Kamerbrief inzake het rapport 'Joint External Evaluation of the Health
Sector in Tanzania 1999 - 2006 en beleidsreactie
03-06-2008 | Kamerstuk | Nederlands Ministerie van Buitenlandse Zaken
Met deze brief bied ik u hierbij aan het rapport "Joint external
evaluation of the health sector in Tanzania 1999 - 2006" en mijn
beleidsreactie daarop. De evaluatie werd onder gezamenlijke
verantwoordelijkheid van donoren en de Tanzaniaanse overheid
uitgevoerd door een consortium van externe deskundigen met
financiering van Denemarken, Duitsland, Zwitserland en Nederland en is
afgestemd met de Tanzaniaanse ministeries van Financiën en Gezondheid.
In de jaren negentig stagneerden de ontwikkelingen in de
gezondheidssector in Tanzania, de dienstverlening was ver beneden de
maat, de infrastructuur schoot te kort en er was nauwelijks
samenwerking tussen de publieke sector en private actoren. Het
beschikbare budget was erg laag en de ondersteuning door donoren was
ongecoördineerd.
In 1999 werd voor het eerst een gezamenlijke strategie voor de
gezondheidssector opgesteld en de afspraak gemaakt om samen te werken
in het kader van een sectorale benadering. Als manier van samenwerken
is de sectorale benadering bij uitstek geschikt om "ownership"en de
voorspelbaarheid van de hulp te vergroten. Ook ontstaat er meer ruimte
voor een meer integrale en effectieve aanpak van de structurele
problemen. De evaluatie heeft in kaart gebracht of deze manier van
samenwerken van de Tanzaniaanse overheid met de ontwikkelingspartners
tot betere resultaten in de gezondheidssector leidt, welke maatregelen
hebben gewerkt en welke verbetering behoeven.
Het goede nieuws van de evaluatie is dat mede dankzij onze
ontwikkelings-samenwerking de dienstverlening is verbeterd. De
kindersterfte is met ruim 18% afgenomen tot 112/1.000 in 2004/5. Het
percentage chronisch ondervoede kinderen is ook afgenomen van 44% tot
38% in 2004/5. Vooral met betrekking tot malaria, HIV/AIDS, vitamine
suppletie programma's, medicijn voorziening, properheid van de
instellingen en ook de attitudes en capaciteiten van de beschikbare
gezondheidswerkers constateert de evaluatie vooruitgang. Maar
moedersterfte is onvoldoende verminderd. Om daar echt verbetering in
te brengen, is versterking van het hele gezondheidssysteem nodig.
In de beleidsreactie op deze evaluatie ga ik nader in op de
bevindingen en aanbevelingen. Op basis van het door mij ingezette
beleid ten aanzien van de Millennium Ontwikkelingsdoelen 3 en 5 zal
Nederland in de beleidsdialoog met de Tanzaniaanse autoriteiten voorop
zetten dat in het nationale gezondheidsbeleid meer specifieke sturing
en monitoring nodig is op doelstellingen en resultaten die samenhangen
met moedersterfte. Daarnaast blijft Nederland inzetten op verbetering
van dienstverlening op districtsniveau door het belang te benadrukken
van goede publiek private samenwerking, effectieve bescherming van
toegang van kwetsbare delen van de samenleving, exploratie van
mogelijkheden om ziektekostenverzekeringen te introduceren en vooral
die mechanismen te ondersteunen die meer middelen op districtsniveau
beschikbaar maken.
De minister voor Ontwikkelingssamenwerking,
Bert Koenders
* Ministerie van Buitenlandse Zaken
* Bezuidenhoutseweg 67
* Postbus 20061
* 2500 EB Den Haag
* Tel.: 070-3 486 486
* Fax: 070-3 484 848
* Internet: www.minbuza.nl
Bijlagen
* 1) de beleidsreactie | Word, 51 Kb
* 2) het rapport | PDF, 720 Kb
* 3) rapport-annexes | PDF, 487 Kb
* 4) rapport-cover | PDF, 439 Kb
Ministerie van Buitenlandse Zaken