3
jun 2008
Nummer: 035wu
Het bestrijden van malaria en andere zgn. vectorziekten met chemische
bestrijdingsmiddelen is steeds minder effectief en bovendien
gevaarlijk voor mens en milieu. Die middelen moeten daarom verdwijnen.
Om ziekten die door insecten en teken worden overgebracht te
bestrijden moeten alle mogelijke aangrijpingspunten worden verenigd.
Alleen zo kunnen we deze hardnekkige en oprukkende ziekten
terugdringen. Dat zegt prof.dr.ir. Willem Takken bij de aanvaarding
van het ambt van buitengewoon hoogleraar Medische en veterinaire
entomologie aan Wageningen Universiteit op 5 juni.
Nog altijd, zo laat Takken zien, eisen de vele ziekten en plagen, die
worden overgebracht door insecten en teken (zgn. vectorziekten), in de
wereld veel slachtoffers, niet alleen in ontwikkelingslanden maar ook
weer meer in het Westen. Hij roept daarom de Nederlandse overheid op
daaraan de hoogste prioriteit te geven. Wageningen Universiteit en
Researchcentrum heeft in de loop der jaren de nodige expertise
ontwikkeld om daarbij de leiding te nemen, stelt prof. Takken in zijn
inaugurele rede, Insects and disease in the 21st century â A wind of
change.
Door het steeds intensievere internationale handelsverkeer en toerisme
komen veel tropische en subtropische ziekten onze kant op.
Klimaatverandering zorgt er vervolgens voor dat deze ziekten steeds
meer gaan gedijen in onze regio. Voorbeelden zijn het blauwtongvirus
dat recent hier opdook, en de uitbreiding van de ziekte van Lyme, maar
ook het West-Nijlvirus, knokkelkoorts (dengue) en chikungunya.
Malaria
Vier miljard mensen op de wereld staan bloot aan de kans op malaria en
jaarlijks doen zich 500 tot 600 miljoen ziektegevallen voor. In de
veertiger en vijftiger jaren van de vorige eeuw werd de ziekte,
aanvankelijk zeer succesvol, bestreden met DDT. Gaandeweg bleek dat
insecten daartegen resistentie gingen vertonen en ook bleek dat dit
chemische pesticide grote kwalijke gevolgen had voor de menselijke
gezondheid en voor het milieu. Dat heeft ertoe geleid dat DDT in een
groot aantal landen is uitgebannen, maar ook dat de beheersing van de
ziekte tussen 1969 en 1999 praktisch stil is komen te staan.
Takken noemt het alarmerend dat in sommige landen toch weer naar de
DDT wordt gegrepen. Gebleken is dat het gebruik van chemische
bestrijdingsmiddelen maar beperkte tijd helpt en bovendien niet
duurzaam is. Daarom moet worden gewerkt aan een hele nieuwe strategie
die een blijvende oplossing biedt voor het malariaprobleem. Hij
wijst erop dat zijn leermeester prof. Joop van Lenteren al in de 70-er
jaren biologische bestrijding ontwikkelde tegen ziekten en plagen in
de glastuinbouw en dat tegenwoordig bij 95 procent van alle groenten
uit de West-Europese kassen geen insecticide meer te pas komt.
Waarom kan dat ook niet bij vectorziekten, vraagt prof Takken zich af.
Daarom stelt hij zich ten doel malaria te beheersen zonder chemische
pesticiden.
Samenhangende bestrijding
We moeten volgens prof. Takken toe naar meer samenhang in de
bestrijding van vectorziekten. In het laatste decennium zijn
belangrijke stappen gezet op weg naar een nieuwe aanpak van de
malariabestrijding, laat Takken zien. Aan veel daarvan is meegewerkt
door medewerkers van het Laboratorium voor Entomologie van Wageningen
Universiteit, zoals het gebruik van doeken geïmpregneerd met een
ziektemakende schimmel, of recentelijk de ontwikkeling van geurvallen
om malariamuggen weg te lokken bij huizen en hutten en ze dan te
vangen. Maar er zijn ook andere aangrijpingspunten, spectaculaire,
zoals biologische beheersing van larven of genetische modificatie van
muggen waardoor ze geen malaria meer kunnen overbrengen, maar ook
alledaagse maar wel effectieve methoden, zoals het verbeteren van
huizen, om muggen de toegang zoveel mogelijk te belemmeren, of beter
beheer van het oppervlaktewater, waarin de muggen hun eitjes leggen.
Takken pleit voor een, wat hij noemt, geïntegreerd vector management
concept waarbij alle factoren die een rol spelen bij de verspreiding
van malaria worden aangepakt. De risicoâs die zich nu al voordoen
vragen om direct te worden aangepakt; er kan niet worden gewacht op
nieuwe vaccins of nieuwe, acceptabele chemische bestrijdingsmiddelen.
Takken noemt een drietal wetenschappelijke en technologische
ontwikkelingen die van groot belang zijn: allereerst de grote
ontwikkelingen op het gebied van moleculaire biologie, dan de grote
voortgang die is geboekt met chemische ecologie en ten derde nieuwe
ontwikkelingen op het gebied van geografische informatiesystemen en
zgn. remote sensing. Al die expertises zijn voorhanden in Wageningen,
zegt Takken, die daarom voorstelt een strategie te ontwikkelen voor de
aanpak van met name de insecten en teken die verantwoordelijk zijn
voor veel ziekten onder mens en dier.