vers gras
Onderzoek ASG leidt tot verbetering
eiwitberekening vers gras
4 jun 2008
Onderdeel: Animal Sciences Group
In het groeiseizoen 2007 (van mei tot en met augustus) zijn door de
Animal Sciences Group van Wageningen UR grasmonsters verzameld op vier
praktijkcentra om de berekening van de hoeveelheid eiwit in vers gras
voor melkkoeien te verbeteren. Het onderzoek werd gefinancierd door
het Productschap Zuivel, het CVB van het Productschap Diervoeder en
Wageningen UR.
Het CVB heeft de onderzoeksresultaten gebruikt bij de herziening van
het eiwitwaarderingsysteem uit 1991. Het nieuwe DVE/OEB-2007 systeem
is betrouwbaarder in het schatten van de hoeveelheid darmverteerbaar
bestendig eiwit (DVE) en microbieel eiwit in vers gras. Onderzoeker
Arie Klop: âEen goede eiwitwaardering van vers gras is van groot
belang, gras is tijdens de weideperiode op veel bedrijven het
belangrijkste voedermiddel. Als de voederwaarde van vers gras goed
wordt berekend kan gerichter bijsturing plaatsvinden met aanvullend
(kracht)voer. Bovendien is daarmee de N-efficiëntie van melkvee op
grasrantsoenen te monitoren, waarmee men het melkureumgehalte en de
N-excretie op een voldoende laag niveau kan houden.â
Â
De DVE-waarde daalt in het herziene DVE/OEB-2007 systeem gemiddeld met
7%. Van de onderzochte monsters varieerde de daling van de DVE-waarde
van 0 tot 8 gram per kg drogestof. De OEB-waarde stijgt in het
herziene DVE/OEB-2007 systeem gemiddeld met 7%. Klop: âMet andere
woorden: de eiwitwaarde werd tot nu toe overschat. Het CVB heeft
berekend dat de daling van de DVE-waarde het kleinst is bij vers gras
met een hoog eiwitgehalte. Dat gegeven geeft kansen om op
bedrijfsniveau enigszins rekening te houden met bijvoorbeeld de
bemesting en het tijdstip van inscharen.â
De lagere waardering van DVE kan men opvangen door bij te sturen met
ruwvoer of krachtvoer. Tegelijkertijd moet men rekening houden met de
hogere OEB-waarde in vers gras. Het overschot aan penseiwit (OEB) moet
worden benut. Een hoger suikergehalte in het gras is gunstig voor de
benutting van onbestendig eiwit en het stimuleert de voeropname van de
koe. Daarmee kan de lagere DVE waardering van vers gras al grotendeels
worden gecompenseerd.
Het was bewust de bedoeling om variatie aan te brengen in de
samenstelling en herkomst van de grasmonsters. Door van vier
praktijkcentra monsters te verzamelen is er ook variatie aangebracht
in grondsoort. Hieruit bleek dat de samenstelling van vers gras, en
dus ook de voederwaarde ervan, sterk kan variëren.
Download hier rapport 124 'Eiwitwaarde vers gras'.
Zie het origineel
Contact
Arie Klop
Tel. 0320 - 293 454
Arie.Klop@wur.nl