European Union



Brussel, 11 juni 2008

Antitrust: Commissie legt kartel natriumchloraatproducenten voor 79 miljoen EUR geldboeten op wegens marktverdelings- en prijsafspraken

De Europese Commissie heeft voor in totaal 79 070 000 EUR geldboeten opgelegd aan vier concerns die onderling verkoopvolumes verdeelden en prijsafspraken maakten voor natriumchloraat, een oxiderende stof die vooral als bleekmiddel in de pulp- en papierindustrie wordt gebruikt. Deze praktijken zijn in strijd met het verbod op kartels en mededingingsbeperkende zakelijke praktijken uit het EG-Verdrag (artikel 81) en de EER-Overeenkomst (artikel 53). De betrokken ondernemingen zijn: EKA Chemicals, Akzo Nobel, Finnish Chemicals, Erikem Luxembourg, Arkema France, Elf Aquitaine, Aragonesas Industrias y Energia, en Uralita. Van eind 1994 tot 2000 maakten deze ondernemingen prijsafspraken en verdeelden zij de markten onder elkaar tijdens een reeks bijeenkomsten en andere verboden contacten. Akzo Nobel en haar dochter EKA Chemicals kregen volledige boete-immuniteit in het kader van de clementieregeling 2002 van de Commissie (zie IP/02/247 en MEMO/02/23), omdat zij als eersten met informatie over het kartel kwamen. Finnish Chemicals zag zijn geldboete met 50% verlaagd, omdat het meewerkte aan het onderzoek. De geldboete voor Arkema France werd dan weer met 90% verhoogd, omdat bij deze onderneming sprake is van recidive (zij werd voordien al in drie andere kartels veroordeeld).

In een reactie verklaarde Neelie Kroes, Commissaris voor concurrentiebeleid: "Deze ondernemingen moeten maar eens lesje krijgen: ze moeten weten dat de Commissie hoge geldboetes oplegt wanneer ondernemingen hun klanten - en uiteindelijk de consumenten - oplichten door een kartel te vormen. De aandeelhouders en het management van Arkema moeten zich ernstige vragen gaan stellen, nu de geldboete van de onderneming met 90% werd verhoogd omdat zij al bij drie eerdere kartels was betrokken. De geldboeten van ondernemingen zullen bij recidive blijven toenemen."

Natriumchloraat wordt vooral gebruikt voor de productie van chloordioxide, dat in de pulp- en papiersector wordt gebruikt om chemische pulp te bleken.

Het onderzoek van de Commissie kwam er na een verzoek om boete-immuniteit van EKA Chemicals in maart 2003. Ook Finnish Chemicals diende in het kader van de clementieregeling 2002 een verzoek in.

Het kartel

Van eind 1994 tot begin 2000 hadden de producenten van natriumchloraat een kartel lopen, waarbij zij de verkoopvolumes onderling verdeelden en prijsafspraken maakten. De ondernemingen kwamen regelmatig bijeen om over prijzen en volumes te overleggen, gevoelige zakelijke informatie uit te wisselen en toe te zien op de tenuitvoerlegging van hun verboden afspraken.

Geldboeten

De geldboeten in deze zaak zijn gebaseerd op de richtsnoeren boetetoemeting van 2006 (zie IP/06/857 en MEMO/06/256), die van kracht waren toen de partijen een mededeling van punten van bezwaar werd gezonden.

De praktijken die het onderzoek van de Commissie in deze zaak aan het licht bracht, zijn zeer zware inbreuken op de antitrustregels van het EG-Verdrag. Bij het bepalen van de boetebedragen hield de Commissie rekening met de getroffen verkopen van de betrokken ondernemingen, maar ook met hun gecombineerde marktaandeel, de geografische impact en de daadwerkelijke tenuitvoerlegging van de kartelafspraken. De Commissie verhoogde de geldboeten voor Arkema France met 90%, omdat de onderneming al in drie eerdere beschikkingen van de Commissie een geldboete kreeg opgelegd voor kartelpraktijken - peroxideproducten (1984), polypropeen (1986) en recenter (1994) PVC (zie IP/94/732).

Voor het eerst heeft de Commissie nu in het kader van de richtsnoeren boetetoemeting 2006 de geldboete voor een onderneming verhoogd omdat deze voordien reeds bij drie kartels was betrokken. In een recente zaak werd de geldboete voor een onderneming (ENI) met 60% verhoogd, omdat zij voordien al tweemaal voor gelijkaardige praktijken een boete had gekregen (zie IP/07/1855).

Akzo Nobel en haar dochter EKA Chemicals kregen volledige boete-immuniteit omdat zij de Commissie als eersten informatie over het kartel verschaften.

Finnish Chemicals werd in het kader van de clementieregeling beloond met een boetevermindering van 50% omdat het goed heeft meegewerkt aan het onderzoek van de Commissie.

In deze zaak legde de Commissie de volgende geldboeten op en kende zij de volgende clementiekortingen toe:

Naam en locatie onderneming

Geldboete*

(EUR)

Clementiekorting

(in %)

Clementiekorting

(EUR)

EKA Chemicals (Zweden)/Akzo Nobel (Nederland)
0
100
116 000 000
Finnish Chemicals
(Finland)/Erikem (Luxemburg)
10 150 000
50
10 150 000
Arkema France
en
Elf Aquitaine (Frankrijk)
59 020 000

Aragonesas/Uralita
(Spanje)
9 900 000

TOTAAL
79 070 000

(*) Rechtspersonen binnen de onderneming kunnen hoofdelijk aansprakelijk worden gesteld voor het geheel of een deel van de opgelegde geldboete.

Schadeclaims

Particulieren of ondernemingen die van concurrentiebeperkende praktijken zoals in deze zaak te lijden hebben, kunnen de zaak voor de nationale rechter brengen en schadevergoeding eisen. Zowel de rechtspraak van de EU-rechter als Verordening (EG) nr. 1/2003 bevestigen dat een beschikking van de Commissie voor de nationale rechter als bindend bewijsmateriaal kan worden gebruikt dat de praktijken hebben plaatsgevonden en verboden waren. Zelfs indien de Commissie de betrokken ondernemingen geldboeten heeft opgelegd, kunnen toch schadevergoedingen worden toegekend zonder dat deze hoeven te worden verlaagd omdat de Commissie al een geldboete heeft opgelegd. Over schadeclaims in antitrustzaken is een witboek gepubliceerd (zie IP/08/515 en MEMO/08/216). Meer informatie over het witboek, met onder meer de publiekssamenvatting, is te vinden onder:

http://ec.europa.eu/comm/competition/antitrust/actionsdamages/document s.html

Voor meer informatie over de strijd van de Commissie tegen kartels, zie MEMO/08/383.