Kamerbrief inzake lijst van feitelijke vragen over weeskinderen
Graag bieden wij u hierbij de antwoorden aan op uw vragen van de vaste
commissie voor Buitenlandse Zaken met betrekking tot weeskinderen van 25 april
2008 met kenmerk 08-BuZa-B-061.
De minister voor Ontwikkelingssamenwerking,
Drs. A.G. Koenders
De minister van Buitenlandse Zaken,
Drs. M.J.M. Verhagen
Antwoorden Commissievragen Weeskinderen
1 Bent u op de hoogte van de VN Guidelines for the Appropriate Use and
Conditions of Alternative Care for Children? In hoeverre ondersteunt
Nederland actief de implementatie in en buiten Nederland van deze
richtlijnen voor kinderen zonder ouderlijke zorg?
Ja, het betreft een initiatief dat ik van harte ondersteun. De "Draft UN
Guidelines for the Appropriate Use and Conditions of Alternative Care
for Children" hebben namelijk als doel het versterken en aanvullen van
het Kinderrechtenverdrag, voor kinderen die behoefte hebben aan
alternatieven voor ouderlijke zorg. Het gaat hier bijvoorbeeld om
kinderen van ouders die ernstig ziek of overleden zijn als gevolg van aids,
of om kinderen die door hun ouders mishandeld worden.
In het kader van de Nederlandse inzet voor betere bescherming van
kinderen tegen geweld en uitbuiting, zal ik mij sterk maken voor
aanvaarding van deze concept richtlijnen door de AVVN, tijdens de
aanstaande zitting (najaar 2008).
UNICEF is een van de drijvende krachten achter de totstandkoming van
deze VN richtlijnen en zal tevens een belangrijke rol spelen bij de
implementatie ervan. UNICEF draagt vooral door haar inzet op het terrein
van kinderbescherming en hiv/aids bij aan het verbeteren van de
levensomstandigheden van kinderen die onvoldoende zorg en
bescherming krijgen van hun ouders.
Nederland is een van de grootste donoren van UNICEF, met een totale
bijdrage van EUR 141 miljoen in 2007. Hiervan is jaarlijks 6 miljoen
specifiek bestemd voor kinderbescherming en nog eens 6 miljoen
specifiek voor hiv/aids gerelateerde activiteiten (waaronder opvang
aidswezen).
2
18
In hoeverre draagt het Nederlandse ontwikkelingshulpbeleid bij aan
het brengen van hulp naar het kind in plaats van andersom? Zijn
kinderen wel voldoende uitgangspunt van het beleid: in hoeverre is het
beleid erop gericht dat kinderen in hun eigen gemeenschap worden
opgevangen als dat mogelijk is (overeenkomstig het Verdrag inzake de
Rechten van het Kind)?
Is het belang van kinderen om op te groeien in een gezinsomgeving
integraal opgenomen in het beleid van ontwikkelingssamenwerking?
Nederland heeft het Verdrag inzake de Rechten van het Kind geratificeerd.
Maar Nederland voert geen normatief beleid ten aanzien van het belang van
een specifieke gezinsomgeving voor kinderen. Kinderen groeien veelal op
in familiestructuren die zeer verschillend van aard kunnen zijn. Het beleid
erkent het belang van deze structuren voor de ontwikkeling van het kind en
beoogt deze te ondersteunen. Door de groeiende hiv/aids epidemie nemen
Error! Unknown document property name. DSI/SB-268/08
Error! Unknown document property name. 2/11
de situaties toe waarin de traditionele gezinsvormen (vader, moeder en
kinderen) niet meer aanwezig is doordat beide ouders zijn overleden aan
aids. De epidemie heeft geleid tot andere gezinsvormen, waarbij kinderen
vaker opgroeien in huishoudens bij pleegouders, bij grootouders, bij andere
familieleden van de 'extended family', of bij buren. In 'social protection'
programma's wordt hierop ingespeeld.
