Algemene Rekenkamer: Prestaties bestrijding witwassen vallen nog tegen
03/06/2008 16:25
Algemene Rekenkamer
Verwachting aanpak terrorismefinanciering komt niet uit
Prestaties bestrijding witwassen vallen nog tegen
Witwassen en terrorismefinanciering worden, ondanks de genomen maatregelen, nog onvoldoende voorkomen. De kans dat witwassen en terrorismefinanciering vervolgens ontdekt en bestraft worden, is klein. De opsporingsdiensten en het Openbaar Ministerie benutten nog te weinig de mogelijkheden om crimineel vermogen te ontnemen.
Deze tegenvallende prestaties zijn niet wat verwacht mag worden op basis van ambities en prioriteit die door opeenvolgende kabinetten is gegeven aan de bestrijding van witwassen en terrorismefinanciering. De tegenvallende prestaties kunnen worden verklaard door beperkte capaciteit en deskundigheid, gebrek aan informatie-uitwisseling en ontbrekende doelgerichte integrale aansturing (regie). De Algemene Rekenkamer komt tot deze conclusies in 'Bestrijden witwassen en terrorismefinanciering' dat op 3 juni 2008 is gepubliceerd.
Witwassen en terrorismefinanciering
Witwassen houdt in dat illegaal vermogen legaal wordt gemaakt. Bij terrorismefinanciering wordt legaal vermogen ingezet voor het financieren van illegale activiteiten. Zowel witwassen als terrorismefinanciering vormen een risico voor de integriteit van het financiële stelsel. Geschat wordt dat jaarlijks 18,5 miljard euro witgewassen wordt in Nederland. De verantwoordelijke ministers (Binnenlandse Zaken, Financiën en Justitie) hebben zelf geen inzicht in de prestaties van bestrijden van witwassen en terrorismefinanciering. De Algemene Rekenkamer heeft het voorkomen, signaleren, opsporen, vervolgen en sanctioneren van witwassen onderzocht. Hierbij zijn publieke en private organisaties betrokken, zoals toezichthouders (bijv. De Nederlandsche Bank (DNB), Bureau Financieel Toezicht(BFT)), meldingsplichtige instanties (bijv. banken, notarissen), opsporingsinstanties (bijv. politie, Fiscale Inlichtingen en Opsporingsdiensten (FIOD)) en het Openbaar Ministerie (OM).
Aanpak terrorismefinanciering loopt niet volgens verwachting
Voor terrorismefinanciering ontbreken signalen en resultaten van opsporing, omdat het minder lijkt voor te komen dan verwacht en het vaak gaat om relatief kleine financiële stromen die bij financiële instellingen niet opvallen. De verwachting dat terrorismefinanciering via de meldingsplicht ongebruikelijke transacties aangepakt zou kunnen worden, is vooralsnog niet uitgekomen. Van 2002 tot 2007 zijn door opsporingsdiensten 85 strafbare feiten aangeleverd bij het Openbaar Ministerie (OM) die aan terrorismefinanciering gerelateerd kunnen worden.
Prestaties bestrijden witwassen vallen tegen
Belangrijk uitgangspunt om witwassen te kunnen signaleren, is de melding van ongebruikelijke transacties (MOT's) en de identificatieplicht door financiële instellingen. De kans dat een instelling gecontroleerd wordt op naleving van deze plichten verschilt sterk. Banken staan bijvoorbeeld onder permanent toezicht door DNB, terwijl notarissen slechts in 1,7 % van de gevallen worden gecontroleerd door BFT.
Van de gemelde ongebruikelijke transacties wordt maar 6% benut in opsporingsonderzoek. Vaak gebruikt men bij onderzoek naar complexe witwasconstructies andere informatie omdat deze slecht kunnen worden gesignaleerd door middel van MOT's. Het aantal strafbare witwasfeiten die door opsporingsdiensten geleverd worden aan het OM, is tussen 2005 en 2006 gestegen van 335 naar 767 feiten. Dit is in verhouding tot het aantal verdachte transacties (34.500 in 2006) klein (opsporingskans).
De kans dat op een strafbaar feit vervolgens een sanctie volgt, is voor witwassen 62% (sanctiekans). Dit is redelijk, maar staat niet in verhouding tot het aantal verdachte transacties. De sanctiekans voor overtreding van wetten met betrekking tot identificatie- en meldingsplicht is hoog; 88% maar dat is relatief, gezien de verschillen in controlekans.
Als een sanctie is opgelegd dan kan crimineel vermogen ontnomen worden. De Algemene Rekenkamer constateert echter dat de ontnemingswetgeving beperkt wordt gebruikt. Het OM eist bij 13% van de witwasfeiten het ontnemen van crimineel vermogen, de rechter legt slechts in 3% een ontnemingsmaatregel op. Het kan wel zijn dat via andere wegen crimineel vermogen wordt afgenomen, maar een betrouwbaar beeld van het totaal afgenomen crimineel vermogen in relatie tot witwassen ontbreekt.
Beperkte capaciteit, deskundigheid, informatie-uitwisseling en aansturing
De capaciteit en deskundigheid van de betrokken organisaties is te beperkt om hun rol goed in te kunnen vullen. Dit is vooral het geval bij toezicht op juridische dienstverleners door BFT, bij de politie en het OM. BFT had in de periode 2005-2006 bijvoorbeeld slechts één toezichthouder op 2481 kantoren. Daarnaast is financieel rechercheren om witwassen op te sporen na tien jaar nog niet ingebed. De opsporingsdiensten en het OM geven onvoldoende prioriteit aan het gebruik van financiële informatie.
De informatie-uitwisseling tussen organisaties is onvoldoende om witwassen en terrorismefinanciering efficiënt en effectief te kunnen bestrijden. Dit is vooral voor complexe witwaszaken, zoals vastgoedtransacties, een probleem want iedere organisatie ziet maar een deel van de informatie.
De verantwoordelijke ministers sturen daarnaast de uitvoerende organisaties nog onvoldoende doelgericht en integraal aan. Ze hebben geen concrete doelstellingen opgesteld en hebben nauwelijks prestatieafspraken gemaakt met organisaties. De ministers hebben hierdoor onvoldoende inzicht in resultaten. Daarnaast is de financiering verkokerd, ondanks het streven naar integraal beleid. De verantwoordelijke ministers zouden, volgens de Algemene Rekenkamer, duidelijker de regie op zich moeten nemen.
Reactie ministers en nawoord Algemene Rekenkamer
In reactie op het rapport vinden de ministers van Justitie, Financiën en Binnenlandse Zaken de conclusie dat witwasbestrijding weinig effectief is, op onjuiste maatstaven gebaseerd.
De Algemene Rekenkamer geeft in haar nawoord aan dat zij in dit onderzoek zelf de eerste stap heeft gezet om inzicht te krijgen in prestaties, omdat dit ontbrak. De Algemene Rekenkamer vindt dat dit onderzoek een reëel beeld geeft van de prestaties en is blij met de toezegging dat ministers en uitvoeringsorganisaties de volgende stappen gaan zetten.
Op de website www.rekenkamer.nl zijn interactieve overzichten te vinden met prestaties en verschillen tussen regio's in Nederland.
Algemene Rekenkamer