Algemene Rekenkamer

Duurzaamheid intensieve veehouderij

12-6-2008

Weinig bekend over resultaten kabinetsbeleid voor duurzaamheid intensieve veehouderij

Controleaanpak naleving dierenwelzijnregels kan beter

Het is onduidelijk of de ambities van het kabinet voor de duurzaamheid van de intensieve veehouderij wel gerealiseerd kunnen worden binnen de gestelde termijnen. Er is veel bereikt bij de reductie van ammoniakuitstoot en er is vooruitgang geboekt bij de huisvesting van dieren, maar verder is over beleidsresultaten weinig bekend. De minister van LNV zet instrumenten voor verbetering van dierenwelzijn en innovatie niet voluit in, en evalueert weinig. Hierdoor ontbreekt inzicht in effecten van instrumenten die wel worden ingezet. Dit constateert de Algemene Rekenkamer in het rapport, Duurzaamheid intensieve veehouderij, dat zij publiceert op 12 juni 2008.

Volgens het Nationaal Milieubeleidsplan 4 (2001) is de landbouw in Nederland nog niet duurzaam. Het kabinet streeft op lange termijn (2030 als horizon) naar een duurzame landbouw. De intensieve veehouderij - waar varkens, kippen en kalveren op een relatief klein oppervlak worden gehouden - kent in vergelijking met andere landbouwsectoren de meeste knelpunten op het gebied van duurzaamheid. De Algemene Rekenkamer is nagegaan in hoeverre de rijksoverheid slaagt in haar streven om de intensieve veehouderij duurzamer te maken en heeft dat beoordeeld op de aspecten dierenwelzijn, ammoniakuitstoot uit dierlijke mest en innovatie.

Geen betrouwbaar beeld van de naleving van dierenwelzijnregels

Er is niet veel bekend over prestaties en effecten van het dierenwelzijnbeleid, onder andere omdat het beleid sinds 1995 niet meer is geëvalueerd. De huisvesting van dieren in de intensieve veehouderij is verbeterd. Wet- en regelgeving op het gebied van ingrepen, zoals snavelbehandeling bij kippen en castreren van biggen, is diverse malen uitgesteld. Deze ingrepen zijn soms inherent aan de huidige manier van dieren houden of komen tegemoet aan de wensen van de consument. De naleving van de dierenwelzijnregels wordt door de rijksoverheid niet intensief gecontroleerd, constateert de Algemene Rekenkamer. De Algemene Inspectiedienst (AID) heeft als streven om jaarlijks 5% van de bedrijven te controleren. Het is onbekend of dit gebeurt: de minister van LNV stuurt hier niet op, maar stelt het aantal uren vast dat de AID moet besteden aan controles in een jaar. De AID heeft de afgelopen jaren verscheidene keren de gering geplande controle-uren voor de intensieve veehouderij niet gehaald. Daarnaast wordt niet bijgehouden welke bedrijven nog niet aan de meest recente regelgeving hoeven te voldoen. De minister van LNV heeft hierdoor geen betrouwbaar beeld van de mate waarin de dierenwelzijnregels worden nageleefd. De Algemene Rekenkamer beveelt de minister aan om de AID doelgerichter, zowel in kwalitatief als kwantitatief opzicht, controles uit te laten voeren op het gebied van dierenwelzijn.

Ammoniakuitstoot: veel bereikt, maar nog risico's

De ministers van VROM en LNV hebben veel bereikt in de reductie van ammoniakuitstoot. Ammoniakemissie, waarvan 90% veroorzaakt wordt door landbouw in Nederland vormt een belangrijk milieuprobleem, omdat het leidt tot verzuring van lucht en water waardoor biodiversiteit verloren gaat en de kwetsbare natuur wordt bedreigd. De uitstoot van ammoniak door de landbouw is van 1990 (237 kiloton) tot 2006 (120 kiloton) met bijna 50% afgenomen. Om verlies van biodiversiteit te voorkomen, moet de uitstoot nog meer afnemen. De Europese doelstelling voor ammoniakemissies (128 kiloton in 2010, waarvan 114 kiloton door de landbouw) ligt binnen bereik, maar de Algemene Rekenkamer ziet drie risico's:


- Toename van de ammoniakemissies uit de melkveesector door verruiming van de melkquota.


- Verlenging van de overgangstermijn voor bestaande bedrijven voor het voldoen aan het Besluit huisvesting, waardoor uitstoot van ammoniak niet vermindert.


- Het Milieu- en Natuurplanbureau schat dat met preciezere metingen van uitstoot (nieuwe methodiek) de ammoniakemissies mogelijk flink hoger gaan uitkomen.

De Algemene Rekenkamer geeft aan dat extra inspanningen nodig zijn om de beleidsdoelstellingen, zowel inhoudelijk als in de tijd gezien, binnen bereik te kunnen houden. Ook de bescherming van kwetsbare natuur tegen neerslag van ammoniakemissies vereist extra maatregelen.

Effect innovatiebeleid onduidelijk

Het is onduidelijk of subsidiëring van innovaties als een instrument om de overgang naar duurzame productiemethoden te bevorderen in zijn geheel genomen effect heeft voor de intensieve veehouderij. De intensieve veehouderij heeft bijvoorbeeld in de periode 1997 tot 2006 circa ¤ 9 miljoen subsidie ontvangen in het kader van de stimuleringsregeling Innovatie markt en concurrentiekracht. Het ministerie heeft niet bekeken of de gesubsidieerde projecten een succes zijn geworden, of ze breder in de sector zijn toegepast en wat de rol van de subsidie daarbij is geweest. Resultaten van geslaagde gesubsidieerde projecten worden niet actief verspreid. De Algemene Rekenkamer beveelt aan dat de minister voor het innovatiebeleid regelmatig evalueert wat de resultaten zijn en succesvol gebleken innovaties actief stimuleert.

Reactie ministers van LNV en VROM en nawoord Algemene Rekenkamer

De minister van LNV stelt, mede namens de minister voor VROM, in reactie op het gebied van dierenwelzijn dat er vooruitgang is geboekt, maar dat de problematiek complex en weerbarstig blijft. De ministers van LNV en VROM geven vervolgens aan dat zij een flinke inspanning moeten leveren om in 2010 en de jaren daarna onder de Europese doelstelling voor ammoniakemissies te blijven. De minister van LNV zegt ten slotte toe dat zij in 2008 de regeling Innovatie markt en concurrentiekracht evalueert.

De Algemene Rekenkamer schrijft in haar nawoord dat de constructieve reactie van de ministers zal leiden tot een beleid dat op termijn zijn effecten zal hebben. Zij wijst er wel op, dat er - waar mogelijk - versnelling moet worden ingezet voor het oplossen van de gesignaleerde problemen op het gebied van handhaving van de dierenwelzijnregels en de uitstoot van ammoniak.