Gerechtelijke organisatie

Op 13 juni uitspraak Hoge Raad in de zaak Ladbrokes - De Lotto

Den Haag, 12 juni 2008 - Deze zaak betreft een vervolg op een eerder tussen De Lotto en Ladbrokes gevoerd kort geding. In dat kort geding heeft de voorzieningenrechter in de rechtbank Arnhem op 27 januari 2003 (LJN AF3374) Ladbrokes bevolen deelname aan de door haar door middel van internet aangeboden lotto's, instantloterijen en sportweddenschappen voor ingezetenen van Nederland in Nederland onmogelijk te maken op dezelfde wijze als dat is geschied ten aanzien van ingezetenen van de Verenigde Staten van Amerika. Nadat het gerechtshof Arnhem die beslissing op 2 september 2003 (LJN AJ9996) had bekrachtigd, heeft de Hoge Raad op 18 februari 2005 (NJ 2005, 404, LJN AR4841) het daartegen gerichte cassatieberoep verworpen.

In dat eerdere kort geding heeft de Hoge Raad onder andere beslist dat de Wet op de Kansspelen wordt overtreden wanneer via internet door middel van een mede op Nederland gerichte website de toegang tot kansspelen wordt geboden aan potentiële deelnemers in Nederland en dezen via hun computer rechtstreeks aan het spel kunnen deelnemen. Dan is immers sprake van in Nederland "gelegenheid geven" tot deelneming aan kansspelen in de zin van art. 1 onder a van de Wet op de Kansspelen, waarvoor een vergunning is vereist, die Ladbrokes niet heeft. Verder oordeelde de Hoge Raad in dat eerdere kort geding, dat het vrije verkeer van diensten door deze toepassing van de Wet op de Kansspelen op het aanbieden van kansspelen via het internet wordt beperkt, maar dat dit, gezien de jurisprudentie van het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen (HvJEG) op dit gebied, in het onderhavige geval niet in strijd is met art. 49 van het EG-Verdrag.

De uitspraak van rechtbank en hof in de bodemprocedure De onderhavige (bodem)procedure is een vervolg op het genoemde kort geding. Op vordering van De Lotto heeft de rechtbank Arnhem op 31 augustus 2005 (LJN AU1924) Ladbrokes bevolen de in het kort geding bevolen maatregelen tot blokkering van haar website in stand te laten. Het gerechtshof Arnhem heeft die beslissing bekrachtigd op 17 oktober 2006 (LJN AZ0222). Het hof oordeelde met verwijzing naar het genoemde arrest van de Hoge Raad van 18 februari 2005 dat Ladbrokes door het, zonder de in Nederland vereiste vergunning, via haar mede op Nederland gerichte website aanbieden van kansspelen de Wet op de Kansspelen overtreedt, omdat Ladbrokes daardoor in Nederland "gelegenheid geeft" tot deelneming aan kansspelen. Het hof oordeelde ook nu weer dat de toepassing van de Wet op de Kansspelen in dit geval niet in strijd is met het vrij verkeer van diensten (art. 49 EG-Verdrag), omdat de wijze waarop het Nederlandse kansspelbeleid wordt gevoerd voldoet aan de eisen die in de rechtspraak van het HvJEG worden gesteld voor een rechtvaardiging van de inbreuk op het vrij verkeer van diensten.

Cassatie bij de Hoge Raad
Ladbrokes heeft beroep in cassatie ingesteld. In deze procedure treedt voor haar in cassatie op mr. H.J.A. Knijff, advocaat in Den Haag. Het beroep is tegengesproken door De Lotto, voor wie mr. J.C.A. Stevens, advocaat in Den Haag optreedt.
De zaak is voor de Hoge Raad bepleit, voor Ladbrokes door mr. W.A. Hoyng (advocaat in Amsterdam) en voor De Lotto door mr. J.C.H. van Manen (advocaat in Amsterdam) en mr. E.H. Pijnacker Hordijk (advocaat in Den Haag).
Advocaat-generaal mr. L.A.D. Keus heeft op 4 april 2008 in zijn advies aan de Hoge Raad geconcludeerd tot verwerping van het cassatieberoep van Ladbrokes. Voor het geval de Hoge Raad in verband met eventuele twijfel over de uitlegging van het gemeenschapsrecht prejudiciële vragen (vragen van uitleg) zou willen stellen aan het HvJEG heeft de advocaat-generaal daarvoor enige suggesties gedaan.

De Hoge Raad doet op vrijdag 13 juni, 10.00 uur uitspraak in deze zaak. Om 10.30 uur zal een samenvatting van deze uitspraak, met de volledige tekst van de uitspraak, worden gepubliceerd op de website rechtspraak.nl.

In deze zaak is op vrijdag 13 juni géén persraadsheer beschikbaar voor het geven van een toelichting.

Den Haag, 12 juni 2008
mw. mr. E. Hartogs, griffier
tel 070 - 3611236

Bron: Hoge Raad der Nederlanden Datum actualiteit: 12 juni 2008 Naar boven