3 In hoeverre ondersteunt Nederland de ontwikkeling van pleegzorg en
nationale adoptie in de landen waar veel kinderen leven zonder
ouderlijke zorg?
Organisaties zoals UNICEF, Save the Children en World Vision spelen hier
een rol, veelal in samenwerking met de nationale overheid. Deze
organisaties worden door Nederland financieel gesteund.
4 Het aantal weeskinderen stijgt in 2012 tot 250 miljoen. Erkent u de
bijzondere kwetsbaarheid van deze groep? Vergt dit geen sterkere
focus vanuit het beleid van ontwikkelingssamenwerking, maar ook
binnen de mensenrechtenstrategie?
Ik erken de bijzondere kwetsbaarheid van weeskinderen. Het is om die
reden dat deze groep aandacht krijgt via de Mensenrechtenstrategie,
binnen het hiv/aids beleid, en via verschillende multilaterale en bilaterale
programma's. Evenwel vormen zij geen specifieke doelgroep binnen het
Nederlandse beleid.
5 In de motie van der Staaij c.s. (TK 31 200V, nr. 57) wordt gevraagd
naar beleid specifiek gericht op weeskinderen. In uw reactie op deze
motie gaat u in op beleid gericht op kinderen in het algemeen. Betekent
dit dat u van mening bent dat weeskinderen in het beleid geen specifiek
doelgroep dienen te zijn? Zo neen, waarom niet? Zo ja, hoe gaat u dat
beleid dan invullen?
Weeskinderen maken deel uit van de groep kwetsbare kinderen. Veel van
de problemen waar weeskinderen tegenaanlopen, zoals toegang tot
onderwijs, voldoende kwaliteitsvoeding, en toegang tot gezondheidszorg,
delen zij met andere kwetsbare kinderen. In de praktijk is verder gebleken
dat weeskinderen vaak ook moeilijk te onderscheiden zijn van de bredere
groep kwetsbare kinderen.
6 In het nieuwe Mensenrechtenfonds worden kinderrechten als prioriteit
benoemd en kunnen ambassades programma's die zich richten op
kinderen financieren. Staat het ambassades vrij om al dan niet
programma's ten behoeven van kinderrechten te ondersteunen, of is er
sprake van een verplichting om een bepaald percentage van het fonds
te besteden aan programma's ten behoeve van kinderrechten?
Het staat ambassades vrij programma's ten behoeve van kinderrechten te
ondersteunen. Er is geen sprake van een verplichting om een bepaald
Error! Unknown document property name. DSI/SB-268/08
Error! Unknown document property name. 3/11
percentage van het Mensenrechtenfonds te besteden aan programma's ten
behoeve van kinderen. Ambassades ondersteunen op basis van een
analyse van de lokale mensenrechtensituatie die projecten en organisaties
die het meest urgent zijn en een kans van slagen hebben.
7 Worden er vanuit het Mensenrechtenfonds door ambassades al
programma's ondersteund ten behoeve van kinderen? Zo ja, welk deel
van de programma's richt zich specifiek op de opvang van
(aids)wezen?
Ja, verscheidene ambassades ondersteunen projecten ter bevordering van
kinderrechten (onder meer in Irak, Zimbabwe, Cuba, Peru, Filippijnen,
India, en Roemenië). Deze projecten zijn onder meer gericht op het
verbeteren van de positie van meisjes, kinderen in conflictgebieden, het
tegengaan van kinderarbeid en in een enkel geval op opvang van
weeskinderen. Ik kan niet precies aangeven welk deel specifiek besteed
wordt aan de opvang van (aids)wezen.
8 Nederland zal zich inzetten om te komen tot effectieve EU-maatregelen
ter bestrijding van kinderarbeid. Aan welke maatregelen wordt
gedacht, naast de mogelijkheid van een verbod op het op de markt
brengen van producten die met kinderarbeid zijn gemaakt?
Nederland pleit voor de bestrijding van kinderarbeid door de inzet van
alle instrumenten die de EU ter beschikking heeft in haar externe beleid.
