ChristenUnie
Bijdrage beveiliging mevrouw Verdonk
Bijdrage beveiliging mevrouw Verdonk
donderdag 05 juni 2008 16:43
De heer Anker (ChristenUnie):
Voorzitter. In dit debat neem ik een bijzondere positie in. Ik kan mij
namelijk niet voorstellen hoe het voelt om 24 uur per dag beveiligd te
worden. Elke dag kan ik mij op straat begeven. Ik kan boodschappen
doen en uitgaan zonder dat ik dat iemand hoef te zeggen. Ik kan dus
gaan en staan waar ik wil. Helaas is er een aantal Kamerleden dat zich
in een geheel andere situatie bevindt. Die collega's kunnen niet gaan
en staan waar zij willen. Zij moeten dus steeds zeggen waar zij heen
gaan. Het is voor hen zelden mogelijk om alleen een hapje te eten. Als
zij dat wel doen, staan er altijd mensen om hen heen. Die Kamerleden
zijn niet vrij en dat is geen goede zaak. Het is wel goed dat de
Nederlandse overheid onze collega's beschermt. Dat is in de eerste
plaats in het belang van betrokkenen en in de tweede plaats in dat van
onze parlementaire democratie. Politici moeten immers kunnen zeggen
wat zij willen.
Het is lastig, want wij spreken in deze politieke arena over de vraag
of de beveiliging voor mevrouw Verdonk terecht is beëindigd. Ik vind
dat dit soort zaken aan de verantwoordelijken moet worden overgelaten.
In dit geval is dat de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding in
samenspraak met de minister van Justitie. Als je echter in een
dergelijke gespannen situatie zit en zaken opeens veranderen, is het
niet uitgesloten dat je je opeens onveilig voelt. Ik denk dat dat de
spits is van het debat: hoe gaan wij enerzijds om met de mening van de
Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en anderzijds met de
dreiging die de beveiligde zelf ervaart? Hoe is het gegaan? Uit de
brieven maken wij op dat er in het afgelopen jaar verschillende malen
is gesproken. Ik kan mij voorstellen dat het indringende gesprekken
zijn geweest. Mevrouw Verdonk zou meerdere malen hebben aangegeven dat
zij het niet eens was met de analyse van de Nationaal Coördinator
Terrorismebestrijding en de minister. Hoe wordt met een dergelijke
situatie omgegaan?
Ik voelde mij ook enigszins ongemakkelijk toen ik gisteren naar het
televisieprogramma van Knevel en Van den Brink keek. Mevrouw Verdonk
zei in dat programma namelijk dat de beveiliging zal worden beëindigd.
Ik vroeg mij direct af in hoeverre dat zou gebeuren en wat dat precies
inhield. Ik kon mij niet voorstellen dat de beveiliging van de ene op
de andere dag zou worden beëindigd. Ik ben ietwat gerustgesteld nu ik
in de brieven lees dat er zal worden afgeschaald naar een ander
systeem. Nu er in dat televisieprogramma openlijk is gesproken over de
beveiliging, vraag ik mij af of er een nieuwe analyse moet worden
gemaakt.
De heer Anker (ChristenUnie):
Voorzitter. Ik wil mij niet verliezen in analyses over dit debat, maar
ik wil wel vaststellen dat het een vervelend debat is. Het is ook heel
vervelend als je als Kamerlid ziet dat mevrouw Verdonk aan de
interruptiemicrofoon en de minister achter de regeringstafel staat,
die eigenlijk hun eerdere gesprekken, waar wij nooit bij zijn geweest,
waar wij geen verslagen van hebben en waar wij niet bij kunnen komen,
gewoon aan het voortzetten zijn. Dan wordt het een
welles-nietesspelletje en daar word ik liever niet in betrokken. Ik
wil graag dingen bespreken op basis van goede informatie.
Goede informatie biedt wel de nota die onder het stelsel bewaken en
beveiligen ligt en waar ik ook nog eens even in heb zitten lezen. Daar
staat in dat dreigings- en risicoanalyses continu plaatsvinden en dat
dit gevraagd en ongevraagd gebeurt. De NCTb heeft dus een heel
zelfstandige verantwoordelijkheid om dat continu te doen. Volgens mij
heeft de minister daar ook continu naar verwezen.
Ik wil het daar bij laten, want de minister wordt in een dergelijk
welles-nietesspel telkens gedwongen om de randen van de
vertrouwelijkheid op te zoeken. Wat mag hij wel zeggen en wat mag hij
niet zeggen? Hij heeft daarbij niet alleen de veiligheid van mevrouw
Verdonk in het oog te houden, maar natuurlijk ook de nationale
veiligheid, want het gaat ook over ons systeem.
Mijn conclusie is dat ik erop vertrouw dat de minister onafhankelijk
en op een goede manier zijn werk doet en zich goed laat adviseren.
Ik heb nog twee vragen. De eerste vraag is al door de heer De Wit
gesteld. Wat is nu precies het gevolg geweest van de bekendmaking van
de betrokken informatie, gisteravond in een tv-uitzending? Is dat nu
aanleiding voor een nieuwe dreigingsanalyse? Is die analyse misschien
al gemaakt? Dat wordt immers continu gedaan.
Mijn tweede vraag is hoe wij hier nu mee moeten omgaan. Het is helaas
waar, maar wij hebben nu twee Kamerleden die continu beveiligd worden
op deze indringende manier. Als zij daar onvrede mee hebben of daar
niet tevreden over zijn, waar moeten zij dan heen zonder er direct een
politieke kwestie van te maken, zonder terecht te komen in een
situatie als die waarmee wij vanavond geconfronteerd worden? Ik heb
daar geen pasklaar antwoord op. Ik zou mij kunnen voorstellen dat zij
zich tot de Commissie Stiekem vervoegen, of tegen hun
fractievoorzitter zeggen: ik heb een probleem en ik wil het niet
politiek maken, ik wil het niet in de openbaarheid brengen, maar ik
wil er wel iets mee. Misschien dat de minister hier iets over kan
zeggen en misschien moet het presidium er eens over nadenken. Dit is
in elk geval wel een probleem dat wij in de toekomst moeten gaan
oplossen.