Teleurstellende uitspraak Hoge Raad: verkeersboete tijdens werktijd voor
werknemer
Tegen alle verwachtingen in vernietigde de Hoge Raad vandaag de
uitspraak inzake het verhalen van verkeersboetes op werknemers. Eiser
Abvakabo FNV, die namens al haar leden bij TNT-Transport en door één
individueel lid de rechtzaak aanspande, kreeg eerder gelijk van de
kantonrechter in 2003 en het gerechtshof in Den Haag in 2006. Het gaat
om twee boetes voor overschrijding van de maximumsnelheid met 4 en 6
km per uur.
Abvakabo FNV-advocaat Arno van Deuzen is teleurgesteld met de
volstrekt onverwachte en slecht gemotiveerde uitspraak, waarbij de
argumentatie van Abvakabo FNV en de advocaat-generaal onbesproken
bleven: "In de eerdere uitspraken oordeelde de rechter dat er bij een
overschrijding van de maximumsnelheid tot 10 kilometer per uur geen
sprake is van opzet of bewuste roekeloosheid en de boete daarom door
de werknemer betaald zou moeten worden. De Hoge Raad heeft deze
eerdere motivering niet meegnomen in zijn uitspraak, wat verrassend
is."
De Hoge Raad vernietigde de uitspraak van het gerechtshof met als
overweging dat het niet voor de hand ligt dat werkgevers de boete
betalen. Daarnaast wordt er onderscheid gemaakt tussen werknemers die
met een eigen auto rijden of een auto, waarvan het kenteken
geregistreerd staat op naam van de werkgever. De eerste groep zou de
boete zelf moeten betalen. Om deze ongelijkheid tegen te gaan wilde
Abvakabo FNV ervoor pleiten om ook voor werknemers die in hun eigen
auto veel onderweg zijn voor hun werk, de boetes te laten betalen door
de werkgever, mits de overtreding in werktijd wordt gemaakt zonder
opzet en roekeloos rijgedrag.
ABVAKABO FNV