Rapport Van werklast naar werklust gepresenteerd
04.06.2008
Tijdens het jaarcongres van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten
(VNG) heeft voorzitter Annemarie Jorritsma het eerste exemplaar van
het rapport Van werklast naar werklust van de commissie-Aarts in
ontvangst genomen. De commissie concludeert in het rapport dat
raadsleden in toenemende mate werkdruk ervaren. En dat doen zij niet
zozeer omdat raadswerk in tijdsbesteding is toegenomen, maar omdat
raadsleden het werk in toenemende mate moeten combineren met andere
vormen van tijdsbesteding. Daarnaast stelt de commissie-Aarts dat het
ambt van wethouder niet zo problematisch is als recent in de pers werd
gesuggereerd. De commissie doet verschillende aanbevelingen om de
positie van raadsleden en wethouders te versterken.
Op verzoek van de VNG deed de commissie onder voorzitterschap van Els
Aarts, oud-wethouder van Tilburg, onderzoek naar de positie van
wethouders en raadsleden. Aanleiding voor het onderzoek was een aantal
publicaties over de toenemende onaantrekkelijkheid van het ambt van
wethouders en raadslid. De commissie baseerde haar aanbevelingen op
literatuuronderzoek en situaties en ervaringen uit de praktijk. De
commissie trok aparte conclusies over de raadsleden en over de
wethouders en gaf voor iedere groep afzonderlijke aanbevelingen.
De belangrijkste conclusie over raadsleden is dat zij in toenemende
mate werkdruk ervaren. Uit meerdere onderzoeken blijkt niet dat het
raadswerk in tijdsbesteding is toegenomen, die is redelijk constant.
Wel moet het raadswerk steeds meer concurreren met andere vormen van
tijdsbesteding: werk, zorg en vrije tijd. De dualisering van het
gemeentebestuur in 2002 had als doel het raadslid minder te belasten
met de details van het alledaagse bestuur en hem vrij te spelen voor
het contact met de burger. Hierin is de dualisering niet geslaagd.
Raadsleden besteden nog te veel tijd op het gemeentehuis, met
vergaderen en stukken lezen. Omdat de meeste raadsleden juist het
contact met de burger zo belangrijk vinden, is dit een grote bron van
frustratie.
De belangrijkste conclusie over wethouders is dat het ambt niet zo
problematisch is als recent in de pers werd gesuggereerd. Veel
wethouders treden voortijdig af, maar dat is van alle tijden. Het
hoort bij het ambt. En daarbij moet ook worden geconstateerd dat
oud-wethouders, ook die vroegtijdig moesten aftreden, met grote
tevredenheid op hun ambt terugkijken. Wel is het van belang dat
wethouders beter worden toegerust op hun ambt, op hun vertrek en op
hun verdere loopbaan. De gemeenten en het Rijk kunnen hierin een rol
spelen. Het gaat hierbij om zaken als een goede selectie,
duidelijkheid over de kansen op voortzetting van het ambt en
ondersteuning bij het vinden van een nieuwe betrekking.
De commissie richt zich met haar aanbevelingen voor raadsleden en
wethouders op meerdere partijen. De commissie vindt dat de
voorlichting voor raadsleden beter georganiseerd moet worden. De VNG
zal hierin een rol spelen door een voorlichtingsbundel voor raadsleden
in spe te maken. Politieke partijen en hun lokale afdelingen zullen de
financiële consequenties van het raads-lidmaatschap meer inzichtelijk
moeten maken. Bovendien kunnen mogelijkheden voor fractieondersteuning
beter onder de aandacht worden gebracht. Raden moeten hun werkwijze en
vergaderstructuur zo inrichten dat ze het sturen op hoofdlijnen
faciliteren. Ook moet er (verder) onderzoek komen naar andere
vergadermodellen. De commissie stelt verder dat gemeenten meer moeten
investeren in de griffie, zodat een deel van de eigen belasting kan
worden overgedragen. Een adequate financiële compensatie voor het
raadswerk is in alle gemeenten van belang. Daarbij verdienen de
raadsleden in kleinere gemeenten en raadsleden met een zwaardere taak
zoals fractievoorzitterschap of lid van het presidium extra aandacht.
Den Bosch, 4 juni 2008
Meer informatie
* Van werklast naar werklust ( ) 2mB
Vereniging Nederlandse Gemeenten