Gerechtelijke organisatie

Hoge Raad doet op vrijdag 13 juni 2008 uitspraak in de zaak over de vraag of werkgevers verkeersboetes mogen verhalen op werknemers, voor overtredingen die werknemers in de uitoefening van hun werkzaamheden hebben begaan

Den Haag, 11 juni 2008 - Het gaat in deze civiele procedure om boetes die op grond van art. 5 Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (WAHV) aan Koninklijke TPG Post B.V. of door haar ingeschakelde autoverhuur- of leasebedrijven als kentekenhouder zijn of worden opgelegd.
Eisers zijn Abvakabo FNV en een werknemer van TPG Post. Zij stellen zich, kort gezegd, op het standpunt dat TPG Post niet gerechtigd is deze boetes op haar werknemers te verhalen, en dus boetes die wel verhaald zijn dient terug te betalen.

De kantonrechter in Den Haag heeft op 26 november 2003 beslist dat TPG Post een boete van EUR 52,- , opgelegd wegens overschrijding van de maximumsnelheid van 50 km per uur met 11 km per uur, ten onrechte op de werknemer heeft verhaald nu die overschrijding niet het gevolg was van opzet of bewuste roekeloosheid, en heeft TPG Post veroordeeld tot terugbetaling van dat bedrag.

Het gerechtshof 's-Gravenhage oordeelde op 12 mei 2006 (LJN AX1690) dat de verkeersboetes niet op de werknemers verhaald mogen worden, tenzij het gaat om boetes die het gevolg zijn van opzet of bewuste roekeloosheid van de werknemer in de zin van artikel 7:661 Burgerlijk Wetboek (BW). Bij overschrijding van de maximumsnelheid van 50 km per uur tot 10 km per uur is daarvan volgens het hof in het algemeen geen sprake, maar bij een overschrijding met 10 km of meer in beginsel wel. Op deze gronden werden de in hoger beroep ten dele gewijzigde vorderingen van Abvakabo FNV en de werknemer grotendeels toegewezen.

Centraal in dit geschil staat artikel 7:661 lid 1 BW, dat luidt: "De werknemer die bij de uitvoering van de overeenkomst schade toebrengt aan de werkgever of aan een derde jegens wie de werkgever tot vergoeding van die schade is gehouden, is te dier zake niet jegens de werkgever aansprakelijk, tenzij de schade een gevolg is van zijn opzet of bewuste roekeloosheid. Uit de omstandigheden van het geval kan, mede gelet op de aard van de overeenkomst, anders voortvloeien dan in de vorige zin is bepaald."

De procedure bij de Hoge Raad
TPG Post heeft cassatieberoep bij de Hoge Raad ingesteld tegen de uitspraak van het hof
's-Gravenhage. Abvakabo FNV en de werknemer hebben van hun kant eveneens cassatieberoep ingesteld. De zaak wordt voor TPG Post behandeld door mr. R.A.A. Duk en voor Abvakabo FNV en de werknemer door mr. E. Grabandt, beiden advocaat in Den Haag.

Op 21 december 2007 heeft advocaat-generaal Langemeijer in zijn advies aan de Hoge Raad geconcludeerd tot verwerping van beide beroepen.

De Hoge Raad doet op vrijdag 13 juni, 10.00 uur uitspraak in deze zaak.

Een samenvatting van de uitspraak zal om 10.30 uur aan de pers worden verstuurd, terwijl deze samenvatting tegelijk met de uitspraak zelf, rond dezelfde tijd op de website rechtspraak.nl zal worden gepubliceerd.

Op vrijdag 13 juni zal persraadsheer mr. E.J. Numann tussen 10.45 en 12.30 uur bereikbaar zijn (via telefoonnummer 070-3611236) voor een toelichting op deze uitspraak.

Den Haag, 11 juni 2008
mw. mr. E. Hartogs, griffier
Tel 070-3611236

Bron: Hoge Raad der Nederlanden Datum actualiteit: 11 juni 2008 Naar boven