Symposium 700-jarig bestaan waterschap Groot-Salland
Toespraak | 04-06-2008 | Dalfsen | Staatssecretaris Tineke
Huizinga-Heringa
Alleen de uitgesproken tekst geldt.
Dames en heren,
`In de nacht van 4 op 5 februari 1825 raast een zware noordwesterstorm
over de Zuiderzee.
De storm valt samen met springtij, en de gevolgen zijn catastrofaal:
een verwoestende watervloed teistert de dijken langs de gehele kust.
Ook de provincie Overijssel wordt zwaar getroffen. Op meer dan
zeventig plaatsen worden gaten in de zeewering geslagen, terwijl
elders het water over de dijken stroomt. Honderden mensen komen om in
de golven, duizenden stuks vee worden door het water verzwolgen, meer
dan tweeduizend gebouwen raken onbewoonbaar.'
Dit is een fragment uit één van de `historische waterverhalen' op uw
jubileumwebsite.
Het is een voorbeeld uit uw geschiedenis, en in de 700 jaar dat uw
waterschap bestaat zijn er ongetwijfeld meer van zulke verhalen.
Steeds opnieuw was er de aansporing om de inwoners te beschermen tegen
de, soms vernietigende, kracht van het water.Het is niet overdreven om
te zeggen dat de waterschappen Nederland gemaakt hebben tot wat het
is. Niet alleen qua landschap. Ook onze overlegcultuur, het
poldermodel heeft alles te maken met onze eeuwenoude strijd tegen het
water. Samenwerking was onmisbaar. Ieder was doordrongen van het
belang van goede, stevige, dijken. Zozeer zelfs dat de hoogheraad
recht mocht spreken als iemand de dijk aantastte.
In de loop van de tijd is er veel veranderd, maar niet onze
afhankelijkheid van het water, niet onze manier om daarmee om te gaan.
Wie Nederland zegt, zegt waterschap. In het buitenland wordt met
jaloezie gekeken naar onze waterschappen, die nog steeds hun eigen
belasting mogen heffen. In New Orleans zag ik deze concurreren met
andere korte termijn uitgaven.
Dames en heren,
Dat brengt mij bij de tegenwoordige tijd. Naast alle andere taken die
u als waterschap heeft gekregen op het gebied van waterkwaliteit, het
beheren van het water, zelfs voorbereidingen treffen in geval dat
droogte optreedt, is ook in deze tijd veiligheid uw hoofdtaak.
Ik heb vorig jaar in mijn Watervisie aangegeven dat het nodig is het
beleid op het gebied van waterveiligheid te actualiseren om te kunnen
anticiperen op ontwikkelingen zoals klimaatverandering. Dit gaat
gebeuren met het concept van meerlaagsveiligheid.
Preventie staat in het beleid op nummer één. Dat is de eerste laag:
het voorkómen van overstromingen. Hier ligt het primaat en daar blijft
het ook liggen. Achter de dijk ligt een enorm kapitaal, in de eerste
plaats aan mensenlevens, maar ook aanindustrie, infrastructuur,
enzovoort. Het voorkomen van een overstroming is nog altijd de
goedkoopste manier om om te gaan met waterveiligheid. Los van het feit
dat het verlies van mensenlevens en maatschappelijke ontwrichting niet
in geld uit te drukken zijn en generaties lang door kunnen werken.
Daarom heb ik de Deltacommissie gevraagd een advies uit te brengen hoe
we de veiligheid ook onder invloed van klimaatverandering behouden en
in kaart te brengen welke maatregelen daarvoor geëigend zijn. En als
ik zeg dat het advies zich op de lange termijn richt, dan bedoel ik
niet helemaal 700 jaar, maar wel de periode tot 2100. Vanzelfsprekend
is het advies van deze commissie, gericht aan het hele kabinet, van
groot belang. Ik ben blij dat in de aanloop naar het advies de
politieke partijen al hebben uitgesproken dat zij verantwoordelijkheid
willen nemen voor onze waterveiligheid. Én voor de financiële gevolgen
die dat kan hebben, dat er maar vele partijen mogen volgen.
De tweede laag van het waterveiligheidsbeleid gaat over de inrichting
van Nederland.
Op die plaatsen waar om één of andere reden toch buitendijks gebouwd
wordt, zullen we met de inrichting van die gebieden rekening moeten
houden met overstromingsrisico's, zodat schade en slachtoffers bij een
overstroming worden beperkt. Omdat dit een lange adem vergt, willen we
hier in Nederland nú een begin mee maken.
Ten slotte: Alles is gericht op het voorkomen van een overstroming,
maar 100% veiligheid bestaat niet. De gevolgen van een ramp zullen
verschrikkelijk zijn. Ook daar heeft New Orleans ons van doordrongen.
Daarom is rampenbeheersing de derde laag van het
waterveiligheidsbeleid.
Dames en heren,
Bij het werken aan waterveiligheid, of het nu de korte, middellange of
lange termijn is, de waterschappen zijn altijd een bijzonder
belangrijke partner voor het Rijk. U weet wat er in uw regio speelt.
Samen zorgen we ervoor dat de aandacht voor dit belangrijke onderwerp
wordt vastgehouden. Groot-Salland is altijd een constructieve
gesprekspartner. U heeft de waterveiligheid, naast al uw andere taken,
hoog in het vaandel staan en probeert altijd mee te denken en te doen.
Dit jubileum is een goede gelegenheid om u van harte voor uw inzet te
danken.
Voor ik afsluit wil ik nog even één actueel thema aanstippen, omdat ik
weet dat het onder u alleen leeft: de waterschapsverkiezingen. In
november van dit jaar zijn er voor het eerst gelijktijdige
verkiezingen voor alle waterschappen. Ook de organisatie en de
publiciteit doen de waterschappen gezamenlijk, dat is flink wat
efficiënter dan voorheen. Het doel van deze exercitie is de opkomst
voor deze verkiezingen op te vijzelen. Maar er is nog een grote
verandering: het nieuwe kiesstelsel. Met de nieuwe Waterschapswet is
het personenstelsel vervangen door het lijstenstelsel. Kiezers kennen
de kandidaten voor het waterschapsbeheer tegenwoordig niet meer
persoonlijk. Met de invoering van het lijstenstelsel hopen we dat de
herkenbaarheid van de kandidaat voor de kiezer weer toeneemt. De
kandidaat vertegenwoordigt immers een organisatie met een doel en een
programma.
Het is een grote wijziging, die ook andere effecten heeft. Welke
organisaties dienen een lijst in? Alleen politieke partijen, ook
andere lokale belangengroepen? Hoe zijn de verhoudingen straks in het
bestuur? Worden de discussies politieker, of wordt het juist
transparanter voor welke achterban de bestuursleden staan? Het zijn
spannende vragen voor u, maar ook voor mij.
Ik begon mijn verhaal, dames en heren, met een zware noordwesterstorm
die in 1825 over ons land raasde. Zo'n storm kunnen we niet voorkomen,
maar samen met u wil ik op de lange en korte termijn mijn uiterste
best doen om een dergelijke ramp te weerstaan.
Dank u wel.
Verwante onderwerpen
* Staatssecretaris
* Dijken en waterkeringen
Ministerie van Verkeer en Waterstaat