Het gaat hierbij om ontwikkelingssamenwerking, handelsmaatregelen en
ook politieke dialoog. Voor wat betreft ontwikkelingssamenwerking ziet
Nederland er op toe dat EU-ontwikkelingsprogramma's mogelijkheden
bieden aan kinderen onderwijs te volgen zodat zij niet reeds op jonge
leeftijd het arbeidsproces in gaan. Ten aanzien van handelsmaatregelen
tracht Nederland steun te verwerven voor het laten onderzoeken van
mogelijkheden om te komen tot een verbod op het op de markt brengen
van producten die zijn gemaakt met gedwongen kinderarbeid. Daarnaast
beoogt Nederland actief gebruik van het Algemeen Preferentieel Stelsel
om landen te stimuleren de internationale normen (afkomstig uit het VNkinderrechtenverdrag
en de Internationale Arbeidsorganisatie) na te leven.
Nederland zet zich er tenslotte voor in dat in de politieke dialoog van de
EU met derde landen kinderarbeid structureel aan de orde komt en landen
worden aangezet tot het naleven en implementeren van internationale
afspraken op het gebied van kinderarbeid.
9 In welke mate bieden de gesteunde programma's mogelijkheden voor
kinderen die thuis de rol van de weggevallen ouder(s) moeten
overnemen, om alternatieve vormen van onderwijs of 'life skills'
trainingen te volgen die te combineren zijn met het zorgen voor het
huishouden?
De doelstelling van het beleid is dat alle kinderen en alle jongeren
onderwijs genieten. Daar horen dus ook kinderen en jongeren in
Error! Unknown document property name. DSI/SB-268/08
Error! Unknown document property name. 4/11
moeilijke omstandigheden bij, zoals kinderen die thuis de rol van de
weggevallen ouder(s) moeten overnemen. Nederland is voorstander van
'inclusive education', waarbij kwetsbare en moeilijk te bereiken kinderen
aan het reguliere onderwijs deelnemen en waarvoor in de partnerlanden
ook steeds meer aandacht komt. Tegelijkertijd moeten ook voor de korte
termijn oplossingen worden gevonden via alternatieve vormen van
onderwijs of non-formeel onderwijs. NGO's spelen hierin een
belangrijke rol.
Via ondersteunde programma's van onder andere UNICEF en
verschillende NGO's worden flankerende maatregelen aangeboden en
alternatieve en vaak non formele onderwijsvormen ondersteund die een
aanvulling bieden op het onderwijsbeleid van de overheid. Voorbeelden
hiervan zijn het invoeren van flexibele lestijden of het bepleiten van het
vestigen van centra voor voorschoolse vorming en ontwikkeling
(kleuteronderwijs) naast de lagere school zodat schoolgaande kinderen
hun jongere broertjes of zusjes naar kleuteronderwijs of crèche kunnen
sturen. Binnen alternatieve en non formele onderwijsprogramma's ligt de
nadruk veelal op alfabetisering, life-skills en meer technische
vaardigheden als voorbereiding op werk en een gezond leven.
10 Kan een integraal overzicht gegeven worden van de organisaties,
programma's en projecten voor weeskinderen (met name aidswezen)
voor de periode 2006-2008, sinds de intensivering die gerealiseerd werd
met het amendement Van der Staaij/Huizinga-Heringa (TK 30 300 V,
nr. 23)? Welke bedragen zijn daarmee gemoeid (geweest)? Welk deel
daarvan was/is geoormerkt voor OVC's (wezen en kwetsbare
kinderen) en welk deel niet? Welke donaties bestrijken meerdere
jaren, en welke worden slechts voor één jaar gedaan?
Gelet op de gedetailleerdheid van deze vraag is het niet mogelijk gebleken
om binnen de termijn deze vragen adequaat te beantwoorden. Ik streef
ernaar u vóór 1 juli 2008 te informeren.
11 Aan welke landen zijn de beleidsintensiveringen t.a.v. OVC's sinds
2006 met name ten goede gekomen? Speelt het aantal OVC's een rol in
de keuze voor de landen aan wie de steun ten goede moet komen?
