Beantwoording vragen van het lid Van der Ham over de vervolging van
homoseksuelen in Iran
03-06-2008 | Kamerstuk | Nederlands Ministerie van Buitenlandse Zaken
Graag bieden wij u hierbij de antwoorden aan op de schriftelijke
vragen gesteld door het lid Van der Ham over de vervolging van
homoseksuelen in Iran. Deze vragen werden ingezonden op 1 april 2008
met kenmerk 2070816330.
De minister van Buitenlandse Zaken,
Drs. M.J.M. Verhagen
De staatssecretaris van Justitie,
Mevrouw mr. N. Albayrak
Antwoorden van de heer Verhagen, minister van Buitenlandse Zaken, en
mevrouw Albayrak, staatssecretaris van Justitie, op vragen van het lid
Van der Ham (D66) over de vervolging van homoseksuelen in Iran.
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht dat de Iraanse autoriteiten 30 mannen,
die op een feest in een privéhuis aanwezig waren, hebben opgepakt in
het kader van de handhaving van de moraliteitscodes? 1) Zo ja, wat is
hierop uw reactie?
Antwoord
Het bericht van Human Rights Watch over de arrestatie van meer dan 30
mannen in Esfahan op 28-29 februari jl. is ons bekend. Amnesty
International heeft het bericht desgevraagd bevestigd. Volgens een
buitenlandse mediabron zouden betrokkenen in staat van beschuldiging
zijn gesteld met betrekking tot het gebruik van alcohol, homoseksuele
gedragingen en andere `immorele' activiteiten.
Het bericht geeft aanleiding tot zorg. Nader onderzoek zal moeten
uitwijzen in hoeverre sprake is van het niet voldoen aan
internationale standaarden van een eerlijk proces en eventuele overige
vormen van schending van internationale mensenrechtennormen.
Het is overigens niet voor het eerst dat de Iraanse autoriteiten in
het kader van handhaving van de officiële voorschriften inzake kleding
of gedrag een inval in een particuliere woning hebben gedaan. In het
recente verleden hebben zich soortgelijke invallen in particuliere
gelegenheden voorgedaan, ook in andere Iraanse steden. Hoewel er geen
concrete aanwijzingen zijn dat dergelijke invallen specifiek zijn
gericht op homoseksuelen, kunnen zij hiervan het slachtoffer worden.
Vraag 2
Welke invloed heeft het feit dat in Iran op homoseksualiteit nog
steeds de doodstraf staat op het Nederlandse asielbeleid?
Antwoord
Voor homoseksuele asielzoekers uit Iran geldt reeds dat zij vallen
onder groepen van personen die verhoogde aandacht krijgen.
Homoseksuelen die aannemelijk maken dat zij op grond van hun seksuele
oriëntatie op een dusdanige wijze gediscrimineerd worden dat het voor
hen onmogelijk is om op maatschappelijk en sociaal gebied te
functioneren, of die daardoor een gegronde vrees hebben voor
vervolging door de Iraanse autoriteiten, kunnen op grond van artikel
29, eerste lid, aanhef en onder a, Vw 2000 in aanmerking komen voor
een verblijfsvergunning asiel. Voorts geldt dat zij met ingang van 18
oktober 2006 zijn aangewezen als specifieke groep, die, behoudens
contra-indicaties, op grond van artikel 29, eerste lid, aanhef en
onder c, Vw 2000 in aanmerking komt voor een verblijfsvergunning
asiel. Voornoemde informatie geeft geen aanleiding dit beleid te
wijzigen.
Vraag 3
Bent u bereid deze berichten ook onder de aandacht van uw Europese
ambtsgenoten te brengen?
Vraag 4
Is dit bericht reden voor u om de Iraanse ambassadeur te ontbieden? Zo
neen, waarom niet?
Vraag 5
Onderneemt de Nederlandse ambassadeur in Iran actie op dit gebied? Zo
neen, waarom niet?
Antwoord
Nederland volgt de mensenrechtensituatie in Iran nauwgezet en laat
niet na concrete mensenrechtenschendingen onder de aandacht van de
EU-lidstaten te brengen opdat Iran in gezamenlijk verband kan worden
gewezen op zijn verantwoo rdelijkheden met betrekking tot het
handhaven van mensenrechten.
Mede op initiatief van Nederland heeft het EU-voorzitterschap bij de
Iraanse autoriteiten om opheldering gevraagd over de genoemde
arrestaties in Isfahan. Van de Iraanse autoriteiten is vooralsnog geen
bevredigende toelichting ontvangen.
De regering blijft genoemde zaak en de algemene mensenrechtensituatie
in Iran nauwlettend volgen en zal Iran in VN-kader, EU-verband en
bilateraal blijven wijzen op zijn verantwoordelijkheden met betrekking
tot het handhaven van mensenrechten. Nederland zal daarbij tevens
pleiten voor afschaffing van strafbaarstelling van seksuele
handelingen tussen mensen van het zelfde geslacht in Iran.
1) http://hrw.org/english/docs/2008/03/28/iran18385.htm
* Ministerie van Buitenlandse Zaken
* Bezuidenhoutseweg 67
* Postbus 20061
* 2500 EB Den Haag
* Tel.: 070-3 486 486
* Fax: 070-3 484 848
* Internet: www.minbuza.nl
Ministerie van Buitenlandse Zaken