3-6-2008
beleidsdebat "De drie D-benadering (diplomacy, defence, development)"
Namens de VVD fractie neemt Frank van Kappen deel aan het debat met de
regering over de rol van Nederland in de wereld. Ditmaal is het
beleidsdebat met de ministers Verhagen (Buitenlandse Zaken), Koenders
(Ontwikkelingssamenwerking) en Van Middelkoop (Defensie) toegespitst
op de drie D-benadering (diplomacy, defence, development).
Voorzitter, in de term internationale gemeenschap ligt besloten dat de
internationale gemeenschap iets " gemeen" heeft, - dat er iets is dat
ons bindt. Behalve het basale feit dat wij ons menszijn met elkaar
delen, is dat zonder enige twijfel het internationale recht. Als het
internationale recht niet zou worden gehandhaafd, dan zou dat
resulteren in een chaotische wereld waar het recht van de sterkste
geldt, gebaseerd op het beginsel van " ieder voor zich". De grote
landen zullen een dergelijke situatie misschien overleven, maar voor
de groep kleine en middelgrote landen, waar ook Nederland toe behoort,
zou dit wel eens het geval kunnen zijn. Behalve de morele dimensie die
besloten ligt in het leveren van een bijdrage aan het handhaven van de
internationale rechtsorde, wordt hiermee dus ook duidelijk een
Nederlands belang gediend.
Voorzitter, de VVD-fractie hecht om deze redenen dus grote waarde aan
het feit dat Nederland een substantiële bijdrage levert en blijft
leveren aan de inspanningen van de internationale gemeenschap om de
internationale rechtsorde te handhaven.
In het verlengde hiervan hecht de VVD-fractie er tevens grote waarde
aan dat Nederland een substantiële bijdrage levert aan de inspanningen
van de internationale gemeenschap om vrede en veiligheid in de wereld
te bevorderen. Niet alleen omdat dit vanuit moreel oogpunt juist is,
maar wederom ook uit welbegrepen eigen belang.
Immers, Nederland heeft als internationaal georiënteerde handelsnatie
een direct belang bij vreedzame, stabiele internationale betrekkingen.
Al was het maar omdat onze welvaart daar voor een belangrijk deel van
afhankelijk is.
De noodzaak daartoe is bovendien meer dan ooit aanwezig. De
internationale veiligheidssituatie is immers allesbehalve stabiel.
De snelle ontwikkeling van de techniek maakt onderlinge afstanden
minder relevant en de liberalisering van de wereldmarkt maakt de
economieën van een toenemend aantal landen beter toegankelijk. Niet
elk land is echter in staat om deel te nemen aan de wereldeconomie.
Zwakke bestuurlijke structuren, een explosieve groei van de bevolking,
vervuiling van het milieu gecombineerd met etnische en godsdienstige
tegenstellingen, leiden tot burgeroorlogen, een enorme toename van
armoede en menselijk leed en tot een toenemend aantal fragiele en
zelfs falende staten.
Fragiele en falende staten, waar amper sprake is van effectief
overheidsgezag, vormen een specifiek probleem. Zij vormen niet alleen
het toneel voor bloedige burgeroorlogen die gepaard gaan met
grootschalige schendingen van de mensenrechten, maar zijn vaak ook een
broeinest van grootschalige grensoverschrijdende criminele en
terroristische organisaties.
Te In een aantal gevallen nemen deze conflicten dusdanig ernstige
vormen aan dat de internationale vrede en veiligheid wordt bedreigd en
de internationale gemeenschap besluit om in te grijpen. Dit is echter
gemakkelijker gezegd dan gedaan. Het begrip internationale gemeenschap
is in dit verband helaas verworden tot een amorf en veelvuldig
misbruikt begrip. In de praktijk wordt deze beslissing genomen door de
VN-veiligheidsraad, waarin de z.g. "permanente vijf", of P5, "de
facto" de dienst uitmaken. De Koude Oorlog mag dan voorbij zijn, maar
de P5 zijn zeker geen gelijkgestemde landen. Bovendien valt het
moeilijk vol te houden dat de Veiligheidsraad in zijn huidige vorm een
evenwichtige afspiegeling is van de wereld van vandaag. De beslissing
om in te grijpen is dan ook het resultaat van een complex politiek
onderhandelingsproces tussen de P5 onderling en van de individuele
leden van de P5 met de niet permanente leden van de Veiligheidsraad.
vaak leidt dit proces tot een moeizaam en onduidelijk mandaat en bij
gevolg tot halfslachtige en falende interventies. De discussie om de
Veiligheidsraad aan te passen aan de wereld van vandaag en tevens de
effectiviteit van de besluitvorming te vergroten, sleept zich al jaren
voort zonder dat er enige voortgang is geboekt. De VVD-fractie is
benieuwd wat de lijn is van de Nederlandse regering in dit zich
voorslepende internationale politieke steekspel.
Behalve deze conceptuele beperking van het VN-systeem - de
samenstelling van de Veiligheidsraad - en de daarmee gepaard gaande
risico's voor de uitvoering van operaties die gebaseerd zijn op zwakke
mandaten, komt daar nog bij dat het ingrijpen in dit soort conflicten
op zich zelf al riskant en ingewikkeld is.
Immers, de oorzaken van dit soort conflicten zijn zeer complex en
wortelen in etnische, religieuze, culturele en economische problemen.
Wil men een blijvende vrede creëren, dan moeten de oorzaken van het
conflict worden aangepakt. Behalve het weer op gang brengen van het
politieke proces tussen de strijdende partijen, omvat het
wederopbouwproces taken zoals het weer opstarten van de economie, het
creëren van een functionerend rechtssysteem, het opbouwen van een
onderwijssysteem, en nog heel veel andere taken in het civiele domein
die nodig zijn om een "Behoorlijk Bestuur" te vestigen en te
garanderen.
Militairen zijn niet toegerust om al deze civiele taken uit te voeren;
zij hebben noch de kennis noch de financiële middelen om deze lange
termijn wederopbouwtaken in het civiele domein uit te kunnen voeren;
militairen kunnen wel een schooltje bouwen, maar geen onderwijssysteem
opzetten. Het inzetten van alleen militairen leidt derhalve hoogstens
tot een zeer kostbaar staakt het vuren, maar lost de echte problemen
niet op. Om een dergelijke complexe operatie tot een goed einde te
brengen is het noodzakelijk om een breed politiek, diplomatiek,
economisch én militair instrumentarium in te zetten.
whole of govermentcomprehensive approachDiplomacy, Defense en
Development. De 3D-benadering is een erkenning van de complexiteit van
fragiele staten en de noodzaak van een interdisciplinaire aanpak van
de wederopbouw. Het is tevens een erkenning dat de grenzen tussen
militaire en civiele activiteiten, en organisaties zijn vervaagd. Deze
holistische aanpak wordt vaak aangeduid als de -benadering of de . De
Nederlandse variant van deze aanpak wordt aangeduid met de
3D-benadering. De drie D's staan in dit geval voor
3D lijkt dus een logische benadering die niet alleen in Nederland maar
ook in landen als Zweden, het Verenigd Koninkrijk, Duitsland,
Frankrijk, Canada, Australië en de VS officieel beleid is.
De VVD-fractie constateert voorts dat er in ieder geval geen gebrek is
aan ambitie bij dit kabinet om invulling te geven aan het 3D-beleid.
Het kabinet staat op basis van de eerste pijler van het regeerakkoord
een actieve rol in Europa en de rest van de wereld voor. Het moet
gezegd, er is enige moed voor nodig om in het Nederland van vandaag
een regeerakkoord zo aan te laten vangen. Het staat immers haaks op de
reflex van een toenemend aantal Nederlanders om zich terug te trekken
onder de veilige kaasstolp en zich af te keren van de complexe en
onveilige wereld daarbuiten.
Diplomacy, DefenceDevelopmentMaar wat logisch en officieel beleid is,
blijkt in de politieke praktijk geen vanzelfsprekendheid. In de
praktijk worstelt en met problemen die minstens zo taai zijn als de
problemen die de 3D-benadering te lijf wil gaan.
Een van de taaiste problemen is het gebrek aan regievoering over het
brede spectrum aan taken in het civiele domein.
Voorzitter, dat klinkt wat academisch en abstract, maar ik kan u
verzekeren dat het gebrek aan regie in de praktijk echt een probleem
is op alle niveaus, zowel nationaal, internationaal als in het veld.