De meeste programma's voor OVC's komen ten goede aan landen in sub-
Sahara Afrika, die het zwaarst getroffen zijn door de hiv/aids epidemie:
Botswana, Lesotho, Mozambique, Swaziland, Zuid Afrika, Zambia en
Zimbabwe. De aantallen OVC's die geraakt zijn door hiv zijn in dit deel
van de wereld ook het hoogst. De keuze voor de landen is niet alleen
gebaseerd op aantal OVC's, maar wordt ook bepaald door factoren als
complementariteit aan andere donoren, reeds bestaande programma's en
aanwezigheid van uitvoerende organisaties.
12 Zijn er rapporten dan wel evaluaties beschikbaar van de organisaties,
programma's of projecten die Nederland ondersteund heeft, op basis
Error! Unknown document property name. DSI/SB-268/08
Error! Unknown document property name. 5/11
waarvan het Ministerie inzicht heeft in de resultaten ervan?
Iedere organisatie die Nederland ondersteunt, via de Thematische
Medefinanciering (TMF), het Medefinancieringsstelsel (MFS) en via
bilaterale en multilaterale kanalen dient jaarlijks specifieke rapportages
m.b.t. hun programma's en projecten aan te leveren. Naast deze reguliere
rapportages vinden er met regelmaat (externe) evaluaties van deze
organisaties plaats, vaak op eigen initiatief van de organisaties, soms op
initiaief van een of een aantal donoren. Verder zijn alle MFS organisaties
verplicht om binnen het systeem van maatgesneden monitoring een
monitoringsprotocol in te dienen voor de gehele subsidie periode. Via dit
protocol wordt nadrukkelijk de voortgang op de behaalde resultaten
gevolgd. Door al deze rapportages en evaluaties heeft het Ministerie inzicht
in de vorderingen en resultaten die geboekt zijn.
13 Zal de inkrimping van de personele bezetting op de ambassades ertoe
leiden dat de steun aan projecten voor OVC's afgebouwd wordt en dat
de steun voor OVC's in de toekomst meer via het bilaterale of het
multilaterale kanaal verstrekt zal worden?
Op dit moment zijn de gevolgen van de taakstelling nog niet bekend. Dit
neemt niet weg dat op alle niveaus in de organisatie keuzes zullen worden
gemaakt. Tijdens de strategische meerjarenplanning dit jaar hebben
ambassades aangegeven in welke sectoren en op welke thema's zij actief
zullen zijn en in welke rol ze dat willen doen. Ik heb vooralsnog geen
indicatie dat deze exercitie geleid heeft tot minder aandacht voor OVC's.
De keuze via welk kanaal de hulp wordt ingezet is vooral ingegeven door
de verwachte effectiviteit van de hulp.
14 In hoeverre besteden de programma's en projecten die het Ministerie
voor OVC's steunt, aandacht aan de psychosociale gevolgen van
hiv/aids voor kinderen en jongeren (denk aan begeleiding van kinderen
die (half)wees zijn geworden, kinderen die huishoudens moeten runnen
en door het ontbreken van ouders een rolmodel missen)?
Organisaties als World Vision, Mercy Corps (Zimbabwe), Catholic Relief
Services (Zimbabwe) en UNICEF geven aandacht aan de psychosociale
gevolgen van hiv/aids voor kinderen en jongeren. Sommige programma's
en projecten hebben een specifiek deelprogramma gericht op psychosociale
steun, in anderen wordt het integraal meegenomen.
15 Strekken de programma's voor sociale bijstand aan OVC's zich ook
uit tot financiële bijdragen voor zogenaamde 'child-headed
households'? Kunnen daarvan voorbeelden gegeven worden?
De programma's voor sociale bijstand aan OVC's zijn niet specifiek gericht
op 'child-headed households', mede om verdere stigmatisering te
voorkomen. Gedocumenteerde voorbeelden zijn niet voorhanden.
