Antwoord op kamervragen Bemanningseisen vissersvaartuigen
05 juni 2008 - kamerstuk
Directie Visserij
De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA 's-GRAVENHAGE
uw brief van uw kenmerk ons kenmerk datum
Viss. 2008/2263 5 juni 2008
onderwerp bijlagen
Bemanningseisen vissersvaartuigen
Geachte Voorzitter,
Hierbij doe ik u, mede namens de staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat, het
antwoord toekomen op de vraag of de bemanningsvoorschriften aan boord van
Nederlandse vissersvaartuigen strenger zijn dan aan boord van buitenlandse vissers-
vaartuigen. Deze vraag is gesteld tijdens het Algemeen Overleg Landbouw- en Visserijraad
op 18 februari 2008.
Ten principale merk ik op dat de bemanningsvereisten in kwalitatieve en kwantitatieve
zin niet tot mijn beleidsverantwoordelijkheid behoren. Het gaat hier om algemene veilig-
heidsaangelegenheden die onder de verantwoordelijkheid vallen van de minister van
Verkeer en Waterstaat. Ik trek me deze vraag aan, omdat de financiële situatie in de
visserij niet rooskleurig is en vissers trachten om zoveel mogelijk kosten te besparen.
Het varen met een bemanningslid minder is een belangrijke kostenbesparing en in het
licht van de internationale concurrentiepositie van onze vissersvloot kan een level playing
field op het gebied van bemanningseisen van belang zijn. Overigens steun ik het
algemene principe dat aan veiligheid geen concessies worden gedaan.
Met betrekking tot de vergelijking met de bemanningseisen voor vissersschepen die in het
buitenland gelden heeft mijn collega van Verkeer en Waterstaat onlangs inlichtingen
ingewonnen bij de inspecties van België, Duitsland en het Verenigd Koninkrijk. Ondanks
herhaalde verzoeken en aandringen is deze informatie niet of onvoldoende beschikbaar
gekomen.
Derhalve kan op basis van het beschikbaar materiaal geen vergelijking worden gemaakt
tussen de Nederlandse situatie en die in de buurlanden.
In het algemeen is bekend dat binnen een internationale context de lidstaten veelal een
eigen invulling kunnen geven van de internationale afspraken, rekening houdend met de
reisduur, de soort visserij en lengte en/of tonnage van het betreffende vissersschip. Ook
Nederland doet dat, waarbij het ministerie van Verkeer en Waterstaat de eisen voor de
veilige en milieuverantwoorde vaart vooropstelt. Hierbij wordt rekening gehouden met de
ligging van de Nederlandse havens, grenzend aan de drukste vaarroutes in de Noordzee,
Anderzijds is er daarnaast zeker oog voor de economische situatie van de visserij.
Datum Kenmerk Paraaf: Vervolgblad
5 juni 2008 Viss. 2008/2263 2
Verder werkt het ministerie van Verkeer en Waterstaat momenteel in overleg met de
visserijsector aan een vernieuwing van de bemanningseisen, met name voor dat deel van
de visserijsector (de kotters) waar hier sprake van is. In dat overleg komt de mogelijkheid
om de bemanningseisen bij te stellen zeer prominent aan de orde.
DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN
VOEDSELKWALITEIT,
G. Verburg
---- --
Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit