Europees akkoord over cabotage
De ministers van Transport van de Europese Unie hebben vandaag in Luxemburg politieke overeenstemming bereikt over een nieuwe wettelijke regeling voor cabotage bij wegverkeer. De uiteenlopende nationale regelingen worden vervangen door één uniform Europees systeem. Iedere wegvervoerder mag voortaan per vrachtwagen aansluitend op een beladen rit in het buitenland cabotage verrichten. Dit wil zeggen dat de goederenvervoerder in een land dat hij terugkerend leeg doorkruist een lading mee mag nemen. Hiervoor geldt een maximum van drie lidstaten binnen zeven dagen.
Minister Eurlings van Verkeer en Waterstaat is grote voorstander van vergaande liberalisatie van cabotage. Cabotage is belangrijk voor Nederland. Hoewel het maar om 1 tot 2 procent van de Europese vervoersmarkt gaat, neemt Nederland hiervan 14 procent voor haar rekening. Dit gaat om 180 miljoen beladen kilometers per jaar. Cabotage voorkomt het onnodig leeg rijden van vrachtwagens en is het daarmee beter voor het milieu. Het zorgt ervoor dat het bestaande vervoer efficiënter gebeurt.
Over het voorstel van het Europees Parlement om vanaf 2014 volledige cabotagevrijheid toe te staan wordt nog gesproken. Het voorstel, waar Nederland voorstander van is, vindt onder de andere EU-landen onvoldoende aanhang. Naast Nederland zijn onder meer België, Luxemburg, Denemarken, Polen, Portugal, Tsjechië en Slowakije voorstander van verdere verruiming van de regeling voor cabotage. Onder andere Duitsland, Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk konden met het compromisvoorstel instemmen. Oostenrijk, Griekenland en Italië willen cabotage sterk beperken. Hun wegvervoerbedrijven hebben last van (vaak goedkopere) buitenlandse concurrenten.
Noot voor redacties (
RVD Mediafeed