Ik wil dan ook een poging wagen om het regieprobleem in wat meer
detail te schetsen. Het begrijpen van het hoe en waarom is immers de
eerste stap in de richting van het vinden van oplossingen.
nietCivil Military Cooperation, CIMIC, maar dat is slechts een
tactische activiteit die gericht is op het verkrijgen van Force
Acceptance en derhalve op het verbeteren van Force Protection. CIMIC
moet niet worden verward met het echte lange termijn wederopbouwwerk;
dat is het domein van civiele organisaties. Allereerst wil ik
benadrukken dat de belangrijkste taak van de militaire component is om
een omgeving te scheppen die veilig genoeg is om de veelheid aan
wederopbouwtaken uit te kunnen voeren. De wederopbouwtaken spelen zich
af in het civiele domein en worden uitgevoerd door militairen maar
door een bonte stoet van Niet Gouvernementele Organisaties (NGO's),
Gouvernementele Organisaties (GO's) en Internationale Organisaties
(IO's). De militaire component houdt zich weliswaar bezig met ook wel
aangeduid als
directe geen Het regieprobleem wordt veroorzaakt door het feit dat de
politiek weliswaar controle heeft over de militaire component, -
militairen zijn immers verantwoording verschuldigd aan de politiek en
de militaire inspanning wordt betaald met belastinggeld -, maar de
politiek heeft directe controle over de veelheid aan wederopbouwtaken
in het civiele domein.
geen UN Agencies, maar uitsluitend aan hun donoren. Met andere woorden
niemand heeft de eindverantwoording voor het totale wederopbouwproces
in het civiele domein; niemand heeft het totale overzicht en niemand
heeft, de facto, de regie in handen. Immers, NGO's zijn verantwoording
verschuldigd aan de politiek en worden gefinancierd door middel van
vrijwillige contributies. Zelfs de zoals b.v. UNDP, UNHCR en WFP zijn
geen verantwoording verschuldigd aan de VN Veiligheidsraad
totaleDeze situatie zet een duivels destructief cyclisch proces in
werking dat lastig is te doorbreken en kan leiden tot het falen van de
interventie. Het probleem is dat, indien het leven van de bevolking
niet verbetert, de frustratie van de bevolking zich uit in agressie
tegen de militaire component. De Militairen zijn immers beschikbaar,
herkenbaar en vertegenwoordigen het gezag. Dat de militairen niet
verantwoordelijk zijn voor het weer opstarten van de economie of het
bouwen van een functionerend rechtssysteem is een nuance die door de
burgerbevolking niet wordt begrepen. De grootste fout die onder deze
omstandigheden door militairen kan worden gemaakt, is dat de ontstane
situatie volledig wordt benaderd vanuit het oogpunt van
zelfbescherming en dat men de bevolking gaat behandelen als de vijand.
Een ding is namelijk zeker - en dat is dat als je mensen behandelt als
de vijand, ze zich ook gaan gedragen als de vijand. Als dat gebeurt,
verlies je de missie. Immers, het geweld neemt dan verder toe; het
wederopbouwproces komt volledig tot stilstand; de militaire verliezen
nemen toe; de politieke wil van de troepenleverende landen om de
operatie door te zetten verdampt; de cirkel is gesloten en de operatie
is mislukt.
ondanks alles WijComprehensive approach, maar veel van de civiele
partners zijn zich niet eens bewust dat er zo iets bestaat als een
Comprehensive Approach en dat zij geacht worden daarvan deel uit te
maken. Zelfs als zij er wel van op de hoogte zijn, dan willen zij er
vaak om uiteenlopende redenen geen deel van uitmaken.Om deze heilloze
zich zelf versterkende destructieve cirkel te doorbreken is het is dus
noodzakelijk dat de militaire component het contact met de bevolking
blijft onderhouden en dat kan niet door het spleetje in het luik van
een pantservoertuig of vanachter een betonnen muur. In feite moeten
militairen onder die omstandigheden een verhoogd operationeel risico
aanvaarden om toch het contact met de bevolking te onderhouden door
niet uitsluitend onder vol pantser te opereren, maar b.v. ook te voet.
