dinsdag, juni 10, 2008
Jongerenwerk
Volgens een onderzoek, Het Rotterdamse Jongerenwerk,
dat plaats vond in opdracht van de gemeente Rotterdam zijn er in
Rotterdam ongeveer 25.000 jongeren zijn met sociaal-emotionele
problemen. Rotterdam telt 85.000 jongeren. Dat betekent dat bijna 30%
van alle Rotterdamse jongeren een sociaal-emotionele probleem heeft.
Volgens dit onderzoek is het aantal jeugdigen met een niet-Nederlandse
achtergrond in Rotterdam groot. Onder de totale jeugd is dat bijna
50%. Onder de jeugd tot en met 12 is dat 60%. De verwachting is dat
dit percentage in de komende tien jaar nog verder zal toenemen. Op
school scoren allochtone kinderen minder goed dan autochtone kinderen.
Dat heeft onder andere te maken met onvoldoende beheersing van de
Nederlandse taal (door henzelf èn hun ouders).
Geen diploma halen, geen goede cijfers halen of eigenlijk niks doen op
school werkt frustrerend voor de jeugd. Ze weten niet wat ze zonder
diploma moeten. Als het niet goed gaat op school werkt dat niet
positief. Volgens het onderzoek presteren allochtonen vaak minder goed
dan autochtonen. Ook het voortijdig schoolverlaten onder deze groep is
vele malen hoger. Dat heeft vooral te maken met onvoldoende beheersing
van de Nederlandse taal. Onder de groep 17-23 jarigen beschikt 25%
niet over een startkwalificatie.
Bureau Jeugdzorg helpt ouders met opvoeden en kinderen onder de 18 met
opgroeien. Veel basisscholen, middelbare scholen en hogescholen hebben
maatschappelijk werkers in dienst. Er zijn veel jongerenwerkers actief
op straat. Het Jongeren Informatie Punt (JIP) geeft informatie en
advies over werk, school, drugs, geld, huisvesting, rechten en
plichten, seks en vrije tijd. Stichting JONG Rotterdam biedt
trainingen, coaching, supervisie, projectontwikkeling,
beleidsadvisering en personeelsbemiddeling aan m.b.t. Rotterdamse
jongeren. De basis ligt bij de verschillende afdelingen die zich bezig
houden met uitvoerend werk: ambulant jongerenwerk, Mobiel Team, JIP,
Jong Wonen en Meidenwerk.
Kortom, genoeg om bij aan te kloppen. Maar toch zijn er 25.000
jongeren met sociaal-emotionele problemen. Dus je kunt concluderen dat
al deze inzet, dat al deze vormen van hulp niet het gewenste resultaat
opleveren. Aangezien deze hulp wordt betaald van de belastingcenten
van de werkende Rotterdammers zou je toch mogen verwachten dat de
verantwoordelijke bestuurders zich eens gaan afvragen of al deze
investeringen niet anders besteed moeten worden of dat de
mogelijkheden op het verkrijgen van hulp meer onder de aandacht
gebracht moeten worden.
Het zou natuurlijk enorm helpen voor de niet-westerse allochtonen, met
sociaal-emotionele problemen, om de taal beter te beheersen. Zo kunnen
ze beter presteren op school, krijgen een diploma en voorkomen
werkloosheid. Ook kan het voor veel Rotterdamse jongeren handig zijn
als ze eens contact zoeken met een maatschappelijk werker, Bureau
Jeugdzorg of een andere instelling voor jongeren. Het is misschien een
goed idee om meer reclame te maken voor dit soort instellingen. Zorgen
dat die jongeren die problemen hebben weten waar ze naar toe moeten.
Meer voorlichting, meer reclames op TV.
Ook kan het probleem liggen bij de sociaal dienstverlener die niet
goed zijn werk doet. Meer jongerenwerkers inzetten heeft dan absoluut
geen zin, het verbeteren van het produkt wel. Als we er voor zorgen
dat onze jongerenwerkers goed opgeleid zijn en weten wat ze doen is er
meer kans van slagen bij de jongeren met sociaal-emotionele problemen.
Het heeft dus geen zin om steeds meer jongerenwerkers in te zetten. We
hebben er juist minder nodig, want als de sociaal dienstverlener goed
zijn best doet wordt het probleem opgelost. Niet steeds de taak
overlaten aan een ander, dat is ook niet goed voor de jongere. De PvdA
wil steeds meer jongerenwerkers inzetten, maar dat is absoluut niet de
oplossing. Het is duur, het heeft geen baat en Leefbaar Rotterdam is
van mening dat het juist een averechts effect heeft op die jongeren,
die om de maand te maken krijgen met een andere jongerenwerker. Zo
kunnen de jongerenwerkers geen vertrouwensrelatie opbouwen, raken de
cliënten het vertrouwen kwijt in de jongerenwerker en wordt de
frustratie van de jongere alleen maar groter.
Ook zou het vrijblijvende karakter van hulpverlening eens nader
bekeken moeten worden. Want: wie niet kan maar wel wil moet alle
mogelijke hulp krijgen, voor wie wel kan maar niet wil moeten veel
strengere regels gaan gelden.
Door Jeremy op 2008 06 10
Minister Rouvoet van Jeugd en Gezin stelde halverwege vorig jaar
veertig miljoen euro extra beschikbaar om de wachtlijsten weg te
werken. In januari deed hij daar nog eens dertig miljoen bovenop.
Ruim 3300 jongeren wachten al langer dan negen weken op jeugdhulp,
ondanks de 70 miljoen. Misschien tijd om na te denken, het geld word
waarschijnlijk niet goed besteed?
Page 1 of 1 pages
Leefbaar Rotterdam