16 Bent u bekend met de activiteiten van het World Initiative for Orphans
Error! Unknown document property name. DSI/SB-268/08
Error! Unknown document property name. 6/11
(WIO)? Welke bijdrage kan deze organisatie in uw ogen leveren aan
een verbetering van de opvang en rechtspositie van weeskinderen?
Bent u bereid tot (financiële) ondersteuning van deze organisatie,
bijvoorbeeld voor het opzetten van bepaalde pilots? Welke overige
mogelijkheden voor ondersteuning liggen hier?
Ik ben bekend met het werk van de organisatie World Initiative for
Orphans. Projectaanvragen van deze organisatie zullen binnen de
subsidiekaders die het ministerie kent, op hun merites worden
beoordeeld.
17 Is het in de praktijk voor relatief jonge organisaties - zoals het WIO -
niet erg moeilijk om in aanmerking te komen voor subsidies uit de
verschillende fondsen voor ontwikkelingssamenwerking? Hoe kan dit
verbeterd worden?
Bij het beoordelen van aanvragen voor subsidie lastens het huidige
Medefinancieringsstelsel (MFS) over de periode 2007-2010 bleek dat
sommige jonge, startende organisaties niet voldeden aan m.n. de
beheersmatige eisen die gesteld dienen te worden. Kwaliteitseisen op het
terrein van administratief beheer, monitoring en evaluatie bleken voor hen
een probleem. Ook hadden jonge organisaties moeite met criteria als
planmatigheid, lerend vermogen en het aantonen van doelmatigheid
omdat de werking van hun (beheers)systemen nog niet kon worden
aangetoond.
Ik heb besloten tot het inlassen van een tussentijdse MFS-ronde over de
periode 2009-2010 voor jonge, vernieuwende organisaties om hen in staat
te stellen alsnog voor subsidie lastens het MFS in aanmerking te komen.
Organisaties kunnen in hun aanvraag aangeven welke
professionaliseringsslag zij op onderdelen van de bedrijfsvoering
gedurende die twee jaar zullen maken. In hun begroting kunnen zij
bovendien een bedrag ten behoeve van beheersmatige versterking
opnemen. Na afloop van de tussentijdse MFS periode (2009-2010) is
volwaardige aansluiting op een eventueel nieuw MFS of soortgelijk kader
voor hen dan ook gemakkelijker te realiseren.
Voor de volledigheid: jonge organisaties kunnen op meerdere manieren
opteren voor een subsidie lastens het MFS. In de vorm van directe
subsidies zoals hierboven omschreven of indirect door het indienen van
kleine subsidieaanvragen bij één van de grotere MFS organisaties.
19 Door het Sloveense EU-Voorzitterschap worden in tien pilotlanden
nationale strategieën en actieplannen geschreven ter bestrijding van
geweld tegen kinderen. Welke landen zijn dit, wanneer zullen deze
actieplannen klaar zijn en op wat voor manier zal er in EU verband
vervolg aan gegeven worden?
De lijst met pilotlanden is nog niet vastgesteld. Nederland streeft er naar
te komen tot een lijst met een evenwichtige geografische spreiding.
Bovendien moet in de lijst een gebalanceerde verdeling worden gemaakt
Error! Unknown document property name. DSI/SB-268/08
Error! Unknown document property name. 7/11
voor wat betreft de verschillende vormen van geweld tegen kinderen.
Zodra de lijst is vastgesteld zal het Voorzitterschap een concept-actieplan
voor elk van de 10 pilotlanden presenteren aan de lidstaten.
20 Beschikt u over rapporten en/of evaluaties van de organisaties en
programma's die Nederland ondersteunt, waar u uw aandacht voor dit
onderwerp op baseert?
Ik verwijs u naar mijn antwoord op vraag 12.
21 Hoe verhoudt de Nederlandse bijdrage aan 'social protection'-
programma's zich tot die van andere Europese landen, zowel qua
omvang als qua invulling en kanaalkeuze? Werkt Nederland met
andere landen (bijv. het Verenigd Koninkrijk of Noorwegen) samen op
het gebied van social protection? Zo ja, welke landen en op welke
manieren?
