AWBZ in 2011 een tekort van 1,2 miljard euro. Nu betaalt elke Nederlander gemiddeld 320 per maand aan de AWBZ. Als we nu geen maatregelen treffen loopt dat echt stevig op.'

Terug naar mensen voor wie het bedoeld is
De maatregelen die het kabinet nu neemt zijn er op gericht om te zorgen dat de AWBZ ook in de toekomst de meest kwetsbaren kan verzekeren van goede zorg. Agnes Wolbert: 'Om de AWBZ overeind te houden moeten we de regeling toekomstbestendig maken. Het is niet sociaal om uit de hand lopende regelingen op z'n beloop te laten als daar juist de kwetsbaren waarvoor de regeling in het bijzonder bedoeld is, de dupe van worden. Daarom moet het onbedoelde gebruik er uit. De regeling moet terug naar de mensen waar ze voor bedoeld is: lichamelijk en verstandelijk gehandicapten, mensen met dementie en psychiatrisch patiënten.'

In de praktijk
In praktijk betekent dat dat er aanpassingen zullen komen in de ondersteunende en activerende begeleiding die vanuit de AWBZ geboden wordt. 'Gaat het om bekostiging van deelnemen aan de samenleving (bijvoorbeeld ondersteuning om naar de film te kunnen) dan moet dat overgeheveld worden naar de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO), die daar voor bedoeld is. Het accent zal daarnaast veel meer komen te liggen op gezamenlijke in plaats van individuele voorzieningen. Dus niet een individuele begeleider naar de sportclub maar de sportclub versterken om ervoor te zorgen dat iedereen kan meedoen', aldus Wolbert.

'De angst dat mensen niet meer zelfstandig thuis zouden kunnen blijven wonen is niet nodig: juist om dat ook in de toekomst te kunnen garanderen, moeten de aanspraken waar de AWBZ nooit voor bedoeld was, kritisch worden bekeken op hun gebruik of overgeheveld worden naar de WMO of de reguliere zorgverzekering. Waar het om draait is de regeling toekomstbestendig te maken, zodat de meest kwetsbare groepen er ook in de toekomst gegarandeerd gebruik van kunnen maken. De AWBZ dus terug naar voor wie ze bedoeld is.'

Invloed cliënt uitgebreid
Het kabinet besloot tevens om de cliënt meer invloed te geven op de verleende AWBZ-zorg. De financiering gaat de cliënt volgen die zelf een zorginstelling kiest. Niet langer wordt de instelling gefinancierd op basis van het aantal bedden. Cliënten moeten bovendien zelf kunnen kiezen hoe zij willen wonen. Zo kunnen mensen ervoor kiezen om de woonkosten zelf te betalen voor een woning van hun voorkeur, zolang de zorg wel doelmatig geleverd wordt. De bureaucratie wordt teruggedrongen. De indicatiestelling vindt dichter bij de cliënt zelf plaats. Zo kunnen bijvoorbeeld huisartsen en wijkverpleegkundigen zelf indicaties gaan stellen.