Werkgeversvereniging AWVN
Advocaten
Werkgever mag verkeersboete verhalen op werknemer
Datum: 13 juni 2008
Volgens de Hoge Raad mag een werkgever de verkeersboetes die door een
werknemer zijn veroorzaakt tijdens werktijd met een bedrijfsauto,
verhalen op die werknemer. Deze uitspraak is een breuk met eerdere
rechtspraak. Het Gerechtshof in Den Haag had in de zaak waarover de
Hoge Raad zich nu heeft gebogen, eerder geoordeeld dat verhaal in
principe niet mogelijk was.
Feiten
Het ging in deze zaak om een werkgever die bij één van zijn
werknemers drie verkeersboetes teruggevorderde. De boetes hadden
betrekking op snelheidsovertredingen van respectievelijk 6, 4 en 11
km/uur. De wet (art. 7:661 BW) bepaalt dat de werkgever schade die de
werknemer veroorzaakt bij de uitoefening van de werkzaamheden niet kan
verhalen op die werknemer. Dat is alleen anders als er sprake is van
opzet of bewuste roekeloosheid. Het Gerechtshof in Den Haag oordeelde
in deze zaak dat het soms net iets te hard rijden (bijvoorbeeld omdat
de verkeerssituatie daar om vraagt of omdat de werknemer even niet
oplet) nog niet leidt tot opzet of bewuste roekeloosheid. Wel
oordeelde het Hof dat hoe groter de overtreding is, des te eerder
sprake is van opzet of bewust roekeloos handelen. Het Hof legde
daarbij de grens bij een snelheidsovertreding van 10 km/uur.
Oordeel Hoge Raad
De Hoge Raad oordeelt anders dan het Hof. Samengevat oordeelt de Hoge
Raad dat verkeersboetes voor rekening van de overtreder moeten komen,
ongeacht of deze worden veroorzaakt met een bedrijfs- of leaseauto dan
wel de eigen auto. Enige uitzondering is als de werkgever het maken
van de verkeersovertreding heeft bevorderd.
Redenering Hoge Raad
De Hoge Raad volgt een juridisch complexe redenering, die hierbij
verkort wordt weergegeven. Eerst maakt de Hoge Raad een uitstapje naar
de reden waarom verkeersboetes die veroorzaakt zijn door de werknemer,
bij de werkgever terechtkomen. De Wet Administratiefrechtelijke
handhaving verkeersvoorschriften (WAHV) maakt het mogelijk een
verkeersboete op te leggen aan de eigenaar (kentekenhouder) van de
auto, als niet is vast te stellen wie de verkeersovertreding pleegt
(zoals bij het geflitst worden). De WAHV heeft volgens de Hoge Raad
niet de bedoeling gehad om verkeersboetes bij de werkgever neer te
leggen, maar alleen om de inning van de boete te vergemakkelijken.
Vervolgens vergelijkt de Hoge Raad deze situatie met verkeersboetes
die een werknemer direct opgelegd krijgt tijdens werktijd,
bijvoorbeeld als de werknemer in zijn eigen auto rijdt. Volgens de
Hoge Raad is er geen rechtsgrond voor de werknemer om die
verkeersboete op de werkgever te verhalen. Dat is alleen anders
volgens de Hoge Raad als er sprake is van bijzondere omstandigheden
waarin goed werkgeverschap met zich meebrengt dat verhaal niet aan de
orde is, bijvoorbeeld indien de werkgever het begaan van de
overtreding heeft bevorderd. In alle andere gevallen moet de werknemer
de boete zelf betalen. Dat betekent volgens de Hoge Raad dat de
werkgever of de leasemaatschappij, die ten behoeve van de
administratieve efficiency de boete krijgt opgelegd, de boete gewoon
moet kunnen verhalen op de werknemer die de verkeersovertreding heeft
gepleegd.
De Hoge Raad 'gaat om'
Deze uitspraak is ook anders dan een eerdere uitspraak van de Hoge
Raad. Daarin stelde de Belastingdienst dat het niet verhalen van
verkeersboetes veroorzaakt door de werknemers met bedrijfsauto's,
verkapt loon was - en dus belast moest worden. Daartegen protesteerde
een werkgever met succes. De Hoge Raad oordeelde in dat geval dat
verhaal niet mogelijk zou zijn op grond van artikel 7:661 BW. Het
lijkt er dus op dat de Hoge Raad met het huidige oordeel `om gaat'.
Mening AVWN
AWVN vindt dat de uitspraak van de Hoge Raad de verantwoordelijkheid
daar legt waar die hoort. Als een werknemer een verkeersovertreding
begaat, dan dient de werknemer die boete ook te betalen. Ook acht AWVN
het juist dat deze verantwoordelijkheid verschuift als de werkgever
een opdracht heeft gegeven die het maken van overtredingen uitlokt of
aanmoedigt.
AWVN wijst er op dat het `om gaan van de Hoge Raad' mogelijk fiscale
gevolgen kan hebben. De uitspraak kan ertoe leiden dat werkgevers
verkeersboetes niet alleen kunnen verhalen op de werknemer, maar dat
ook moeten doen. Wordt een boete niet verhaald (en is de
verkeersovertreding niet door de werkgever bevorderd), dan zou de
Belastingdienst dit met deze uitspraak van de Hoge Raad alsnog met
succes kunnen aanmerken als `verkapt loon'.
Voor nadere informatie over dit onderwerp kunt u contact opnemen met
de AWVN-werkgeverslijn, (070) 850 86 05, werkgeverslijn@awvn.nl.