Naar mijn weten is een overzicht van de bijdrage van individuele Europese
landen aan 'social protection' niet beschikbaar. Daarbij komt dat onder het
begrip 'social protection' vele soorten programma's vallen, hetgeen een
vergelijking tussen landen bemoeilijkt.
Enkele grote donorlanden zoals het Verenigd Koninkrijk en Duitsland
hebben een aanzienlijk 'social protection' programma. De meeste donoren
gebruiken daarbij verschillende kanalen afhankelijk van type activiteit.
Nederland werkt met het Verenigd Koninkrijk samen in Mozambique ter
ondersteuning van een nationaal programma voor cash transfers, via een
gezamenlijk fonds voor het Ministerie van Vrouwen en Sociale Actie. Voor
de periode 2008-2011 is 5.2 miljoen euro gereserveerd uit Nederlandse
middelen voor het verbeteren van de effectiviteit van dit programma. In
Ghana vindt samenwerking plaats met het Verenigd Koninkrijk rond
versterking van het nationale sociale gezondheidsverzekeringssysteem.
22 Klopt het dat het Sloveense voorzitterschap van de EU ook aandacht
wil besteden aan de problematiek van kinderen in (post)
conflictgebieden en fragiele staten in het algemeen? Zo ja, is er daarin
ook speciale aandacht voor kwetsbare kinderen die hiv-geïnfecteerde
zijn of te maken hebben met gevolgen van hiv/aids?
Onder het Sloveense voorzitterschap worden de EU-richtlijnen op het
gebied van kinderen en gewapend conflict geactualiseerd (dit gebeurt
periodiek). De geactualiseerde richtlijnen zullen worden aangenomen
tijdens de Raad van Ministers van 26 en 27 mei 2008. Ter voorbereiding
op het actualiseren van de richtlijnen heeft het voorzitterschap
verschillende activiteiten georganiseerd, waaronder een workshop over
dit thema in Ljubljana. Ook heeft op Sloveens initiatief de Speciale
Vertegenwoordiger van de SG VN voor Kinderen en Gewapend Conflict,
mevrouw Coomaraswamy, presentaties gegeven in verschillende EU-fora
in Brussel. In de genoemde EU-richtlijnen wordt de bijzondere
kwetsbaarheid van kinderen die zijn geïnfecteerd met hiv/aids erkend. In
Error! Unknown document property name. DSI/SB-268/08
Error! Unknown document property name. 8/11
het optreden in post-conflict situaties tracht de EU zoveel mogelijk
rekening te houden met de specifieke eisen van deze, en andere,
kwetsbare groepen.
23 Nederland zal in 2009 in samenwerking met UNICEF een conferentie
over geweld tegen meisjes organiseren. Zal er tijdens deze conferentie
ook specifiek aandacht zijn voor hiv-gerelateerd geweld tegen meisjes?
Zo ja, waaruit zal deze aandacht bestaan?
De regering is voornemens in 2009 een conferentie over geweld tegen
meisjes te organiseren. Voor wat betreft de inhoudelijke focus van deze
conferentie zal aansluiting worden gezocht bij de studie die Professor
Paulo Sergio Pinheiro in opdracht van de SG VN heeft gepubliceerd over
dit onderwerp (VN-document A/61/299). Derhalve zullen ook
onderwerpen als seksueel geweld tegen meisjes in conflictsituaties op de
agenda staan.
24 In het kader van het hiv/aids beleid is er aandacht voor aidswezen en
andere kwetsbare kinderen. Is er in het beleid ook specifiek aandacht
voor kinderen die zelf hiv-geïnfecteerd zijn? Zo ja, waaruit bestaat
deze aandacht?
