Bijna drie miljoen mensen met hiv krijgen aidsremmers

04 juni 2008, Genève/Parijs - Aan het eind van 2007 kregen in lage- en middeninkomenslanden bijna 3 miljoen mensen met hiv aidsremmers. Dat zijn er 950.000 meer dan in 2006. Deze constatering staat in een rapport van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO), het gezamenlijke VN-programma voor hiv en aids UNAIDS en Unicef.

Illustratie uit het rapport van de WHO, UNAIDS en Unicef: de verspreiding van aidsremmers in 2007 in Sub-Sahara Afrika. Illustratie uit het rapport van de WHO, UNAIDS en Unicef: de verspreiding van aidsremmers in 2007 in Sub-Sahara Afrika.

Ook krijgen meer zwangere vrouwen die hiv hebben aidsremmers, zodat voorkomen kan worden dat ze het virus op hun kinderen overdragen. Eind vorig jaar beschikten bijna 500.000 seropositieve vrouwen over medicijnen; in 2006 waren dat er nog 350.000. Op hetzelfde moment kregen ook 200.000 kinderen met hiv aidsremmers, terwijl dat er in 2006 nog 127.000 waren. Het is echter nog steeds moeilijk om vast te stellen of een baby hiv heeft en onder meer dat maakt dat de toename van de verspreiding van aidsremmers onder kinderen minder snel gaat dan zou moeten.

Aidsremmers goedkoper
Dat meer mensen aidsremmers krijgen, is te danken aan het feit dat deze medicijnen steeds goedkoper worden. Bovendien is het eenvoudiger geworden om aidsremmers in de juiste dosering in te nemen en zijn landen beter in staat om de medicijnen te verspreiden. Ook neemt het aantal mensen dat zich laat testen op hiv toe, waardoor ook een grotere vraag naar aidsremmers ontstaat.

Volgens het rapport van de WHO, UNAIDS en Unicef worden meer mensen getest op hiv en krijgen ze ook meer hulp. Ook worden in door de aidsepidemie zwaar getroffen Afrikaanse landen beneden de Sahara meer mannen besneden, waardoor het risico dat zij anderen met hiv besmetten kleiner wordt.

6,7 miljoen mensen zonder medicijnen Ongeveer 31 procent van de 9,7 miljoen mensen die aidsremmers nodig hebben, krijgt die daadwerkelijk. Dat betekent dat circa 6,7 miljoen mensen met hiv van deze levensreddende medicijnen verstoken blijven. Dat komt bijvoorbeeld omdat ze niet weten dat ze seropositief zijn, of daar te laat achterkomen. Het komt ook vaak voor dat mensen stoppen met het behandelprogramma.

In Afrika overlijden mensen met hiv vooral aan de gevolgen van tuberculose; op dit continent vormen aids en tuberculose vaak met elkaar een onlosmakelijke combinatie. Helaas is er in de landen waar dit probleem voorkomt nog geen sprake van een geïntegreerde behandeling van beide ziektes, zodat tuberculosepatiënten - die waarschijnlijk ook hiv hebben - geen aidsremmers krijgen.

'Brain drain'
Daarnaast wordt de toename van de verspreiding van aidsremmers vertraagd door de zwakke gezondheidszorg in de zwaarst getroffen landen. Dat komt vooral doordat goed opgeleid personeel de gezondheidszorg verlaat - er is sprake van een 'brain drain'- en doordat de sterftecijfers als gevolg van aids zo hoog zijn dat er minder medisch personeel beschikbaar is.

De cijfers in het rapport zijn afkomstig van landen, internationale partners en andere bronnen. De makers zeggen dat hun rapport het meest complete en actuele overzicht biedt van de maatregelen die de gezondheidszorg neemt om hiv en aids wereldwijd terug te dringen.

Het rapport: Towards Universal Access: Scaling up Priority HIV/AIDS Interventions in the Health Sector