Buitenlandse Zaken België
Datum: 11/06/2008
Minister De Gucht juicht de arrestatie van Stojan Zupljanin door de
Servische autoriteiten toe
Minister van Buitenlandse Zaken Karel De Gucht juicht de arrestatie
van Stojan Zupljanin door de Servische autoriteiten op 11 juni toe.
Hij was één van de nog vier voortvluchtige beschuldigden door het
Internationaal Straftribunaal voor Ex-Joegoslavië (ICTY). Beschuldigd
sinds 1999, wordt Stojan Zulpjanin vooral aangeklaagd wegens misdaden
tegen de menselijkheid, waaronder vervolgingen, uitroeiing,
moordaanslagen en doodslag, mishandeling en onmenselijke daden.
Minister De Gucht ziet in deze arrestatie een bemoedigend teken, dat
toelaat te hopen dat het Bureau van de Procureur van het ICTY weldra
in staat zal stellen te constateren dat Servië zijn volledige
medewerking verleent aan het Tribunaal.
Buiten het feit dat dit een verplichting is voor elke lidstaat van de
VN, is deze volledige medewerking een voorwaarde die opgelegd werd
door de Europese Unie om Servië dichter bij de Unie te brengen, zoals
herhaald door de Europese Raad van afgelopen december, die haar
conclusies van december 2006 bevestigde. Daarenboven beslisten de
Ministers van Buitenlandse Zaken van de Unie op 29 april dat de
uitvoering van de interimbepalingen van het Stabilisatie-en Associatie
akkoord, diezelfde dag ondertekend door Servië en de Unie, alsook de
ratificatie van dat akkoord, eveneens onderworpen worden aan de
voorafgaande vaststelling dat Servië zijn volledige samenwerking
verleent aan het TPIY.
Voldoen aan deze eis zou het Europese integratieproces van Servië
voortzetten, een doelstelling die België volledig deelt met zijn
partners binnen de Unie. Meer fundamenteel gezien zou het ook wijzen
op de goede wil en het vermogen van Servië om de waarden en de
principes te integreren die het Europese project vertegenwoordigt.