Vrijdag, 06 juni 2008
Krimp benutten voor meer ruimte eigen initiatief
De ruimte die in naoorlogse wijken ontstaat door krimp van de
bevolking, moet worden gebruikt om aan bewoners meer vrijheid te geven
voor eigen initiatieven. Daardoor worden ze niet alleen actiever, er
ontstaat zo ook min of meer vanzelf meer functiemenging in een wijk.
Die conclusie trokken twee teams van ontwerpers tijdens de
slotbijeenkomst van het Ontwerplab Krimp, dat op 14 mei werd gehouden
in het Glaspaleis in Heerlen. De teams hebben zich gedurende twee
maanden gebogen over mogelijke ontwerpstrategieën voor twee
krimpgebieden in Parkstad Limburg: Kerkrade West en de `Vogelaarwijk'
MSP (Meezenbroek, Schaesbergerveld en Palemig) in Heerlen.
Het Ontwerplab Parkstad was de eerste in een reeks van drie, die wordt
vervolgd in Friesland en Zeeland. De Ontwerplabs zijn een initiatief
van de Bond van Nederlandse Architecten (BNA) en de studierichtingen
Stagg, Staro en Stawon, en worden georganiseerd in samenwerking met
KEI kenniscentrum stedelijke vernieuwing en Aedes vereniging van
woningcorporaties. De twee teams in Parkstad Limburg kwamen
onafhankelijk van elkaar tot een aantal overeenkomstige voorstellen.
De woningen die door de krimp leegkomen, kunnen gebruikt worden voor
eigen initiatieven van bewoners, als zelfbouw en kleinschalige
functiemenging. Daarnaast pleiten ze voor de toepassing van
kleinschalige oplossingen voor de krimp. In Parkstad Limburg, dat
bestaat uit de zeven gemeenten Heerlen, Kerkrade, Landgraaf, Brunssum,
Simpelveld, Voerendaal en Onderbanken, zijn de bewoners nog sterk
gehecht aan de eigen buurt. Dat maakt de krimp voor een deel tot een
lokale opgave, die op kleinschalig niveau moet worden aangepakt.
Eenheid in verscheidenheid
Volgens de twee ontwerpteams biedt de krimp verder kansen voor een
betere aansluiting tussen de stedelijke bebouwing en het vele groen in
het gebied. Door woonverdunning kunnen groene lobben gecreëerd worden
die in verbinding staan met de groene ruggengraat van beek- en
droogdalen. Deze verwevenheid in combinatie met onverwachte contrasten
is één van de grote kwaliteiten van Parkstad Limburg. De contrasten,
tussen traditie en modern, tussen bebouwing en groen, tussen weidse
vergezichten en intieme beekdalen, moeten gehandhaafd blijven.
Daarnaast moet de fijnmazige structuur van het beek- en droogdalen
landschap hersteld worden op plekken waar deze door de komst van de
mijnbouw met bijbehorend grootschalige ontsluiting is aangetast. De
teams raden de geplande aanleg van een nieuwe buitenring in Parkstad
in dit verband daarom af. De buitenring maakt de verbinding tussen
landschap en stad kapot. Het is daarom beter om bestaande
ontsluitingswegen te vergroten door de sloop van langs liggende
bebouwing. Daarmee wordt volgens de teams niet alleen de bestaande
lintenstructuur in het gebied versterkt, maar wordt ook geld bespaard
dat beter kan worden ingezet voor de noodzakelijke transformatie van
de woningvoorraad.
De zilverzandwinning, een belangrijke grondstof voor de productie van
zonnecellen, werd aangegrepen voor economische en recreatieve impuls.
Door zilverzand onder gebouwd gebied te winnen, kan het woongebied
verdund worden. Daarnaast wordt door transformatie van afgravingen
naar zilverzandstranden, tegelijkertijd een unieke recreatieve functie
gerecreëerd.
Slotdebat
Tijdens het slotdebat sloten veel deelnemers zich aan bij de
pleidooien voor meer kleinschaligheid, versterking van het landschap
en meer ruimte voor eigen initiatieven van bewoners. Ook pleitten zij
voor meer eenheid in verscheidenheid in Parkstad Limburg. Deze
verscheidenheid zit volgens de ontwerpteams vooral in het versterken
van de eigen identiteit en niet zozeer in de bouw van grootschalige
projecten zoals het Maankwartier. Door de lokale partijen werd veelal
afwijzend op deze opvatting gereageerd. Voor sommigen is de
versterking van de centrumfunctie van Heerlen, waaraan het
Maankwartier bijdraagt, een belangrijke afspraak tussen de
samenwerkende gemeenten. Beide ontwerpteams waren echter van mening
dat er plaats moet blijven voor kleinere centra in de andere gemeenten
met elk hun eigen identiteit.
Bond van Nederlandse Architecten