Ja. Kinderen die hiv-geïnfecteerd zijn krijgen aandacht in het hiv/aids
beleid. Via verschillende kanalen waaronder NGO's, zoals World Vision en
Churches Health Association of Zambia (CHAZ), en het GFATM worden
hiv-positieve kinderen ondersteund. De aandacht voor deze groep kinderen
omvat o.a. preventie van moeder-op-kind transmissie (PMTCT), ARV
behandeling specifiek voor kinderen, psychosociale steun, gezondheidszorg
en voeding. Verder worden met financiële steun van Nederland aan
UNICEF, de prioriteiten van UNICEF ondersteund voor kinderen en
hiv/aids, ookwel de Four P's genoemd. Deze zijn; PMTCT van het hiv
virus, verstrekken van kinderspecifieke ARV behandeling, hiv preventie bij
jongeren en adolescenten en bescherming en ondersteuning van kinderen
met aids.
25 Aidswezen en kwetsbare kinderen worden onder andere gesteund via
social protection programma's. In welke landen steunt Nederland deze
programma's? Op welke manier steunt Nederland deze programma's;
bilateraal, multilateraal of via NGO's? Op welke andere manieren
worden deze kinderen ondersteund?
'Social Protection' programma's die aidswezen en kwetsbare kinderen
steunen, worden onder andere uitgevoerd in Ghana, Zambia, Zimbabwe,
Mozambique, Nicaragua, Bangladesh en Zuid-Afrika, alsook via het
Regionale hiv/aids en srgr (seksuele en reproductieve gezondheid en
rechten) programma in Zuidelijk Afrika dat in 10 landen werkt (Angola,
Botswana, Lesotho, Malawi, Mozambique, Namibië, Zuid Afrika,
Swaziland, Zambia en Zimbabwe).
Nederland steunt deze programma's via zowel bilaterale en multilaterale
Error! Unknown document property name. DSI/SB-268/08
Error! Unknown document property name. 9/11
kanalen, alsook via NGO's.
Kinderen worden ook via andere manieren ondersteund, zoals via algemene
begrotingssteun en via een bijdrage aan nationale programma's voor
onderwijs. Als voorbeeld noem ik Zambia waar Nederland middels
algemene begrotingssteun bijdraagt aan het Nationale Ontwikkelingsplan,
waarin specifieke aandacht is voor 'low capacity households', mensen die
in extreme armoede leven, wezen en andere kwetsbare kinderen en mensen
met een handicap. Ook financiert Nederland in dit land het National
Implementation Framework 2008-2010 voor onderwijs.
26 Nederland ondersteunt, onder meer als resultaat van de motie Van der
Staaij/Huizinga-Heringa uit 2006, in Zuidelijk Afrika activiteiten voor
(aids)wezen. In welke andere landen worden activiteiten ondersteund
als resultaat van deze motie? Gaat het hierbij om meerjarige
programma's?
Ik verwijs u naar mijn antwoord op vraag 10.
27 Via het amendement over social protection (Voordewind c.s. - 31 200
V, nr. 54) is 5 miljoen euro vrijgemaakt voor social protection
programma's voor aidswezen. Hoe wordt dit bedrag besteed? In welke
landen worden als resultaat van dit amendement programma's opgezet
dan wel geïntensiveerd? Gaat het hierbij om meerjarige programma's,
gezien de noodzaak om duurzame hulp te geven aan deze kwetsbare
kinderen?
Van de EUR 5 miljoen die is vrijgemaakt voor 'social protection' via het
amendement gaat 3.5 miljoen naar Mozambique en 1.5 miljoen naar
Zimbabwe.
Mozambique:
Voor de periode 2006-2009 was EUR 2.9 miljoen gereserveerd voor de
eerste fase van de geboorteregistratie campagne, gericht op de registratie
van ongeveer 4.4 miljoen kinderen onder de 18 jaar in 55 districten (van
de 147). De ambassade in Maputo is momenteel bezig met het
goedkeuringsproces voor de tweede fase (2008-2011), dat voorziet in het
realiseren van geboorteregistratie in de rest van de districten in het land.