De kans op verliezen neemt dan echter toe. Ik kan u verzekeren dat dit
vaak een duivels dilemma is voor de verantwoordelijke commandanten,
die immers ook verantwoordelijk zijn voor de levens van de aan hen
toevertrouwde militairen. Het is overigens maar de vraag of het
accepteren van een verhoogd militair risico het tij kan keren als de
civiele partners op hun beurt niet bereid zijn om ook meer risico te
accepteren en een extra inspanning te plegen om de wederopbouw van de
grond te krijgen. De vraag is wederom, wie kan deze veelheid aan
organisaties zo ver krijgen dat deze extra inspanning wordt geleverd
en dat iedereen bovendien dezelfde kant optrekt om de vastgelopen
wederopbouwkar uit de modder te trekken? Niemand heeft immers echt de
regie in handen. hebben het wel over de
Een tweede risicofactor is dat de politieke leiding van de
troepenleverende landen, onder druk van de publieke opinie,
onvoldoende bereid is om het verhoogde militair risico politiek af te
dekken en derhalve de militaire commandant opdraagt het risicoprofiel
juist te verlagen.
echteHet is dus van cruciaal belang om vooral niet in deze zich zelf
versterkende destructieve cyclus te belanden. Het lange termijn
wederopbouwproces dat door civiele partijen wordt uitgevoerd, moet
beter worden georganiseerd en geregisseerd zodat er meer samenhang
wordt gebracht in de totale wederopbouwinspanning. In feite wordt niet
alleen de z.g. exit strategie van de militaire component hierdoor
bepaald, maar ook het uiteindelijke succes van de missie. Wederopbouw
is nu eenmaal niet mogelijk zonder veiligheid en veiligheid is niet
mogelijk zonder wederopbouw.
Alliance Power Comprehensive Approach. Voorzitter, ik kan u verzekeren
dat er heel wat afgedokterd is om het regieprobleem op te lossen. Maar
tot nu toe schiet het niet echt op. De VN worstelt al sinds de jaren
negentig van de vorige eeuw met dit regieprobleem en de NAVO wordt er
nu in Afghanistan op indringende wijze mee geconfronteerd. De NAVO is
overigens niet echt goed toegerust om dit probleem op te lossen. De
NAVO is weliswaar in staat om de aanzienlijke militaire macht van de
lidstaten te bundelen, maar de NAVO is niet in staat om de
noodzakelijke civiele elementen van te genereren; dat is vooralsnog
politiek geblokkeerd. Tijdens het defensiedebat hebben we hier al over
gesproken en ik zal niet in herhaling vervallen. Ik kan het echter
niet laten om er op te wijzen dat deze politieke blokkade die de NAVO
dwingt om zich uitsluitend te beperken tot militair optreden, een
ontkenning is van het feit dat de scheidslijn tussen civiel en
militair optreden is vervaagd en dit gegeven is nu juist
de essentie van de
De EU en de VN zijn weliswaar beter toegerust om de civiele taken uit
te voeren en te coördineren, maar zowel de EU als de VN mist de
militaire capaciteit om in de hogere delen van het geweldsspectrum op
te kunnen treden.
Voorzitter, het is een complex probleem, maar de richting van de
oplossing is in ieder geval duidelijk. Er zal een strategisch
partnerschap tussen de NAVO, de EU en de VN tot stand moeten komen als
we de effectiviteit van stabilisatieoperaties in fragiele en falende
staten willen verbeteren. De VVD-fractie is van mening dat Nederland
zich daar internationaal voor moet inzetten en minister Verhagen heeft
tijdens het defensiedebat in deze kamer ook toegezegd dat hij dit zal
doen.
Wij zijn echter benieuwd of de Minister van Buitenlandse Zaken ook
echt een plan heeft hoe de politieke barrières te slechten die een
strategisch partnerschap tussen de NAVO, de EU en de VN in de weg
staan. Overigens hebben de VN en de EU maar een beperkte invloed op de
NGO- gemeenschap.
Dichter bij huis vraagt de VVD-fractie zich af hoe nu eigenlijk de
regie tussen de 3 D's in Nederland zelf is geregeld. Heeft
Buitenlandse Zaken de regie? Hoe wordt daar dan invulling aan gegeven?
Erg zichtbaar is de regie van Buitenlandse Zaken in ieder geval niet.
Dat hoeft geen probleem te zijn als het maar gebeurt. Graag de visie
van de 3D-ministers op dit punt.
