Economie van Energiegewassen
Agenda
10 jun 2008
Onderdeel: Praktijkonderzoek Plant en Omgeving
In de zoektocht naar duurzame energievoorziening staat Bio-energie
sterk in de belangstelling. Ook vanuit de akkerbouw is er interesse in
het telen van gewassen voor de productie van energie. Bij de afweging
om energiegewassen te gaan telen, is het economisch perspectief een
belangrijke factor. In een nieuw rapport wordt verslag gedaan van
onderzoek naar de saldi van gewassen voor covergisting, biodiesel en
bio-ethanol. Hierbij zijn teelttechnische en milieuaspecten meegenomen
en is ook gekeken of akkerbouwreststromen ingezet kunnen worden voor
covergisting. Tevens is onderzocht of akkerbouwers zelf in hun eigen
brandstof kunnen voorzien door de teelt en verwerking van koolzaad tot
koolzaadolie.
Voor covergistingsgewassen is een prijs per kilogram product bepaald.
Voor wat betreft prijs en teeltaspecten bieden maïs, voederbieten
(massabieten) en soedangras het meeste perspectief. Daarbij bepalen
de kosten van de afvoer van digestaat in zeer grote mate de saldi van
de covergistingsgewassen.
Bij de oliehoudende gewassen bieden koolzaad en olievlas financieel
het meeste perspectief, waarbij koolzaad meer olie per hectare levert.
Bij gewassen voor bio-ethanolproductie zijn tarwe en suikerbieten het
meest interessant. Ook zetmeelaardappels bieden een mogelijk
perspectief. Maïs is door het saldo loonwerk geen alternatief.
Het energiedoel is bepalend voor de beoordeling van reductie aan
broeikasgasemissies per gewas. Er kan meer reductie ontstaan door de
inzet van de reststromen (of bijproducten) van de gewassen in de
energieproductie. Dit leidt in praktisch alle gevallen tot een
reductie aan broeikasgasemissies van meer dan 30%. De commissie Cramer
hanteert de eis van tenminste 30% emissiereductie voor in Nederland
ingezette biomassa. Door inzet van restproducten wordt aan deze eis
voor alle gewassen voldaan.
Eigen brandstofteelt en verwerking
De teelt van koolzaad en de verwerking hiervan tot koolzaadolie om in
de eigen brandstofbehoefte te voorzien kost momenteel geld. In twee
noordelijke regioâs is bij geringe stijging van de brandstofkosten wel
perspectief in het telen van eigen brandstof. De prijs voor rode
diesel, de ombouwkosten en de accijns zijn de belangrijkste factoren
die de haalbaarheid beïnvloeden.
Voor veel regioâs kan het inpassen van koolzaad in het bouwplan tot
mogelijke knelpunten leidden. De bedrijven in de noordelijke regioâs
kennen een grotere oppervlakte, waardoor inpassing makkelijker wordt
en het hogere gebruik van brandstof voor lagere vaste kosten per liter
brandstof zorgt.
Covergistingsrantsoenen
Uit het onderzoek is gebleken dat er geen gestandaardiseerde
rantsoenen voor mestvergisting op te stellen zijn. De rantsoenen zijn
sterk afhankelijk van de beschikbaarheid van reststromen die veelal
lokaal of regionaal worden betrokken. De beschikbaarheid in de regio
is dus sterk bepalend voor de coproducten in het rantsoen. Stro,
voeraardappels en winterpeen zijn mogelijk interessante reststromen
voor covergisting.
* Download hier het rapport: "Economie van Energiegewassen" (pdf, 1
Mb)
---
Meer over dit onderwerp
Download hier het rapport: Economie van Energiegewassen
Contact
Marcel van der Voort
PPO Akkerbouw, Groene Ruimte en Vollegrondsgroenten
marcel.vandervoort@wur.nl