Het extra geld dat beschikbaar kwam via het amendement zal hiervoor
ingezet worden. Het programma voorziet enerzijds in het wegwerken van
de achterstand in geboorteregistraties. Anderzijds wordt er een systeem
opgezet dat voorkomt dat in de toekomst opnieuw achterstand ontstaat.
Tijdens de campagne ondersteunt UNICEF het Ministerie van Justitie dat
verantwoordelijk is voor geboorteregistratie. Uiteindelijk is het de
bedoeling dat er voldoende overheidsbudget beschikbaar komt om zo
geboorteregistraties duurzaam te garanderen, ook na het einde van de
campagne.
Zimbabwe:
Op dit moment wordt gewerkt aan de beoordeling van diverse
projectvoorstellen op het gebied van OVC's en hiv/aids. Hoewel de
Error! Unknown document property name. DSI/SB-268/08
Error! Unknown document property name. 10/11
middelen van het amendement voor 1 jaar gelden wordt getracht deze
zoveel mogelijk in te zetten voor programma's met een lange termijn
perspectief. Zo zal het contract met de Catholic Relief Services op
hiv/aids terrein worden verlengd.
28 Welk percentage van de kinderen die vanuit het School feeding
Initiative Ghana Netherlands (SIGN) van een maaltijd worden
voorzien, zijn OVC's? Draagt dit programma bij aan het op school
houden of krijgen van kinderen?
Momenteel krijgen ongeveer 500.000 kinderen, op bijna duizend scholen
elke dag een warme maaltijd. In het algemeen is het Ghana School
Voedings Programma (GSFP) gericht op scholen in achtergebleven
districten. Het programma draagt bij aan het op school krijgen van kinderen
en zorgt ook voor minder schooluitval. Het is niet bekend hoeveel van de
bereikte kinderen OVC's zijn. De scholingsgraad van OVC in Ghana blijft
overigens niet achter bij die van kinderen die wel met hun ouders
opgroeien.
29 De Nederlandse ambassade in Lusaka onderschrijft het Ministry of
Education Strategic Plan 2003-2007 en geeft financiële ondersteuning
voor de uitvoering hiervan. Is er ondertussen een nieuw beleidsplan
dat de ambassade ondersteunt? Zo ja, is hierin weer specifiek aandacht
voor OVC's? Wat is het effect van de maatregelen gericht op het naar
school krijgen of op school houden van kinderen, speciaal OVC's? Is
het bedrag van 30 miljoen euro specifiek bestemd voor ondersteuning
van het onderwijs in Zambia of gaat het hier om de steun die de
ambassade in totaal levert aan Zambia?
Nederland, als leidende donor in de onderwijssector in Zambia, ondersteunt
het "National Implementation Framework 2008-2010", de opvolger van het
Ministry of Education Strategic Plan 2003-2007. Dit plan heeft vier
uitgangspunten: (a) grotere toegang tot onderwijs, met name doorstroming
naar post-primair onderwijs, (b) verhoging van de kwaliteit, (c) verbetering
van efficiency en (d) "equity", waaronder wordt verstaan gelijke kansen
voor kinderen. Binnen de equity-component zijn specifieke programma's
op het gebied van hiv/aids (voorlichting en zorg), meisjes, kinderen met
beperkingen en schoolvoeding. Een belangrijk element voor OVC's betreft
het beurzenprogramma. In 2007 kregen 87.000 OVC's financiële
ondersteuning. Het aantal weeskinderen op de basisschool is gegroeid van
350.000 in 2003 naar 656.000 in 2007. Nederland ondersteunt het National
Implementation Framework met een bedrag van EUR 19 miljoen per jaar.
Het equity-programma vormt 4% van de totale onderwijsbegroting.
Daarnaast zijn er activiteiten die begrotingstechnisch niet vallen onder
equity, maar wel van belang zijn voor OVC's zoals training in counseling
op de lerarenopleidingen en verkleining van de afstand van school naar huis
door scholenbouw.
Error! Unknown document property name. DSI/SB-268/08
Error! Unknown document property name. 11/11
Ministerie van Buitenlandse Zaken