Comprehensive Approach Een ander aspect is dat de VVD-fractie vindt
dat de 3D-benadering eigenlijk een te smalle basis is om tot een echte
te komen. Alleen al het feit dat de groei van de wereldbevolking en de
doorzettende klimaatverandering zal leiden tot conflicten waarbij
voedsel en watertekorten een dominante rol zullen spelen, maakt het
noodzakelijk om specialisten op dit gebied bij de planning en
uitvoering van operaties te betrekken. Er bestaat voorts een behoefte
aan specialisten op bestuurlijk- economisch- en juridisch gebied - en
die zitten voor een belangrijk deel bij andere ministeries dan de
3D-ministeries. De VVD-fractie is dan ook benieuwd hoe de samenwerking
met de andere ministeries op dit moment is georganiseerd en wie van de
drie D's daarbij de regie voert. De zoveelste ad-hoc werkgroep lijkt
ons in ieder geval niet het juiste instrument daartoe. Wordt het geen
tijd om na te denken over een " staande" interdepartementale structuur
om stabilisatiemissies beter aan te kunnen sturen? Graag ook de mening
van de 3D-ministers op dit voorstel.
In het verlengde hiervan vraagt de VVD-fractie zich af of het niet
mogelijk is om een staande en goed geoefende uitzendbare civiele
capaciteit te realiseren, waarin specialisten op diverse gebieden
worden samengebracht. Alle ministeries zouden kunnen bijdragen aan het
vullen van een dergelijke expeditionaire civiele component. Deze
civiele component zou al in een vroeg stadium moeten worden betrokken
bij het planningsproces en zou al kort na de ontplooiing van de
militaire component kunnen worden ingezet. Dit zou zeker in de eerste
fase van een stabilisatieoperatie een sprong voorwaarts kunnen
betekenen. Het maakt ons immers minder afhankelijk van de NGO's en
IO's in deze kritische fase. Let wel, wij realiseren ons maar al te
goed dat de NGO's en IO's een onmisbare rol moeten blijven spelen in
het lange termijn wederopbouwproces. De civiele component zou echter
ook een belangrijke rol kunnen spelen in het managen van de relaties
met deze organisaties. Graag de visie van de 3D-ministers over dit
idee.
Overigens is het opbouwen van een uitzendbare civiele capaciteit een
gebied dat zich bij uitstek leent voor samenwerking met andere
gelijkgestemde landen in Europa. Het biedt een realistische
mogelijkheid om tot taakspecialisatie te komen in Europees verband.
Graag de mening van de 3D-ministers over dit punt.
Verder zijn wij benieuwd of de minister van OS plannen heeft om meer
samenhang te brengen in de inspanningen van de NGO's in een
operatiegebied waar Nederland politiek en militair zijn nek uitsteekt.
Is het een idee om voor bepaalde taken die met OS-geld worden
gefinancierd een tender uit te schrijven waar NGO's op kunnen
inschrijven? In de voorwaarden van de tender kan de gewenste output en
het tijdspad voor het leveren van deze output nadrukkelijk worden
vastgelegd. Misschien gebeurt dit al? Graag de visie van de minister
van OS over dit onderwerp.
Overigens is de NGO-gemeenschap een erg gemêleerd en weinig
transparant gezelschap; er zit veel kaf onder het koren; met sommige
NGO's moeten we niet eens willen samenwerken. Heeft OS het kaf van het
koren gescheiden en heeft OS een overzicht van die NGO's die als
strategische partner kunnen worden aangemerkt in het kader van de
3D-benadering? Graag de visie van de minister van OS op dit punt.
Diplomacy. Een ander aspect dat aandacht verdient is de nadere
praktische invulling van de D van De rauwe werkelijkheid van veel
(post-) conflictgebieden is dat basale voorwaarden voor ontwikkeling
bevochten moeten worden. Of in elk geval een aanzienlijke, kostbare,
militaire presentie vergen. Dezelfde militairen die de weg plaveien
voor ontwikkeling, zijn evenzeer noodzakelijk voor het welslagen van
diplomatie. `You can do a lot with diplomacy, but a lot more with
diplomacy backed by force', aldus de voormalige Secretaris-Generaal
van de VN, Kofi Annan. En gelijk had hij: zonder krijgsmacht kan de
fluwelen handschoen van de diplomatie vaak geen vuist maken. Het is
echter evenzeer waar dat de inzet van militaire middelen zonder dat er
een politiek proces op gang wordt gebracht tot mislukken is gedoemd.
