Voortgang Agenda Landschap en Voorbeeldgebieden Investeren in Landschap
04 juni 2008 - kamerstuk
Directie Platteland
De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA 's-GRAVENHAGE
uw brief van uw kenmerk ons kenmerk datum
DP. 2008/488 juni 2008
---
onderwerp bijlagen
Voortgang Agenda Landschap en
Voorbeeldgebieden Investeren in
Landschap
Geachte Voorzitter,
In deze brief bericht ik u, mede namens de minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke
Ordening en Milieubeheer (VROM), over de voortgang van de Agenda voor het Landschap
en enkele daarmee samenhangende ontwikkelingen.
In mijn brief "Naar een agenda landschap" (Kamerstuk 2007-2008, 31 253, nr. 1) heb ik
aangekondigd dat ik begin 2008 in de Agenda Landschap gebieden zou aanwijzen als
`Voorbeeldgebieden voor investeren in landschap'.
Deze gebieden heb ik inderdaad recentelijk aangewezen. De selectie daarvan licht ik hier-
onder toe. De Agenda Landschap zelf treft u nog niet aan. De uitwerking daarvan kost
meer tijd dan oorspronkelijk was voorzien. Door de vele publieke en private partijen die
een rol spelen bij de totstandkoming van deze Agenda is hiervoor meer tijd nodig. Een
succesvolle uitvoering van de Agenda Landschap zal voor een groot deel afhangen van het
draagvlak dat er ook op lokaal niveau bestaat voor de Agenda.
Naast het draagvlak is ook de financiering van cruciaal belang voor een succesvolle imple-
mentatie. Door meer tijd te nemen ben ik in staat de eerste bevindingen van de nog op te
richten Task Force Financiering Landschap mee te nemen. Ook zal ik in de Agenda
Landschap, samen met minister Cramer, een nadere invulling geven aan de samenwer-
kingsafspraken tussen Rijk, IPO en VNG over Mooi Nederland. Een van de samenwerkings-
afspraken betreft de instrumentering van de PKB-uitspraken in de Nota Ruimte onder de
nieuwe wet Ruimtelijke Ordening voor zover deze betrekking hebben op landschap.
Ik verwacht de Agenda Landschap in september van dit jaar aan uw Kamer te kunnen
sturen.
Het proces voor de aangekondigde voorbeeldgebieden is voortvarend in gang gezet en
daarover wil ik de Kamer in het navolgende graag informeren.
Datum Kenmerk Paraaf: Vervolgblad
4 juni 2008 DP. 2008/488 2
Voorbeeldgebieden Investeren in Landschap.
In het voorjaar van 2007 is in opdracht van mijn ministerie een Maatschappelijke Kosten-
Baten Analyse (MKBA) uitgevoerd, die u op 24 april 2007 is aangeboden (Kamerstukken
2006-2007, 30 800 XIV, nr. 98). Hierin is doorgerekend wat investeringen in landschap
opleveren voor de samenleving.
Ik heb het Centraal Planbureau (CPB) vervolgens gevraagd te reageren op dit rapport. In
de reactie, gedateerd 6 augustus 2007, geeft het CPB aan de studie methodisch juist uit-
gevoerd te vinden. Er is gebruik gemaakt van de beschikbare informatie; echter de empi-
rische onderbouwing van deze beschikbare informatie acht het CPB onvoldoende om de
hoofdconclusie, namelijk dat investeren in landschap loont, met voldoende stelligheid te
kunnen onderschrijven en hierop beleid te baseren. Wel acht het CPB het aannemelijk dat
investeringen in landschap bij kunnen dragen aan maatschappelijke welvaart. Het CPB
beveelt aan, als mogelijk experiment, in een gebied te beginnen met het investeren in
landschap, langs de lijnen zoals doorgerekend in de MKBA. Ik heb de aanbeveling van het
CPB ter harte genomen en in mijn eerdergenoemde brief aan uw Kamer van 26 oktober
2007 toegezegd in 3 à 5 voorbeeldgebieden te verkennen hoe door middel van nieuwe
financieringsconstructies baathebbers van een mooier landschap beter met kostendragers
kunnen worden verbonden. Hiermee zullen ook de baten van landschap duidelijker
worden.
In november 2007 heb ik provincies en maatschappelijke organisaties uitgenodigd om
gebieden voor te dragen als voorbeeldgebied `investeren in landschap'. Als reactie op mijn
uitnodiging ontving ik vóór 1 januari 2008 maar liefst 36 voorstellen. Een breed samen-
gestelde selectiecommissie bestaande uit vertegenwoordigers van LNV, VROM, IPO, VNG,
UvW, Landschapsmanifest en de Vereniging Nederlands Cultuurlandschap heeft mij
geadviseerd over de te kiezen gebieden.
Na de zorgvuldige bestudering en beoordeling van alle aanvragen heb ik besloten de
volgende voorbeeldgebieden aan te wijzen:
1. Het Groene Woud, ingediend door Innovatieplatform Duurzame Meierij;
2. De Ooijpolder, ingediend door Gemeente Nijmegen;
3. Het Binnenveld, ingediend door de WERV-gemeenten (Wageningen, Ede, Rhenen,
Veenendaal);
4. Amstelland, ingediend door Stichting Beschermers Amstelland.
Deze gebieden zijn gekozen omdat regionale en lokale partijen er vergevorderde plannen
en ideeën hebben om het landschap mooier te maken mede met behulp van private
middelen. Omdat mijn streven gericht is op toename van de private financiering van het
landschap zal ik samen met de initiatiefnemers onderzoeken op welke wijze het Rijk hen
kan faciliteren bij de verdere ontwikkeling en uitvoering van de plannen. Daarbij gaat het
vooral om het beschikbaar stellen van kennis en onderzoekscapaciteit.
Nieuwe inzichten, voortkomend uit de voorbeeldgebieden, zullen onder andere beschik-
baar worden gesteld aan de overige initiatiefnemers en zullen gebruikt worden voor de
verdere ontwikkeling van het landschapsbeleid en de brede financiering van het
Nederlandse cultuurlandschap.
Datum Kenmerk Paraaf: Vervolgblad
4 juni 2008 DP. 2008/488 3
In de Agenda Landschap zal ik nader ingaan op de voorbeeldgebieden en investeren in
landschap.
DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN
VOEDSELKWALITEIT,
G. Verburg
---- --
Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit