Kinderen in conflictgebieden onvoldoende toegang tot onderwijs
03/06/2008 00:02
Save The Children Nederland
Nederland is een belangrijke donor waar het gaat om financiële steun aan onderwijs in ontwikkelingslanden. Toch blijft verbetering mogelijk door een groter deel van de fondsen beschikbaar te stellen voor basisonderwijs aan kinderen in conflictgebieden. Waar voor Nederlandse kinderen een bedrag van 4960 euro wordt uitgetrokken voor basisonderwijs, is dit voor kinderen in landen als Burundi en Eritrea slechts 19 euro.
Dit staat in het rapport 'Last in Line, Last in School - How donors can support education for children affected by conflict and emergencies', dat de internationale kinderrechtenorganisatie Save the Children vandaag in de openbaarheid brengt.
Hoewel wereldwijd het aantal kinderen dat geen onderwijs volgt flink is gedaald - van 100 miljoen naar 72 miljoen - is er in conflictlanden weinig vooruitgang geboekt. In deze landen gaan nog steeds 37 miljoen kinderen niet naar school. Hoewel dit de helft is van het aantal kinderen dat wereldwijd geen onderwijs volgt, gaat slechts een vijfde van de internationale onderwijssteun naar deze landen. "Eén op de drie kinderen in conflictgebieden gaat nu niet naar school. Dit kunnen we niet accepteren. Als we kinderen toegang tot onderwijs geven, dragen we bij aan het doorbreken van de vicieuze cirkel van armoede en geweld. Onderwijs beschermt kinderen in tijden van conflict en het brengt vrede en voorspoed", aldus Holke Wierema, directeur van Save the Children.
Door beleidsondersteuning en financiële steun aan overheden van conflictlanden, dragen donoren in belangrijke mate bij aan het garanderen van toegang tot onderwijs. Uit het vandaag gepubliceerde rapport blijkt echter dat niet alle donoren hun verplichtingen nakomen. Voor onderwijs in conflictgebieden is per jaar 1,9 miljard beschikbaar, terwijl 5,2 miljard dollar nodig is om alle kinderen in die landen de kans op onderwijs te geven. Nederland kan bijdragen aan het beschikbaar krijgen van meer fondsen door in het eigen budget prioriteit te geven aan basisonderwijs in conflictgebieden en door dit onderwerp bij internationale organisaties en andere overheden hoog op de agenda te krijgen.
Save the Children heeft ervaring opgebouwd in het geven en organiseren van onderwijs in conflictgebieden en benadrukt dat de investeringen in deze landen omhoog moeten als we de Millenniumdoelstelling 'in 2015 alle kinderen naar school' willen halen. Een groot deel van de onderwijsinvesteringen wordt nu gedaan in relatief stabiele landen.
Een voorbeeld.
In Afghanistan gaat 60 % van de meisjes tussen 7 en 13 jaar niet naar school. Slechts 13 % van de vrouwen in Afghanistan kan lezen en schrijven. Veel meisje krijgen vanaf de puberteit geen toestemming van hun ouders om naar school te gaan. Diegenen die er wel in slagen een school te mogen bezoeken zitten in overvolle klassen waar, als gevolg van de jarenlange conflictsituatie en het bijbehorende gebrek aan investering in onderwijs, te weinig schoolmateriaal voorhanden is. Vaak wordt les gegeven in tenten aan twee of drie 'ploegen' per dag. Er zijn weinig docenten, die ook nog eens onvoldoende opgeleid zijn en er is gebrek aan schoolmateriaal.
Met huiswerkklassen in de gemeenschappen, die kinderen klaarstomen voor het formele onderwijs, heeft Save the Children in Afghanistan meisjes kunnen bereiken en ze tot en met de vierde klas van de lagere school op kunnen leiden. Zo gaat Basira van 10 jaar in Mazar e Sharif nu naar een officiële school. "Ik vind het heel fijn dat ik naar school kan", zegt zij. "Vroeger vond niemand het bij mij thuis belangrijk, maar nu kan ik brieven lezen en schrijven en daar help ik mijn familie mee. Mijn moeder is er trots op dat ik dat kan".
http://www.savethechildren.nl