Misschien wordt het tijd om weer eens goed na te denken over nut en
noodzaak van
coercive diplomacy
reachbackcapaciteitHet is overigens van groot belang dat professionele
diplomaten de koppeling tussen vredes- en ontwapeningsprocessen kunnen
versterken en verbinden met politieke processen op nationaal en
internationaal niveau. In dit kader is het toevoegen van een Politiek
Adviseur, de z.g. POLAD, aan de militaire staf te velde zo
langzamerhand gemeengoed geworden. Dat veronderstelt echter dat de
ministers Verhagen en Koenders een substantieel aantal gekwalificeerde
diplomaten vrijmaken voor hoogwaardig diplomatiek handwerk onder
operationele omstandigheden. Diplomatie bedrijven in een fragiele of
falende staat, ingebed in een militaire context, vereist een goede
training en voorbereiding; het is echt iets anders dan diplomatenwerk
vanuit een ambassade. Zo moet er een politieke bereidheid zijn om in
fragiele staten te onderhandelen met krijgsheren en schurken die de
orde van de dag bepalen. De spreekwoordelijke diplomatieke
behoedzaamheid kan verstandig zijn, maar ook leiden tot
angstvalligheid en risicomijdend gedrag. Ook een rigide houding
tegenover de kritische dialoog met krijgsheren en rebellen biedt
weinig ruimte voor diplomatieke initiatieven die deel moeten uitmaken
van een 3D-benadering. De POLAD moet dus niet alleen goed zijn
voorbereid op deze taken, maar ook voldoende mandaat hebben. Voorts
moet de POLAD toegang hebben tot het bestaande diplomatieke netwerk en
terug kunnen vallen op de kennis die aanwezig is op BUZA en OS. Dat
vereist dat er een z.g beschikbaar is bij BUZA en OS. Wij vragen ons
af, of en hoe dit is georganiseerd; graag een toelichting van de
minister van BUZA en OS op dit punt.
Voorzitter, ik heb het tot nu toe voornamelijk gehad over een
'holistische' benadering van EXTERNE veiligheid. De VVD fractie is er
echter van overtuigd dat een geïntegreerd veiligheidsbeleid zowel
EXTERNE als INTERNE veiligheid moet afdekken. Onze fractie was onder
de indruk van de nieuwe Nationale Veiligheidsstrategie die door de
vorige coalitie werd uitgewerkt en in april van vorig jaar door de
huidige coalitie werd goedgekeurd. Internationaal loopt Nederland met
deze strategie echt voor op andere landen. Onze fractie heeft echter
het gevoel dat deze overheidsbrede aanpak meer succes heeft in het
domein van de interne dan van de externe veiligheid. Kunnen de
3D-minsters aangeven in hoeverre zij betrokken zijn bij het proces van
de Nationale Veiligheidsstrategie dat door BZK wordt gecoördineerd?
Ook verneemt de VVD-fractie graag in hoeverre ook externe bedreigingen
in de nationale risicobeoordeling worden verwerkt.
Voorzitter, een laatste punt. Defensie en OS vullen elkaar voor een
deel aan. Helaas communiceren de vaten nu echter ongelijk. Oorlogen en
conflicten ontwrichten hele regio's. Het is precies daar waar de meest
basale voorwaarden voor duurzame ontwikkeling ontbreken: veiligheid en
stabiliteit. Voor de eerste humanitaire (opbouw)werkzaamheden in
moeilijke omstandigheden is de inzet van militairen onontkoombaar. Om
een van de eerste SG's van de VN, Dag Hammaerskjold te citeren: " it's
not a job for soldiers, but only soldiers can do it" . De militaire
component van de 3D-benadering wordt nu helaas het meest verwaarloosd.
Om nog maar te zwijgen over het verlies aan operationeel vermogen van
Defensie over de afgelopen én de komende jaren.
Tijdens het recent gehouden Defensiedebat in deze kamer heeft de
VVD-fractie er voor gepleit om de neergaande lijn van de
defensiebegroting om te buigen naar een stijgende lijn. Zonder alle
argumenten in extenso te herhalen, willen wij ook in het kader van dit
debat over de 3D-benadering deze mening van de VVD-fractie nogmaals
onder de aandacht brengen van de bewindslieden.
VVD