College van Beroep voor het bedrijfsleven
Procesbelang bij rechterlijke beslissing. Met terugwerkende kracht
verlenen van persoonsgebonden budget
De rechtbank heeft het beroep tegen het besluit van 20 april 2005
niet-ontvankelijk verklaard op de grond dat betrokkene geen
(proces)belang heeft bij een beslissing van de rechtbank over de
rechtmatigheid van dat besluit. De rechtbank heeft overwogen dat de in
geding zijnde indicatiestelling betrekking heeft op een reeds
verstreken periode, dat het met terugwerkende kracht toekennen van
huishoudelijke verzorging (in natura) niet mogelijk is, en dat niet is
gebleken dat betrokkene schade heeft geleden doordat zij in die
periode door haar zelf betaalde huishoudelijke hulp heeft betrokken.
In de bepalingen van de van toepassing zijnde Regeling ligt besloten
dat de ontvanger van een persoonsgebonden budget over de besteding van
een â beperkt â gedeelte daarvan geen verantwoording hoeft af te
leggen. Nu voorts in de Regeling geen belemmering is opgenomen voor
het met terugwerkende kracht verlenen van (in ieder geval dit vrij te
besteden gedeelte van) het persoonsgebonden budget, kan reeds hierom
niet worden gezegd dat ieder (proces)belang van betrokkene bij een
rechterlijke beslissing over de rechtmatigheid van het besluit van 20
april 2005 ontbreekt. De rechtbank heeft dit niet onderkend.
LJ Nummer:
BD1593
Bron: Centrale Raad van Beroep
Datum actualiteit: 10 juni 2008