auweraert: âde onderzoeker als communicator; een kwalitatief en
verkennend onderzoek naar de determinanten van
wetenschapscommunicatiegedragâ
Mw. A. (Ann) van der Auweraert: âDe
onderzoeker als communicator; een kwalitatief en verkennend onderzoek
naar de determinanten van wetenschapscommunicatiegedragâ
9 jun 2008 13:30
Onderdeel: Wageningen Universiteit
Locatie: Aula, gebouw 362, Gen. Foulkesweg 1, Wageningen
Organisatie: Wageningen universiteit
Promotor: prof.dr. C.M.J. Van Woerkum (Communicatie en innovatie
studies m.b.a.v. communicatie management)
Co-Promotor: Prof.dr. A. Verschoren (Promotor, Universiteit Antwerpen,
België), Prof.dr. H. van den Bulck (Universiteit Antwerpen, België)
De onderzoeker als communicator
Een kwalitatief en verkennend onderzoek naar de determinanten van
wetenschapscommunicatiegedrag.
Ondanks een toename aan wetenschapscommunicatie-activiteiten, is er
heel weinig geweten over de wetenschappers die erbij betrokken zijn.
Welke factoren dragen bij tot een actief
wetenschapscommunicatiegedrag? Om het antwoord te vinden op deze
vraag, zijn vijftien onderzoekers geïnterviewd die verbonden zijn aan
de Universiteit Antwerpen, overwegend hoogleraren en afkomstig uit
zeer diverse disciplines. De groep van respondenten is heterogeen op
het vlak van communicatiefrequentie, de voorkeur voor bepaalde
doelgroepen, en het soort wetenschapscommunicatie-activiteiten waaraan
ze deelnemen. Kenmerkend voor hun gedrag is de overwegend klassieke
benadering van het communicatieproces, in termen van zender, ontvanger
en boodschapper. Bovendien nemen de meeste onderzoekers geen eigen
initiatief om actief deel te nemen aan
wetenschapscommunicatie-activiteiten maar participeren ze wel op
verzoek.
Uit het kwalitatieve onderzoek blijkt dat diverse factoren inzicht
geven in het wetenschapscommunicatiegedrag van de respondenten. Ten
eerste is er de houding van de onderzoeker ten aanzien van
wetenschapscommunicatie. Deze is onder de respondenten overwegend
positief. Een tweede invloed gaat uit van de sociale omgeving van de
onderzoeker: de houding van de top van de universiteit, oversten en/of
collega wetenschappers met betrekking tot een actieve deelname aan
wetenschapscommunicatie-activiteiten, de regels van het huis of van de
opdrachtgevers van het onderzoek in verband met openbaarheid van het
onderzoek, en de internwetenschappelijke cultuur welke sterk de nadruk
legt op onderzoek en wetenschappelijk publiceren. Ten derde is er de
eigen effectiviteit van de onderzoeker. Deze dient te beschikken over
de nodige capaciteiten, en externe ondersteunende voorwaarden zoals
tijd en middelen.
Het originele en vernieuwende van dit doctoraal onderzoek is dat er
ook gekeken is naar de beïnvloedende rol van een aantal persoonlijke
achtergrondkenmerken. Zo is er het kennisparadigma van waaruit de
onderzoeker werkt. De hypothese die dit onderzoek onderbouwt, is dat
een positivistisch ingestelde onderzoeker gericht is op een klassieke
manier van communicatie. Een benadering die veronderstelt dat kennis
getransporteerd kan worden. Een constructivistische visie daarentegen
gaat er vanuit dat kennis geconstrueerd wordt in interactie.
Communicatie wordt in deze benadering als een transactie beschouwd.
Het spreekt voor zich dat constructivisten zich daarom comfortabeler
zullen voelen bij interactieve en participatieve communicatievormen
dan positivistische onderzoekers.
Een tweede achtergrondfactor van belang, is de beroepsidentiteit van
de onderzoeker. Deze wordt gevormd door de taakopvatting, de
arbeidsmotivatie en aspecten van de sociale en persoonlijke
identiteit. De stelling is dat de beroepsidentiteit een verklaring kan
geven voor een actief wetenschapscommunicatiegedrag, namelijk wanneer
communiceren op een of andere manier terug te vinden is in de
taakopvatting van de onderzoeker, en/of deel uitmaakt van de
arbeidsmotivatie van de onderzoeker.
Ten slotte is er de derde achtergrondfactor: de interactie met de
samenleving. Het onderzoek leert dat het al dan niet hebben van een
externe onderzoeksoriëntatie verklarend kan zijn voor een actief
wetenschapscommunicatiegedrag, met andere woorden wanneer de
samenleving op de een of andere manier het studieobject is van de
onderzoeker zoals bijvoorbeeld vaak het geval is bij onderzoek in de
geneeskunde, sociologie of rechten.
Meer over dit onderwerp
Directe internet uitzending van de promotie